23/23 irr verbs 3

• Engels
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 4

Show what you know

5 vragen over .....?

De leerlingen krijgen vijf vragen/feiten over 1 onderwerp, persoon, begrip of gebeurtenis.

Van de vijf vragen moeten ze er tenminste drie goed hebben beantwoord. 

onregelmatige werkwoorden 3

Bijten

Hij/ zij het

hele

ww

past

simple

volt

deel

woord

1

binds

bite

to bend

bites

to bind

bound

bitten

 bit

bends

Het werkwoord staat altijd in een rijtje van drie

to bite    -----           bit      -------   bitten

hele werkwoord

1

verleden tijd

2

voltooid deelwoord

3

de verleden tijd van to be kan zowel was als were zijn

2

1. Waar
2. Niet waar

Breken

Hij/ zij het

hele

ww

past

simple

volt

deel

woord

3

breaks

breaked

breaking

brook

break

to bring

broke

brooken

broken

Het werkwoord staat altijd in een rijtje van drie

to break   -----     broke      -------   broken

hele werkwoord

1

verleden tijd

2

voltooid deelwoord

3

Vertaal naar het Nederlands (hoofdletter & punt)

I --- (to come) home late last night.

4

Vertaal naar het Nederlands (hoofdletter & punt)

The show has begun on time.

5

Eten

Hij/ zij het

hele

ww

volt

deel

woord

1

verleden

 tijd

ates

 eat

eating

ate

 eats

eated

aten

eaten

ated

Het werkwoord staat altijd in een rijtje van drie

to eat -----------  ate    ----------  eaten

hele werkwoord

1

verleden tijd

2

voltooid deelwoord

3

Vertaal naar het Nederlands (hoofdletter & punt)

Peter drank coffee yesterday.

2

Vertaal naar het Nederlands (hoofdletter & punt)

The dog has dug a hole.

3

Drinken

Hij/ zij het

hele

ww

past

simple

volt

deel

woord

4

dronk

drinks

drenk

dranks

drunk

to drink

drinked

drunked

drank

Het werkwoord staat altijd in een rijtje van drie

to Drink -------  drank    -------   drunk 

hele werkwoord

1

verleden tijd

2

voltooid deelwoord

3

Carol --- (to dream) she was famous.

Schrijf de hele zin over met de juiste vorm van het werkwoord (denk aan Hoofdletter en punt)

5