Start - Wat is faalangst?

Training 1
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
MentorlesMiddelbare schoolvmbo b, k, mavo, havo, vwoLeerjaar 1-3

In deze les zitten 30 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Training 1

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vandaag
  • kennismaken
  • Afspraken
  • Video
  • wat is faalangst?
  • soorten faalangst
  • doel(en) stellen
  • afsluitend spel

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vertel eens over jezelf:

Over je familie.
Wat vind je leuk om te doen (sport/hobby/vrije tijd)?
Wat heb je in de vakantie gedaan?

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afspraken 
  • Vertrouwelijkheid: alles wat jij inbrengt is van jou en van niemand anders. 
  • Niets is gek.
  • Kom altijd naar de bijeenkomsten. Mocht er iets tussenkomen meld je dan af via teams of mail. S.vanderwal-zwalve
  • Nog meer afspraken? 








Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Video
Video Hans Teeuwen.

Let goed op wat je opvalt.
Wat gebeurt er lichamelijk 
met hem?

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Faalangst:
Iets wel kunnen, maar bang zijn voor een slechte prestatie, dat het je niet (meer) lukt. 
Je voelt de druk vanuit jezelf of misschien vanuit anderen. 

Onwerkelijke Angst of paniek

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aandacht
Je voelt paniek opkomen in je lichaam. Je wilt je er tegen verzetten. Neeee

Wat je aandacht geeft gaat groeien!

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Signalen van faalangst
  • Angst om iets nieuws te proberen
  • Uitstellen van de dingen die je moet gaan doen.
  • Weinig zelfvertrouwen hebben. Geen fouten mogen maken.
  • Negatieve uitspraken en negatieve gedachten: "Ik kan het toch niet"
    "Gaat vast weer
    mis"
  • Alles perfect moeten doen.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Faalangst top 10 

1. Hartkloppingen
2. Zweten
3. Buikpijn/diaree
4. Droge mond
5. Snellere ademhaling


6. Hoofdpijn
7. Geen honger
8. Slecht slapen
9. Trillende handen
10. Black-out

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Checklist
Vul de checklist faalangst in.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

ANGST
1. werkelijke angst
2. onwerkelijke angst  (= angst voor herhaling)
--------------------------------------------------------------------
FAALANGST IS ANGST VOOR HERHALING



Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Angst
Hoort bij het leven en is eigenlijk een emotie.

Gevaarlijke situatie: 
vecht of vlucht....levensgevaarlijk: bevriezen.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Klopt het?
Angst voor: presenteren, toetsen en klassikaal iets doen.

Stel je zelf de vraag is het terecht dat ik bang ben? Is het een werkelijke angst?

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gebeurt er?


Vul het werkblad 'Angst' in.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

WAT GEBEURT ER BIJ FAALANGST?
                         Adrenaline                                                                                                                 vechten
                                   vluchten
                                    bevriezen
Noradrenaline                                           

Lichaam aan - hersenen uit - denken uit

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bevriezen
Soms ben je zo angstig dat je niet meer kunt vechten en vluchten!
Dan BEVRIES je.
BLACK OUT

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vechten
Er valt een klein jongetje in de vijver. Je bedenkt je niet en springt er achter aan om hem te redden!
Dat is VECHTEN.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vluchten

Je loopt de straat op om over te steken. Op het moment dat je de straat op loopt, hoor je een keiharde toeter. Je vlucht van de weg en red jezelf. Dat is VLUCHTEN.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

WAT ZIJN DE GEVOLGEN 
VAN FAALANGST?

  • - je kunt niet meer denken
  • - je voelt nog meer angst!
  • - je kunt nog minder denken!
  • - er komt steeds minder bloed naar je hersenen
  • - je raakt in paniek
  • - er ontstaat een black-out!

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

4 soorten faalangst
  • Cognitieve faalangst :bij deze vorm heb je grote twijfels over je eigen kunnen. De gedachte: ‘ik kan het niet’ of ‘ik ben te dom’ zorgt voor een blokkade. Het komt voor bij toetsen en examens
  • Sociale faalangst: bij deze vorm ben je bang voor wat anderen over jou zullen denken. Je hebt moeite met vragen stellen of met presteren. Je wilt anderen niet teleurstellen. 
  • Motorische faalangst: bij deze vorm raakt je lichaam zijn normale concentratievermogen kwijt onder invloed van te grote druk of te hoge verwachtingen. Het komt voor bij sportwedstrijden of bij plankenkoorts. 

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

4 soorten faalangst
  • Verborgen faalangst :bij deze vorm leg je de lat zo hoog voor jezelf dat je onder te grote stress werkt. Je resultaten kunnen nog wel goed zijn, maar de spanning is ongezond hoog. Deze vorm wijst op perfectionisme

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke soort?
Wat past er bij jou?

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Jouw doel
Schrijf deze week een haalbaar doel voor jezelf op. 
Wat wil je met deze trainingen bereiken?

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vervolg

  • Ontspannen - 
  • mijn gedachten de baas -
  • relaxed studeren kun je leren -  mei
  • vertrouwen - zelfvertrouwen
  • Afsluitende les - 

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verwachtingen

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Tekstslide

De verklaring is meestal dat deze olifant al als jong gevangen is genomen en aan de ketting is gezet. Toen heeft die jonge olifant vaak geprobeerd zich los te trekken, maar dat lukte niet. Dus heeft de olifant afgeleerd om het zelfs maar te proberen. En nu hij volwassen en sterk genoeg is om zich los te rukken, blijft hij braaf aan de ketting zitten.
De analogie met persoonlijke veranderprocessen ontgaat je vast niet. Als het een paar keer is mislukt om iets te veranderen, ben je afgeleerd het zelf nog maar te proberen. Ook al ben je inmiddels sterk genoeg om voor elkaar te krijgen wat je zou willen.
Maar je bent geen olifant. Je hebt dat stemmetje in je achterhoofd en je weet dat je jezelf voor de gek houdt. Je kent je eigen kracht wel!