Les 16

Les 16
Frans 
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Les 16
Frans 

Slide 1 - Tekstslide

Programme
  • Presentie
  • Lesdoelen    
  • Frans feitje    
  • Dag van de Franse taal      
  • Huiswerkcontrole
  • Blooket voca A                 
  • Paragraphe A: écouter
  • Au travail!
  • Afsluiting
  • Devoirs 

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
Na de les...

...kan ik woorden opnoemen die te maken hebben met Franse eet producten.

...ken je woorden die te maken hebben met iets bestellen. 

...weet je hoe je mannelijke en vrouwelijke woorden sneller kunt onthouden. 

Slide 3 - Tekstslide

Presentie

Slide 4 - Tekstslide

- Frans feitje -

L’Hexagone​
Frankrijk heeft de vorm van een zeshoek. Daarom wordt Frankrijk vaak “l’hexagone” genoemd. Hexagone is Frans voor zeshoek.

Slide 5 - Tekstslide

De dag van de Franse taal
Vandaag wordt er aandacht besteed aan de Franse taal binnen de school! 

Dit hebben jullie vast al wel gemerkt (of gaan jullie nog merken). In de kantine zal er iets lekkers voor jullie klaarliggen met een Frans tintje en er is een leuke foto opdracht bedacht waar ook een prijsje gewonnen kan worden! 

Laten we dan nu eens luisteren naar een persoonlijke boodschap van een Nederlandse/Franse zanger die momenteel heeeeeel bekend is in Nederland...

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Slide 8 - Video

Huiswerkcontrole

Faire ex. 6 en 7, p.64-65

Apprendre voca A

Slide 9 - Tekstslide

Blooket
Kennen jullie dit?

We gaan er eens even mee oefenen. We focussen ons eerst op voca A. Later zal hier voca B aan toegevoegd gaan worden. 

Slide 10 - Tekstslide

Paragraphe A: écouter
We hebben ons nu gefocust op voca A en gaan nu beginnen met het luisterfragment. Luister mee en beantwoord de volgende opdrachten: ex. 5a en b. 

Slide 11 - Tekstslide

Au travail!
Maintenant, c'est à vous:
Fait ex. 5a, b en c

Vous avez 10 minutes:
timer
10:00

Slide 12 - Tekstslide

Afsluiting
Noem eens 2 woorden die jij nu kent en te maken hebben met eten. 

Noem eens 1 woord die te maken heeft met iets bestellen. 

Leg uit wat er in het fragment gebeurt. 

Slide 13 - Tekstslide

Devoirs
Faire ex.5a, b en c 
Apprendre voca B

Slide 14 - Tekstslide