,

Wetten gezondheidszorg

Wetten gezondheidszorg



Wet BIG, WGBO, Arbo wet en AVG
1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Wetten gezondheidszorg



Wet BIG, WGBO, Arbo wet en AVG

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar staat WGBO voor?
A
Wet op genezing en behandelingsovereenkomst
B
Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst
C
Wet op gezondheid en behandelingen onderling
D
Wet op geneeskunde en begeleiding over en weer

Slide 2 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat houdt de wet WGBO in?

Slide 3 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

De wet WGBO
De Wet op de geneeskundige behandelovereenkomst (WGBO) regelt de rechten en plichten van de patiënt. Patiënten hebben recht op informatie en moeten  toestemming geven voor een behandeling
De WGBO regelt ook de privacy van de patiënt, het recht op een second opinion, het inzagerecht van patiënten in hun eigen medisch dossier en de vertegenwoordiging van patiënten als zij niet zelf kunnen beslissen. Daarnaast verplicht de WGBO zorgverleners om een medisch dossier bij te houden.

In de WGBO wordt ervan uitgegaan dat er bij een medische handeling sprake is van een overeenkomst tussen de hulpverlener (bijvoorbeeld de verpleegkundige)

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De wet WGBO kent 2 belangrijke uitgangspunten: informatieplicht en toestemmingsvereiste. Leg uit wat hiermee wordt bedoeld.

Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Informatieplicht en toestemmingsvereiste
Informatieplicht: Je bent verplicht om de patiënt duidelijk te informeren over een behandeling, onderzoek of ingreep. 

Toestemmingsvereiste: Nadat de patiënt geïnformeerd is, moet hij toestemming geven. Dit kan ook impliciet of stilzwijgend plaatsvinden. Bij eenvoudige onderzoeken en ingrepen hoef je daar niet apart om te vragen. Voor ingrijpende behandelingen is een uitdrukkelijke vraag om toestemming verplicht en wordt dit in het dossier vastgelegd.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je bent verplicht om informatie te geven. Er zijn twee uitzonderingen op de plicht om informatie te geven. Welke twee zijn dat?

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Uitzonderingen op het informatierecht
  1. De patiënt heeft recht om geen informatie te ontvangen (recht op niet weten). Dit mag alleen als het "niet-weten" geen nadelige gevolgen oplevert voor de patiënt of voor een ander.
  2. De hulpverlener kan besluiten informatie achter te houden voor de patiënt als informatie "kennelijk ernstig nadeel" oplevert voor de patiënt. Dit noemt me ook de "therapeutische exceptie" en is alleen in uitzonderlijke situaties aan de orde, bijv. in de GGZ.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Informed consent
Toestemming van de patiënt is alleen geldig als hij voldoende geïnformeerd is. 
De patiënt verklaart daarbij toestemming te geven en geeft aan dat hij voldoende geïnformeerd is over de behandeling. De manier waarop de informatie gegeven wordt, is afhankelijk van de leeftijd van de patiënt. 

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De wet WGBO is onderverdeeld in leeftijden als het gaat om informatie delen. Als je tussen de 12 en 16 jaar bent, mag je zelfstandig beslissingen nemen.
Waar of niet waar
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Onderscheid leeftijdsgroepen
  1. Tot 12 jaar is de toestemming van ouders vereist. 
  2. Tussen de 12 en 16 jaar geldt er een gezamenlijke verantwoordelijkheid. Toestemming van ouders en kind.
  3. Vanaf 16 jaar mag de patiënt zelfstandig beslissingen nemen. Overigens blijven ouders tot het 18 e levensjaar wel verantwoordelijk voor de betaling van de medische zorg.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Beroepsgeheim

Slide 12 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

= zwijgplicht!
= geheimhoudingsplicht
  • geheim
  • toevertrouwd aan de verpleegkundige
  • vernomen tijdens de uitoefening van het beroep

 je zwijgt over wat je over en van de zorgvrager en zijn omgeving te weten bent gekomen tijdens de uitoefening van je beroep.

Slide 13 - Tekstslide

Informatie doorgeven aan derden mag niet. Het belang van die basisregel is zo groot dat je kunt spreken van ‘zwijgplicht’. Die zwijgplicht geldt in principe tegenover iedereen, dus ook bij familie, vrienden en kennissen van de patiënt. Je mag niet zomaar aannemen dat je de informatie kan delen met naasten. In principe moet de patiënt daar toestemming voor geven.’
In de praktijk is het soms best lastig: wat mag je wel zeggen en wat niet. Daarbij merken we dat het beroepsgeheim onder druk staat. Steeds vaker zijn er andere partijen die informatie willen hebben. Denk aan politie en justitie die soms van hulpverleners verwachten dat ze met informatie naar buiten komen. Dan is het gewoon heel lastig om te bepalen wat je als verpleegkundige of verzorgende wel en niet mag zeggen. 
Doel van het beroepsgeheim

Slide 14 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Waarom beroepsgeheim belangrijk?
  • beschermen van een vertrouwensrelatie - nodig voor goede zorgverlening
  • bescherming van toegankelijkheid van zorg
  • voorkomen van misbruik

Artikel 2.12 Beroepscode

Slide 15 - Tekstslide

Zonder die vertrouwensrelatie is goede zorgverlening niet mogelijk. De patiënt moet jou vertrouwen, zich veilig voelen en alle informatie geven die nodig is om hem te kunnen helpen. Dat kan alleen maar als de patiënt erop kan vertrouwen dat de informatie omtrent zijn zorg geheim blijft. Daarnaast kent het beroepsgeheim een maatschappelijk belang, namelijk de bescherming van de toegankelijkheid van de zorg. Op het moment dat een patiënt er niet op kan vertrouwen dat zijn informatie geheim blijft, kan dat ertoe leiden dat hij later hulp zoekt. Dat kan weer gevolgen hebben voor de eigen gezondheid en die van anderen. Bijvoorbeeld als een patiënt een infectie heeft en daar anderen mee besmet.’
Voor wie geldt het beroepsgeheim? (deel 1)
1. De zwijgplicht geldt tegenover de echtgenoot van de patiënt.

2. Leerling-verpleegkundigen hebben een beroepsgeheim.
3. Algemeen bekende informatie over de patiënt valt niet onder het beroepsgeheim.
4. Het verschoningsrecht betekent dat de verpleegkundige mag spreken over een patiënt tegen de behandelend arts.
5. Alleen medische-verpleegkundige informatie valt onder het beroepsgeheim.
6. Leerling-verpleegkundigen mogen tegen hun ouders niets over patiënten zeggen.









Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voor wie geldt het beroepsgeheim? (deel 2)
7. Er kan een wettelijke plicht zijn om te spreken over de patiënt.
8. Alleen met uitdrukkelijke toestemming van de patiënt, mag de verpleegkundige de behandelend arts informeren over de patiënt.
9. Een zogenaamd “toevertrouwd geheim” is een geheim dat je collega aan jou vertelt en dat je niet mag doorvertellen.
 10. Er is in het recht niets belangrijker dan de vertrouwensrelatie tussen patiënt en hulpverlener. 

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer geldt het beroepsgeheim niet?

Slide 18 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Het beroepsgeheim geldt NIET als:
1. de patiënt toestemming geeft om aan derden informatie door te geven
2. de patiënt een wettelijke vertegenwoordiger heeft
3. je informatie deelt met collega’s die direct betrokken zijn bij zorgverlening
4. er een wettelijke plicht is om informatie te geven
5. er sprake is van een 'conflict van plichten'

Slide 19 - Tekstslide

1. wel vastleggen!!!
2. wettelijk vertegenwoordiger bij minderjarige patiënt (<12: ouders beslissen; 12-15: pat. beslist samen met ouders; >16 pat. beslist zelf)/ wilsonbekwame patiënt
3. = veronderstelde toestemming
4. wetgever vindt dat informatieverschaffing in deze situaties zwaarder weegt dan plicht om te zwijgen (bijv. WKKGZ, hulp bij zelfdoding)
5. wanneer je conflict ervaart tussen plicht tot geheimhouding en je plicht om ernstige schade voor de zorgvrager of een ander te voorkomen (zie handreiking beroepsgeheim).
Tuchtrecht - wet BIG
Strafrecht - art. 458 Wetboek Strafrechten

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gevolgen:

  • tuchtsanctie op het werk
  • juridische vervolging
  • straf



Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar staat de wet BIG voor?
A
Wet beroepen in de individuele gezondheidszorg
B
Wet beroepen in de integrale gezondheidszorg
C
Wet beroepen in de individuele genezingszorg
D
Wet beroepen in de geneeskunde

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het doel van de wet BIG?

Slide 23 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Doel van de wet BIG

  • De kwaliteit van de zorgverlening te bevorderen en te bewaken.
  • De patiënt beschermen tegen ondeskundig en onzorgvuldig handelen door een zorgverlener. www.bigregister.nl/registratie


Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Welke beroepen vallen onder de wet BIG?

Slide 26 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Beroepen met titelbescherming via de wet BIG
  1. Arts
  2. Tandarts
  3. Apotheker
  4. Gezondheidszorgpsycholoog
  5. Psychotherapeut
  6. Fysiotherapeut
  7. Verloskundige
  8. Verpleegkundige 

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De wet BIG beschermt patiënten tegen ondeskundig en onzorgvuldig handelen van zorgverleners.  Een aantal medische handelingen brengen risico's met zich mee dat ze alleen door bevoegd zorgpersoneel morgen worden uitgevoerd. Dit zijn de zogenoemde voorbehouden handelingen.
Op de volgende dia kunnen jullie aangeven om welke handelingen dit gaat.
 
Geef op de volgende dia voorbeelden van voorbehouden handelingen. 

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke voorbehouden handelingen zijn er?

Slide 29 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Voorbehouden handelingen
1. Heelkundige handelingen            9. Steenvergruizing
2. Verloskundige handelingen        stoffen/ straling
3. Endoscopieën                                    10. Cardioversie (elektrische 
4. Injecteren                                             shock geven)
5. Puncties                                               11. Defibrilleren 
6. Onder narcose brengen                12. Elektroconvulsieve therapie (epilepsie)
7. Katheteriseren                                   13. Verrichten van handelingen ten  
8. Werken met radioactieve              aanzien van menselijke geslachtscellen 
                                                                       en embryo's. 

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je moet als verpleegkundige deskundig (bevoegd) en bekwaam zijn. Wat houdt dit in?

Slide 31 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Bevoegd en bekwaam
Je bent deskundig als je voldoende scholing hebt gehad (zowel theorie als praktijk). Je bent bekwaam als je voldoende ervaring hebt om deze handeling zelfstandig uit te voeren.

Bij de voorbehouden handelingen komen er nog twee voorwaarden bij: Opdracht en mogelijkheid van tussenkomst van de arts. Dit betekent dat je de handeling alleen mag uitvoeren na een uitdrukkelijke opdracht van de arts

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

WKKGZ
Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg

In deze wet, die geldt vanaf 1 januari 2016, wordt
vastgelegd wat goede zorg inhoudt en wat er moet 
gebeuren als personen klachten hebben over de zorg. 

Wat regelt de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg?
* Een betere en snelle aanpak van klachten
* Zorgmedewerkers kunnen veilig incidenten melden
* Cliënt krijgt sterkere positie
* Uitbreiding meldplicht zorgaanbieders





Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 34 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Waar houdt de Arbowet zich allemaal
mee bezig?

Slide 35 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Arbowet
  • Regels voor de werkgever en werknemers om de gezondheid
  • Veiligheid werknemers
  • Welzijn werknemers
  • Ongevallen/ ziekten voorkomen

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat valt onder de Arbowet?
A
Juiste werkhoogte van je bureau
B
Rollende kruk
C
Stille autoclaaf

Slide 37 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Plichten werkgever/ werknemer

Slide 38 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Plichten werkgever/ werknemer
Werkgever
  • Beschermen tegen risico's
  • Persoonlijke beschermmiddelen en goede materialen
  • Arbeidsongevallen/ beroepsziekten melden en registreren
Werknemer
  • Zorgen voor  je eigen veiligheid en collega's
  • Beschermmiddelen en materialen op de juiste manier gebruiken
  • Je werk onderbreken bij acuut en ernstig gevaar

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar staat AVG voor?
A
Algemene verordening gezondheidszorg
B
Algemene verordening gegevensbescherming
C
Algemene voorlichting gegevensbescherming

Slide 40 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke gegevens vallen onder de
persoonsgegevens?

Slide 41 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Persoonsgegevens

Persoonsgegevens zijn alle gegevens die direct over iemand gaan of die naar iemand te herleiden zijn, zoals naam, adres, telefoonnummer en Burgerservicenummer.

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies