Lijdend voorwerp
1 / 14
Lesduur is: 15 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Wij gaan een paw patrol taart kopen.
A
taart
B
een paw patrol taart
C
een taart
D
kopen
Slide 3 - Quizvraag
Alle leerlingen hebben een lolly.
Slide 4 - Open vraag
De jongens gooiden gehaktballen.
A
gooiden
B
gehaktballen
C
gooiden gehaktballen
D
de jongens
Slide 5 - Quizvraag
De mac verkoopt nu een box van 50 kipnuggets.
Slide 6 - Open vraag
Ik
heb
een boek
gekocht.
Onderwerp
werkwoordelijk gezegde
lijdend voorwerp
persoonsvorm
Slide 7 - Sleepvraag
Hij waarschuwde haar niet op tijd.
A
Haar
B
op tijd
C
waarschuwde
D
Hij
Slide 8 - Quizvraag
Slide 9 - Video
De buurman laat de hond uit.
Slide 10 - Open vraag
Kerst is helaas al lang voorbij.
A
helaas
B
kert
C
kerst
D
kers
Slide 11 - Quizvraag
Zij heeft heel erg veel zin in haar verdiende pauze.
Slide 12 - Open vraag
Het kleine kindje spuugt de spruitjes uit.
A
spuugt
B
Het kleine kindje
C
uitspugen
D
de spruitjes
