CARNAVAL 2021

CARNAVAL
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
LevensbeschouwingBasisschoolGroep 5-7

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

CARNAVAL

Slide 1 - Tekstslide

Waarom viert men carnaval?
A
Het is een feest vóór de vastenperiode.
B
Het is de vastenperiode voor Pasen.
C
Het is om verboden dingen te mogen doen.
D
Het is een viering na de Kerst.

Slide 2 - Quizvraag

Hoe noemen we de opening van het carnavalsseizoen?

Slide 3 - Open vraag

Hoe heet het feest voor leerlingen op vrijdagmiddag in Roermond?
A
Leerlingenfestijn
B
Scholierencarnaval
C
Studentenvastelaovend
D
Sjtasiefestatie

Slide 4 - Quizvraag

Hoe noemen we deze persoon?
A
Vorst
B
Koning
C
Keizer
D
Prins

Slide 5 - Quizvraag

Wat smeert men op het gezicht als toevoeging op het verkleden?

Slide 6 - Open vraag

Carnaval in andere landen
In het buitenland viert men ook versies van carnaval. In Duitsland noemt men het "Fasching". In New Orleans (VS) heet het Mardi Gras. In Brazilië vieren ze het Carnaval van Rio de Janeiro. Het carnaval van Venetië (Italië) herkennen we aan de traditionele kledij en maskers. Zo zijn er vele versies van carnaval die wisselen van duur en invulling!

Slide 7 - Tekstslide

Carnavalstradities
Carnaval kent ook vele verschillende tradities. Wie weet de antwoorden op de volgende vragen over deze tradities?

Slide 8 - Tekstslide

de geschiedenis
Carnaval / vastelaovend is een volksfeest dat in februari of maart plaatsvindt. De precieze datum hangt af van Pasen; het carnaval is altijd zeven weken daarvoor. Het is de bedoeling dat je nog even 'uit je dak gaat' en gek doet voordat de vastentijd begint. De vastentijd is een tijd van matiging, eenvoud en bezinning.

Het carnaval duurt officieel van zondag tot en met dinsdag. Maar in veel steden is er op zaterdag al een carnavalsoptocht. De dinsdag heet vette dinsdag (dan mocht je nog even lekker veel en vet eten voordat het vasten begon) en de woensdag na het carnaval heet Aswoensdag. Vroeger ging iedereen dan naar de kerk om een askruisje te gaan halen. De priester zette dan een askruisje op je voorhoofd. Die as kwam van de verbranding van de overgebleven buxus-takjes die het jaar ervoor met Palmzondag in de kerk waren uitgedeeld aan de kerkgangers.

Slide 9 - Tekstslide

Hoe noemen ze carnaval in Limburg?
A
Carnaval
B
Kernevel
C
Vastelaovend
D
Vastenavond

Slide 10 - Quizvraag

De geschiedenis
1. Voor de naam 'Carnaval' zijn een aantal verklaringen. Het meest waarschijnlijk is dat de naam komt van woord 'Carnevale', wat in het Latijn 'vaarwel vlees' betekent. Dus afscheid nemen van het vlees. Tijdens de vastentijd at men geen vlees. Nou was dat voor heel veel mensen in de Middeleeuwen, maar ook daarna niet zo'n heel groot punt. De mensen waren vaak veel te arm om vlees te kunnen eten.

2. Maar het woord zou ook kunnen komen van een ander Latijns woord, nl. 'Carrus Navalis'. Letterlijk betekent dit woord scheepswagen. Een schip op wielen. Het was een narrenschip. In het schip zaten narren of zotten. Grappenmakers die de mensen belachelijk maakten. Maar ook de oude Grieken reden hun wijngod Dionysos op een schip met wielen rond.

3. Een derde betekenis zou nog kunnen zijn dat carnaval iets te maken zou hebben met een schip van een Germaanse zeegod, die met dit schip het Germaanse Midwinterfeest zou bezoeken.

Slide 11 - Tekstslide

Wat betekent het woord carnaval?
A
Vaarwel feest
B
Vaarwel bier
C
Vaarwel vlees
D
Vaarwel

Slide 12 - Quizvraag

geschiedenis
De oude Germanen hadden in de winter een moeilijke tijd. Zij vierden in het voorjaar een feest omdat de zon weer langer was gaan schijnen, de natuur weer begon te leven en de koude winter eindelijk voorbij was. Het waren vaak lichtfeesten en feesten om de goden te vragen om een voorspoedige oogst. De boze geesten werden verjaagd met maskers en harde geluiden (ratels) bij hun gezangen, dansen en optochten. Toen Europa in latere tijd werd bekeerd tot het christendom, wilde de kerk de heidense feesten niet zomaar verbieden. Dan zouden de oude Germanen alleen maar in opstand komen. Het oude midwinterfeest dat eind december werd gevierd werd 'omgedoopt' tot het kerkelijk kerstfeest en het carnavalsfeest kwam voor de vastentijd, de 40 dagen voor Pasen. Zo kregen de heidense feesten een christelijk tintje.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Hoe noem je de woensdag na carnaval
A
Kruisjeswoensdag
B
Haringhapwoensdag
C
Aswoensdag

Slide 15 - Quizvraag

Wat doe je na carnaval?
A
Uitkateren
B
Bidden
C
Vasten
D
Naar de kerk gaan

Slide 16 - Quizvraag

Hoe lang duurt de vastenperiode?
A
30 dagen
B
40 dagen
C
45 dagen
D
60 dagen

Slide 17 - Quizvraag

Met welk feest wordt de vastenperiode afgesloten?
A
Pasen
B
Hemelvaart
C
Pinksteren
D
Kerst

Slide 18 - Quizvraag

2

Slide 19 - Video

00:24
Waarom wilde men de geesten verjagen?
A
Omdat die de baas speelden
B
Omdat ze zo lelijk waren
C
Om de koude winter te verjagen
D
om plaats te maken voor de zomergeesten

Slide 20 - Quizvraag

01:25
Uit welk land komt de groet "Alaaf"?

Slide 21 - Open vraag

Wanneer werd carnaval voor het eerst gevierd?
A
middeleeuwen
B
Gouden eeuw
C
prehistorie
D
1950

Slide 22 - Quizvraag

Wat weet je nu over carnaval?

Slide 23 - Woordweb

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video

Carnaval is niet zoals Kerstmis elk jaar op dezelfde dag. Waar heeft dat mee te maken?
A
Wanneer de carnavalsverenigingen het graag willen
B
Wanneer de voorjaarsvakantie valt
C
Wanneer Pasen is en dat is op de eerste zondag na de eerste volle maan van de lente
D
111 dagen voor Pasen

Slide 26 - Quizvraag

Carnaval is niet zoals Kerstmis elk jaar op dezelfde dag. Waar heeft dat mee te maken?
A
Wanneer de carnavalsverenigingen het graag willen
B
Wanneer de voorjaarsvakantie valt
C
Wanneer Pasen is en dat is op de eerste zondag na de eerste volle maan van de lente
D
111 dagen voor Pasen

Slide 27 - Quizvraag

Hoeveel dagen duurt de vastentijd?
A
11
B
111
C
40
D
44

Slide 28 - Quizvraag