3H dt1 week 3.2

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Bienvenue 3havo

Inhoud

• liedje Garou - Seul (p.13) + opdracht maken
  
• onregelmatige w.w.
  
• dobbelsteenspel (met onwerkwoorden)
• Faire: p.15+16 ''werkwoord aller' en 'herhaling avoir en être'
  

Garou - Seul

Maak ondertussen de opdracht op p.13

1. Lees mee terwijl je luistert, en markeer alle woorden die je kent

2. Onderstreep de woorden die je kunt raden

3. Waar gaat het liedje over?

Onregelmatige w.w.

avoir, être en aller

Kenmerken regelmatig w.w.

- stam krijg je door -er, -re, -ir eraf te halen 

- stam + uitgang

Kenmerken onregelmatig w.w

- géén stam

- elke vorm verandert

- heeft aparte 'stam' in futur

aller - présent

je vais     =    ik ga

tu vas      =   jij gaat

il/elle/on va = hij/zij/men gaat

nous allons = wij gaan

vous allez = jullie gaan/u gaat

ils/elles vont = zij gaan

aller - futur

(aparte 'stam': ir-)

j'irai  =  ik zal gaan

tu iras  =  jij zult gaan

il/elle/on ira = hij/zij/men zal gaan

nous irons  =  wij zullen gaan

vous irez  =  jullie zullen/u zult gaan

aller - passé composé

(h.w.w. + voltooid deelwoord)

je suis allé(e) = ik ben gegaan

tu es allé(e) = jij bent gegaan

il/elle est allé(e) = hij/zij is gegaan

vous êtes allé(e)(s) = jullie zijn/u bent gegaan

ils sont allés = zij zijn gegaan (m)

elles sont allées = zij zijn gegaan (v)

aller - imparfait

(*nous-vorm!)

j'allais = ik ging

tu allais = jij ging

il/elle/on allait = hij/zij/men ging

nous allions = wij gingen

vous alliez = zij gingen

ils/elles allaient = zij gingen

Het rad van fortuin

met onregelmatige werkwoorden!

rad 1

1. je

2. tu

3. il / elle

4. nous

5. vous

6. ils / elles

rad 2

1. avoir (présent)

2. être (futur)

3. aller (passé composé)

4. avoir (imparfait)

5. aller (présent)

6. être (Passé composé)

Faire!

Opdrachten van p.15 en 16

De volgende opdrachten moeten al gemaakt zijn:

p.4, 5, 6, 7, 10, 11, 12, 13