Klas 3 werkwoorden -er, -ir, -re

Klas 3 Frans
  • binnenkomst: tas, boek, opgeladen laptop
  • tijdens de les: 'silence en 5 secondes: 5-4-3-2-1-zero'
  • afronding van de les: 
              1. werk tot 5-4-3-2-1-0
              2. evaluatie lesdoel
              3. spullen inpakken
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Klas 3 Frans
  • binnenkomst: tas, boek, opgeladen laptop
  • tijdens de les: 'silence en 5 secondes: 5-4-3-2-1-zero'
  • afronding van de les: 
              1. werk tot 5-4-3-2-1-0
              2. evaluatie lesdoel
              3. spullen inpakken

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bienvenue!
à la classe de français


Asseyez-vous !

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

La compétition entre les groupes
jullie score wordt bijgehouden!

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Qui est-ce?
timer
10:00

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maintenant ...


... prend ton cahier ou fais un document pour les notes de grammaire

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

but du cours
Ik kan regelmatige werkwoorden op -er, -ir en -re goed vervoegen in een Franse zin in de présent (tegenwoordige tijd) , in de passé composé en in de imparfait.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

werkwoorden 'vervoegen'???

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3 typen regelmatige werkwoorden
  • Hierbij kun je de regels volgen
  • elk werkwoord dat zo eindigt, houdt zich aan dezelfde regel
  • werkwoorden die eindigen op -er (bijv. parler), op -ir (bijv. finir) en op -re (bijv. répondre)
-ER
-IR
-RE

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

-ER
exemples

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bijv. FINIR (eindigen)
je fin
tu fin
il/elle/on fin
nous fin
vous fin
ils/elles fin
is
is
it
issons
issez
issent
-IR

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

RÉPONDRE (antwoorden)
je répond
tu répond
il/elle/on répond
nous répond
vous répond
ils/elles répond
s
s
ons
ez
ent
-RE

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Passé composé

j'ai parlé
tu as parlé
il a parlé
nous avons parlé
vous avez parlé
ils ont parlé
Présent

je parle
tu parles
il parle
nous parlons
vous parlez
ils parlent

Slide 15 - Tekstslide

Imparfait
je parlais
tu parlais
il parlait
nous parlions
vous parliez
ils parlaien
Présent
je finis
tu finis
il finit
elle afini
nous finissons
vous finissez
ils finissent
elles finissent

Passé composé
j'ai fini
tu as fini
il a fini
elle a fini
nous avons fini
vous avez fini
ils ont fini
elles ont fini
Imparfait
je finissais
tu finissais
il finissait
nous finissions
vous finissiez
ils finissaient

Slide 16 - Tekstslide

Imparfait

je finissais
tu finissais
il finissait
nous finissions
vous finissiez
ils finissaient
elles finissaient
La compétition entre les groupes
jullie score wordt bijgehouden!

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Regarder: je (ik kijk)
A
je regarde
B
je regardes
C
je regardet
D
je regard

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Finir: il/elle/on (hij/zij/men eindigt)
A
il/elle/on fini
B
il/elle/on finis
C
il/elle/on finit
D
il/elle/on fin

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

perdre: il (hij verliest)
A
il per
B
il perde
C
il pert
D
il perd

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Rester: tu (jij blijft)
A
tu reste
B
tu restes
C
tu restet
D
tu rest

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Finir: vous (jullie eindigen/ u eindigt)
A
vous finez
B
vous finirez
C
vous finissons
D
vous finissez

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Regarder: nous (wij kijken)
A
nous regarde
B
nous regardes
C
nous regardons
D
nous regardez

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

répondre: je (ik antwoord)
A
je réponds
B
je répondu
C
je répond
D
je répondt

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

grandir: vous (jullie groeien/ u groeit)
A
vous grandez
B
vous grandirez
C
vous grandissons
D
vous grandissez

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

chercher: ils/ elles (zij zoeken)
A
ils cherche
B
ils cherchent
C
ils cherchons
D
ils cherchez

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

le but du cours
Ik kan regelmatige werkwoorden op -er, -ir en -re goed vervoegen in een Franse zin in de présent (tegenwoordige tijd)
Les devoirs:

Exitticket: ingevulde agenda laten zien

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Au revoir tout le monde



et à bientôt!

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies