Intro Wetten

Wetten gezondheidszorg



Wet BIG, WGBO, Arbo wet en AVG
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
SimulatieMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Wetten gezondheidszorg



Wet BIG, WGBO, Arbo wet en AVG

Slide 1 - Tekstslide

Waar staat WGBO voor?
A
Wet op genezing en behandelingsovereenkomst
B
Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst
C
Wet op gezondheid en behandelingen onderling

Slide 2 - Quizvraag

Wat houdt de wet WGBO in?

Slide 3 - Open vraag

De wet WGBO


In de WGBO wordt ervan uitgegaan dat er bij een medische handeling sprake is van een overeenkomst tussen de hulpverlener (bijv. zorgvrager en arts)

Slide 4 - Tekstslide

De wet WGBO kent twee belangrijke uitgangspunten: informatieplicht en toestemmingsvereiste. Leg uit wat hiermee wordt bedoeld.

Slide 5 - Open vraag

Informatieplicht en toestemmingsvereiste
Informatieplicht: Je bent verplicht om de patiënt duidelijk te informeren over een behandeling, onderzoek of ingreep. 

Toestemmingsvereiste: Nadat de patiënt geïnformeerd is, moet hij toestemming geven. Bij eenvoudige onderzoeken en ingrepen hoef je daar niet apart om te vragen. Het uitsteken van de arm voor een venapunctie kan beschouwd worden als het geven van toestemming. Voor ingrijpende behandelingen is een uitdrukkelijke vraag om toestemming wel verplicht.

Slide 6 - Tekstslide

Je bent verplicht om informatie te geven. Er zijn drie uitzonderingen op de plicht om informatie te geven. Welke drie zijn dat?

Slide 7 - Open vraag

Drie uitzonderingen
  1.  In de gegeven situatie kan geen informatie gegeven worden. Patiënt is bewusteloos. 
  2.  Patiënt weigert informatie te ontvangen. In de gegeven situatie kan geen informatie gegeven worden. De patiënt is bijvoorbeeld bewusteloos of onmiddellijk ingrijpen is noodzakelijk.
  3. De hulpverlener kan zelf besluiten om geen informatie te geven als bijvoorbeeld de waarheid een sterk nadelig effect heeft op de patiënt. Dit mag overigens alleen na overleg met een andere zorgverlener.

Slide 8 - Tekstslide

Informed consent
Nadat de patiënt geïnformeerd is, moet hij/ zij toestemming geven. 
De patiënt verklaart daarbij toestemming te geven en geeft aan dat hij voldoende geïnformeerd is over de behandeling. De manier waarop de informatie gegeven wordt, is afhankelijk van de leeftijd van de patiënt. 

Slide 9 - Tekstslide

De wet WGBO is onderverdeeld in leeftijden als het gaat om informatie delen. Als je tussen de 12 en 16 jaar bent, mag je zelfstandig beslissingen nemen.
Waar of niet waar
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quizvraag

Onderscheid leeftijdsgroepen
  1. Tussen de 12 en 16 jaar geldt er een gezamenlijke verantwoordelijkheid. Toestemming van ouders en kind.
  2. Vanaf 16 jaar mag de patiënt zelfstandig beslissingen nemen. Overigens blijven ouders tot het 18 e levensjaar wel verantwoordelijk voor de betaling van de medische zorg.
  3. Tot 12 jaar is de toestemming van ouders vereist. 

Slide 11 - Tekstslide

Waar staat de wet BIG voor?
A
Wet beroepen in de individuele gezondheidszorg
B
Wet beroepen in de integrale gezondheidszorg
C
Wet beroepen in de individuele genezingszorg

Slide 12 - Quizvraag

Wat is het doel van de wet BIG?

Slide 13 - Open vraag

Doel van de wet BIG


Verbeteren en waarborgen van de kwaliteit van de medische hulpverlening. 

Slide 14 - Tekstslide

Welke beroepen vallen onder de wet BIG?

Slide 15 - Woordweb

Beroepen met titelbescherming via de wet BIG
  1. Arts
  2. Tandarts
  3. Apotheker
  4. Gezondheidszorgpsycholoog
  5. Psychotherapeut
  6. Fysiotherapeut
  7. Verloskundige
  8. Verpleegkundige 

Slide 16 - Tekstslide

De wet BIG beschermt patiënten tegen ondeskundige hulpverleners. Een aantal medische handelingen is namelijk zo riskant dat alleen mensen die daarvoor voldoende bekwaam zijn ze mogen uitvoeren.
Geef op de volgende dia voorbeelden van voorbehouden handelingen. 

Slide 17 - Tekstslide

Welke voorbehouden handelingen zijn er?

Slide 18 - Woordweb

Voorbehouden handelingen
1. Heelkundige handelingen            9. Steenvergruizing
2. Verloskundige handelingen        stoffen/ straling
3. Endoscopieën                                    10. Cardioversie (elektrische 
4. Injecteren                                             shock geven)
5. Puncties                                               11. Defibrilleren 
6. Onder narcose brengen                12. Elektroconvulsieve therapie (epilepsie)
7. Katheteriseren                                   13. Verrichten van handelingen ten  
8. Werken met radioactieve              aanzien van menselijke geslachtscellen 
                                                                       en embryo's. 

Slide 19 - Tekstslide

Je moet als verpleegkundige deskundig (bevoegd) en bekwaam zijn. Wat houdt dit in?

Slide 20 - Open vraag

Bevoegd en bekwaam
Je bent deskundig als je voldoende scholing hebt gehad (zowel theorie als praktijk). Je bent bekwaam als je voldoende ervaring hebt om deze handeling zelfstandig uit te voeren.

Bij de voorbehouden handelingen komen er nog twee voorwaarden bij: Opdracht en mogelijkheid van tussenkomst van de arts. Dit betekent dat je de handeling alleen mag uitvoeren na een uitdrukkelijke opdracht van de arts

Slide 21 - Tekstslide

Waar houdt de Arbowet zich allemaal
mee bezig?

Slide 22 - Woordweb

Arbowet
  • Regels voor de werkgever en werknemers om de gezondheid
  • Veiligheid werknemers
  • Welzijn werknemers
  • Ongevallen/ ziekten voorkomen

Slide 23 - Tekstslide

Wat valt onder de Arbowet?
A
Juiste werkhoogte van je bureau
B
Rollende kruk
C
Stille autoclaaf

Slide 24 - Quizvraag

Plichten werkgever/ werknemer

Slide 25 - Woordweb

Plichten werkgever
Werkgever
  • Beschermen tegen risico's
  • Persoonlijke beschermmiddelen en goede materialen
  • Arbeidsongevallen/ beroepsziekten melden en registreren

Slide 26 - Tekstslide

Plichten werknemer
  • Zorgen voor  je eigen veiligheid en collega's
  • Beschermmiddelen en materialen op de juiste manier gebruiken
  • Je werk onderbreken bij acuut en ernstig gevaar

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Laatste wet voor deze les: AVG

Slide 29 - Tekstslide

Waar staat AVG voor?
A
Algemene verordening gezondheidszorg
B
Algemene verordening gegevensbescherming
C
Algemene voorlichting gegevensbescherming

Slide 30 - Quizvraag

Welke gegevens vallen onder de
persoonsgegevens?

Slide 31 - Woordweb

Persoonsgegevens

Persoonsgegevens zijn alle gegevens die direct over iemand gaan of die naar iemand te herleiden zijn, zoals naam, adres, telefoonnummer en Burgerservicenummer.

Slide 32 - Tekstslide

AVG: wat doe je als je op jouw werk aan het rapporteren over een zorgvrager bent op de computer en je verlaat jouw werkplek om koffie te halen...
A
Je laat het scherm open staan, je hebt geen geheimen voor jouw collega's
B
Je sluit het scherm zodat je anderen niet de gelegenheid geeft om informatie te lezen
C
AVG is niet van toepassing omdat dit over een zorgvrager gaat

Slide 33 - Quizvraag

Vragen?

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide