§3.2 Temperatuurverschillen op aarde

3.2 Temperatuursverschillen op aarde
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo t, havo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

3.2 Temperatuursverschillen op aarde

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  • Voorkennis
  • Uitleg
  • Aan de slag
  • Afsluiting 

Slide 2 - Tekstslide

Welke 4 klimaten komen voor op lage breedte?

Slide 3 - Open vraag

Wat gebeurt er met de temperatuur naarmate je op hogere breedte komt?
A
Blijft gelijk
B
Het wordt kouder
C
Het wordt warmer

Slide 4 - Quizvraag

Hoe komt het dat de begroeiing per klimaat verschilt?

Slide 5 - Open vraag

Slide 6 - Tekstslide

In welke maand valt in Nederland de meeste neerslag?

Slide 7 - Open vraag

Doelen van de les
1. Je weet dat de aarde dankzij de atmosfeer een leefbaar klimaat heeft

2. Je begrijpt welke invloed de stand van de zon en de geografische breedte op de temperatuur hebben.

3. Je kunt de gemiddelde dagtemperatuur berekenen. 

Slide 8 - Tekstslide

De ruimte: koud!

Slide 9 - Tekstslide

Hoe koud is het in de ruimte denk je?
A
- 180 graden Celcius
B
- 230 graden Celcius
C
- 250 graden Celcius
D
- 270 graden Celcius

Slide 10 - Quizvraag

De atmosfeer

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Hoe hoger hoe kouder

Slide 13 - Tekstslide

Vanaf de voet van de berg kom je dan achtereenvolgens:
--> loofbomen (met blaadjes) 
--> naaldbomen (met naalden) 
--> bergweide
tegen. 
--> Helemaal boven in de bergen groeit er niets. Daar zijn de rotsen kaal en ligt er eeuwige sneeuw.

Slide 14 - Tekstslide

Hoe warm is het op 3500 meter en 4000 meter?

Slide 15 - Tekstslide

Stand van de zon

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Land en zeewind

Slide 18 - Tekstslide

Koele en warme wind

Slide 19 - Tekstslide

Luchtdruk
Hogedrukgebied
Lagedrukgebied

Slide 20 - Tekstslide

Kringloop van water

Slide 21 - Tekstslide

Klimaten op aarde

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Per 100 meter stijging wordt het ..?.. graden kouder
A
0.6 graden
B
6 graden
C
60 graden
D
helemaal niet

Slide 24 - Quizvraag

Wat is luchtdruk?
A
De druk van lucht op de aarde
B
De luchtlaag rond de aarde
C
Opstijgende lucht
D
Dalende lucht

Slide 25 - Quizvraag

Per 1000 meter stijging wordt het ..?.. graden kouder
A
0.6 graden
B
6 graden
C
60 graden

Slide 26 - Quizvraag

Zee of land
Wat gebeurt er met de temperatuur?
A
Land en zee koelen even snel af
B
Land en zee warmen even snel op
C
Zee warmt sneller op dan land
D
Land warmt sneller op dan zee

Slide 27 - Quizvraag

De temperatuur van de zee is in januari ..... dan van het land
A
lager
B
hoger

Slide 28 - Quizvraag

Waarom is het op de evenaar warmer dan op de polen?

Slide 29 - Open vraag

Aan de slag
afmaken H3.2 + maken 3.3 
volgende week toets verbeteren

Slide 30 - Tekstslide

Doelen van de les
1. Je weet dat de aarde dankzij de atmosfeer een leefbaar klimaat heeft

2. Je begrijpt welke invloed de stand van de zon en de geografische breedte op de temperatuur hebben.

3. Je kunt de gemiddelde dagtemperatuur berekenen. 

Slide 31 - Tekstslide