H2: W.20: Lektion 5 GR. E tijdsbepalingen

Heute
  • Herhaling ontleden 1e, 3e en 4e naamval
  • Herhaling voorzetsels 3e naamval 
Welchselunterricht 2021
Herzlich Willkommen! 
Deine Schulsachen bitte auf den Tisch!

1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Heute
  • Herhaling ontleden 1e, 3e en 4e naamval
  • Herhaling voorzetsels 3e naamval 
Welchselunterricht 2021
Herzlich Willkommen! 
Deine Schulsachen bitte auf den Tisch!

Slide 1 - Tekstslide

  1. Unterrichtsziele erzählen
  2. SO afspreken (vrijdag en woensdag)
  3. Kapitel 4: Grammatik E wiederholen
  4. Hausaufgaben


             


Während der Unterrichtsstunde:

Slide 2 - Tekstslide

Heute
  • Herhaling ontleden 1e, 3e en 4e naamval
  • Herhaling voorzetsels 3e naamval 
Unterrichtsziele:
  • Je kunt tijdsbepalingen maken in het Duits.



Slide 3 - Tekstslide

Lektion 5  - Grammatik E
[1] Wat zijn tijdsbepalingen?
[2] Welke 4 woordjes leer je in het Duits om een tijdsbepaling aan te geven?


  • Geeft aan wanneer iets gebeurt.
  • im, am, um, von...bis


Slide 4 - Tekstslide

Lektion 5  - Grammatik E
in december
in de lente
op maandag
's middags
om 11.30 uur
van 11 tot  13

  • im Dezember
  • im Frühling
  • am Montag
  • am Mittag
  • um halb zwölf
  • von elf bis dreizehn Uhr
Ihr macht jetzt:
Lektion 5: Aufgabe 12

Slide 5 - Tekstslide

Was wisst ihr schon über Berlin?

Slide 6 - Woordweb

Anfang Kapitel 5
Such bitte Seiten 99/100 im Arbeitsbuch.
Wir machen aus Lektion 1 Aufgabe 1, 2 und 3

Neue Wörter vorlesen

Slide 7 - Tekstslide

Kapitel 5 Lektion 1 - Hausaufgaben
Ihr macht:
Lektion 1: 
Lektion 5: 10, 11, 12

Ihr lernt aus Kapitel 4:
x Lektionen 1-5
x Grammatik A-E

Slide 8 - Tekstslide

Lektion 4  - 
Grammatik D
[1] jij leest 
[2] ik lees 
[3] zij neemt 
[4] hij eet 
[5] jij slaapt 
  • du liest
  • ich lese
  • sie nimmt
  • er isst
  • du schläfst

Slide 9 - Tekstslide

Lektion 4 
1 Blijf je voor het eten? 
2 Hij geeft haar een cadeau. 
3 Ik vind de taart lekker. 
4 We kopen iets moois voor hem
5 Zij lust graag aardbeien. 
6 Breng je iets voor ons mee? 
7 We nodigen jullie uit. 
8 Ik heb u niet begrepen. 
  • Bleibst du zum Essen? 1e
  • Er gibt ihr ein Geschenk. 3e
  • Ich finde die Torte lecker. 1e
  • Wir kaufen ihm etwas Schönes. 3e
  • Sie mag gern Erdbeeren. 1e
  • Bringst du uns etwas mit? 3e
  • Wir laden euch ein. 4e
  • Ich habe Sie nicht verstanden. 4e
Een persoonlijke voornaamwoorden in de 1e, 3e en 4e naamval

Slide 10 - Tekstslide

Lektion 1 - Übung machen
Such bitte Aufgabe 10 im Arbeitsbuch, Seite 14.
Wir machen/besprechen sie zusammen.



Slide 11 - Tekstslide

Lektion 1 - Grammatik A
Een zin ontleden:
Mein. . . Bruder kaufe ich ein. . . Tüte Chips.
Ich gebe mein. . . Freunde. . . kein. . . Bonbons. 
Kannst du ein. . . Kaiserschmarren (m) für uns machen?

1. Wie/wat [werkwoord]?                 
4. Wat/wie [werkwoord]  (. . .)?           
3. Aan/voor wie [werkwoord] (. . .)? 



Slide 12 - Tekstslide

Lektion 2 - Grammatik C
Werkwoorden met de 1e, 3e of 4e naamval:
In het Duits hebben veel werkwoorden een vaste naamval.



Werkwoorden +1e
Werkwoorden +3e
Werkwoorden +4e
sein          zijn
werden   worden
bleiben    blijven
danken        bedanken
gefallen       bevallen
gehören      behoren
glauben       geloven
gratulieren  feliciteren
helfen          helpen
schmecken smaken
fragen        vragen
es gibt        er is / er zijn
bitten         om hulp                                                vragen/verzoeken

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Heute
  • Herhaling ontleden 1e, 3e en 4e naamval
  • Herhaling voorzetsels 3e naamval 
Leervragen:
[1] Maak een korte zin in het Duits met de woorden ontbijt, honing & brood.
[2] Hoe zeg je in het Duits dat er in het weekend altijd verse broodjes zijn. 
[3] Maak een zin in het Nederlands met de woorden der Grund & die Zeitung erin.

Wiederholung!
Wortschatz
Antwoorden:
  • [1] Eigen antwoord
  • [2] Am Wochenende gibt es immer frische Brötchen.
  • [3]Een goede reden om de krant te lezen, is om het nieuws te kunnen volgen.

Slide 15 - Tekstslide

Heute
  • Herhaling ontleden 1e, 3e en 4e naamval
  • Herhaling voorzetsels 3e naamval 
  1. Wisst ihr es schon..?
  2. Unterrichtsziele
  3. Lektion 6 abschließen


             


Während der Unterrichtsstunde:
wiederholen

Slide 16 - Tekstslide