Burgerschap oa leerjaar 3

1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapPraktijkonderwijsLeerjaar 3

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Opvallend artikelen afgelopen week:

Slide 3 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Vorige week?

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht:

Ga op de site van de NOS op zoek naar drie artikelen die je het meest aanspreken binnen het nieuws van afgelopen week.
Neem de artikelen door, zodat je de artikelen kan presenteren aan je buurman of buurvrouw.



Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

                Opdracht presenteren
 Presentatie volgende week



Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

                            Aan de slag:

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

           Portfolio - Magazine  

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Noem verschillende
vormen van media

Slide 10 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies


Wat zijn media?

  • Je hebt media die eenzijdig communiceren (krant, televisie, radio, film),
  • maar je hebt ook media die meerzijdig communiceren (sociale media)

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Functies van media
  • Informatie 
  • Educatie 
  • Meningsvorming 
  • Amusement of vermaak 
  • Reclame 

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Kenmerken van sociale media

  • Online platformen en massacommunicatie
  • Werken meestal via apps
  • De gebruikers maken de inhoud, vaak met weinig controle door het platform
  • Veel interactie tussen de gebruikers
  • Meestal miljoenen gebruikers

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Stelling:
Sociale media heeft een negatieve invloed op mij.

Slide 14 - Poll

Stelling: Sociale media heeft een negatieve invloed op mij.
Doe: Vraag de leerlingen of sociale media een negatieve invloed heeft op hen. 

Behandel de interactieve onderdelen in de klas met www.lessonup.app. Hebben de leerlingen geen devices? Behandel de vragen/opdrachten dan klassikaal.

Vraag door:
  • Waarom hebben leerlingen voor eens of oneens gekozen?
  • Op welke manieren kan het positief zijn?
  • Op welke manieren kan het negatief zijn?
44%
van de Nederlandse sociale mediagebruikers geeft aan dat het een negatieve invloed op hen heeft.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Voordelen van sociale media

  • meestal leuk, eenvoudig en gratis in gebruik
  • je leert makkelijk nieuwe mensen kennen en je kunt zelfs beroemd worden
  • de wereld wordt 'kleiner': je leert veel over andere delen in de wereld
  • snel en makkelijk verspreiden van nieuws
  • het biedt vrijheid van meningsuiting en persvrijheid als dit niet is toegestaan


Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Nadelen van sociale media

  • Bedreiging, afpersing en online pesten kunnen voorkomen
  • Het kan té anoniem zijn
  • Verschil tussen "Wat is waar? en "Wat is nepnieuws?" is soms onduidelijk
  • Privacy is soms in gevaar



Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Video

Deze slide heeft geen instructies


Nadelen van sociale media

  • Het kan verslavend zijn (fear of missing out)


Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1. Grondwet en grondrechten
  • Kan je opschrijven wat de positieve en negatieve
     invloeden
    van sociale media op jou zijn?
  • 5 Minuten
  • Je mag overleggen

Slide 20 - Tekstslide

Aan het eind van de lessen kunnen de leerlingen omschrijven wat de positieve en negatieve  invloeden van sociale media op hen zijn. Daarnaast realiseren ze zich wat voor invloed posts op een ander/zichzelf kunnen hebben.
positief
negatief
Noem drie positieve en drie negatieve effecten van sociale media voor jou.
timer
5:00

Slide 21 - Woordweb

Woordweb - Venndiagram
Doel: De leerlingen achterhalen voor zichzelf wat ze positief en negatief vinden aan sociale media.

Doe (klassikaal): Laat de leerlingen voor het positieve deel drie effecten opschrijven over sociale media. Laat de leerlingen daarna drie negatieve effecten opschrijven. Welke woorden komen overeen bij beide en komen in het midden?

Doe (individueel): Geef alle leerlingen de bijlage Venndiagram Offline Online Identiteit. Laat de leerlingen voor zichzelf kernwoorden opschrijven die voor hun positieve en negatieve effecten zijn op sociale media. Welke woorden omvatten beide? Zet deze in het midden.

De ruimte buiten het venn diagram kan ingezet worden voor dingen die je voor jezelf houdt en liever niet deelt.
1. Grondwet en grondrechten
Positieve effecten
Negatieve effecten
  • Stress
  • Verslaving
  • Verkeerde informatie
  • Eenzaamheid
  • Alleen maar positief
  • Geen échte gesprekken
  • Trollen/ pesten
  • Meer alleen
  • Minder slaap
  • Vertekend lichaamsbeeld
  • FOMO (Fear Of Missing Out)
  • (Leeftijds)ongeschikte inhoud
  • Vermaak
  • Ontspanning
  • Online leren
  • Verbondenheid
  • Gevoelens uiten
  • Interactiviteit
  • Leuke reacties
  • Versterkt vriendschappen
  • Plek om je gehoord te voelen
  • Zelfexpressie
  • Nieuws verspreiden
  • Creativiteit

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide zet de positieve en negatieve effecten van sociale media tegenover elkaar.

Welke woorden ontbreken er nog volgens jullie? In welke woorden kunnen de leerlingen zich wel/niet vinden?
1. Grondwet en grondrechten
Googlen

Slide 23 - Tekstslide

Google jezelf (slide 10-15)
Opdracht: De leerlingen gaan in deze opdracht achterhalen wat er allemaal over hunzelf online te vinden is en welke indruk dit achter kan laten op anderen (later).

Wist je dat, door het zogeheten primacy-effect, de eigenschappen die als eerst worden genoemd en onthouden, langer blijven hangen en een grotere invloed hebben op het beeld dat je hebt van iemand?

Ook de negativity bias speelt een rol bij het vormen van een eerste indruk. Wij hebben de neiging meer waarde te hechten aan iets negatiefs dan aan iets positiefs. Dit maakt het lastiger om een eerste indruk te veranderen.
1. Grondwet en grondrechten

Google je klasgenoot en hij/zij googelt jou.
Incognito modes: Waarom? 

  • Wat vind je van/over de ander? Noteer dit. 
  • Zie je vreemde dingen van of over diegene?
  • Dat wat je klasgenoot kan vinden, kunnen anderen ook vinden.
     Dus ook je toekomstige (stage)begeleider en werkgever.
Wat ga je doen?
timer
10:00

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe verwerk je dit in je magazine?

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Zou jij je klasgenoot aanraden
iets te veranderen aan zijn/haar posts?

Slide 26 - Poll

Poll
Vraag: Zou jij je klasgenoot aanraden iets te veranderen aan zijn/haar posts?
Doe: Behandel de antwoorden anoniem.

Wat is jou het meest bijgebleven uit de speurtocht over jezelf?

Slide 27 - Open vraag

Open vraag: Wat is jou het meest bijgebleven uit de speurtocht over jezelf?

Deze vraag wordt anoniem behandeld.