KWT schrijven verslag

Wat gaan we in deze keuze module doen?

Je gaat een hoofdvraag en deelvragen bedenken voor een door jouw gekozen onderwerp.
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
KeuzemoduleMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Wat gaan we in deze keuze module doen?

Je gaat een hoofdvraag en deelvragen bedenken voor een door jouw gekozen onderwerp.

Slide 1 - Tekstslide

Kies een geschikt onderwerp
Wat vind je interessant?
Is er voldoende informatie over te vinden?
Weet je al veel van het onderwerp?

Slide 2 - Tekstslide

Wat gaan we nu doen..
Je gaat een hoofdvraag bedenken bij jouw onderwerp.

Slide 3 - Tekstslide

Een goede hoofdvraag
  1. De hoofdvraag is één vraag;
  2. De hoofdvraag is helder geformuleerd;
  3. De hoofdvraag is niet met ‘ja’ of ‘nee’ te beantwoorden;
  4. De hoofdvraag is afgebakend;
  5. De hoofdvraag is haalbaar om te onderzoeken;
  6. De hoofdvraag is niet Google-baar.

Slide 4 - Tekstslide

Deelvragen
  • Je moet een onderzoeksvraag opdelen in een aantal deelvragen.
  • Deze deelvragen helpen je om je onderzoeksvraag te beantwoorden.

Slide 5 - Tekstslide

Planning
19-9 -> bedenken hoofdvraag en deelvragen
26-9-> uitweren eerste deelvraag
3-10-> uitwerken tweede deelvraag
24-10-> uitwerken derde deelvraag
31-10-> uitwerken voorwoord, conclusie, opmaak etc.
7-11-> Inleveren van het complete verslag digitaal (magister ) en op papier



Slide 6 - Tekstslide

deelvraag
De kenmerken van een goede deelvraag komen vrijwel geheel overeen met de kenmerken van een goede hoofdvraag. Maar daarnaast heeft een deelvraag nog andere kenmerken:

  • De deelvragen zijn minder complex dan de hoofdvraag.
  • Je combineert niet twee typen onderzoeksvragen met elkaar.
  • Je stelt alleen deelvragen op die je per se nodig hebt om je hoofdvraag te beantwoorden.
  • Je stelt altijd wel één of twee beschrijvende of vergelijkende deelvragen op.

Slide 7 - Tekstslide

De deelvragen staan vaak in een logische volgorde. Door de eerste deelvraag te beantwoorden kun je aan de slag met de tweede deelvraag. Je begint altijd met de beschrijvende en vergelijkende vragen.

Slide 8 - Tekstslide

Beschrijvende vraag
Wat zijn de kenmerken? Wie moet dit uitvoeren? Hoe ziet het eruit?

Slide 9 - Tekstslide

Vergelijkende vraag
Wat zijn de verschillen? Wat zijn de overeenkomsten? In welke opzichten zijn ze anders? Op welke punten lijken ze op elkaar?

Slide 10 - Tekstslide

Definiërende vraag
In welk stadium is de ontwikkeling? Hoe kan deze getypeerd worden? Waar is het een voorbeeld van? Hoort het bij deze categorie?

Slide 11 - Tekstslide

Evaluerende, normatieve vraag
Wat zijn de positieve punten? Wat is de waarde ervan? Hoe goed werkt het? Hoe geschikt is het? Hoe wenselijk is…? Wat zijn voordelen of nadelen?

Slide 12 - Tekstslide

Verklarende, explorerende vraag
Waar is dit een gevolg van? Hoe komt dat? Wat zijn de oorzaken?

Slide 13 - Tekstslide

Voorspellende vraag
In welke mate zal..? Waar zal dat toe leiden? Zal in de toekomst..? Waar moet organisatie X op zijn voorbereid?

Slide 14 - Tekstslide

Ontwerpende, probleemoplossende en adviserende vraag



Hoe kan ervoor gezorgd worden dat…? Hoe moet…? Wat kan er gedaan worden om dit op te lossen?

Slide 15 - Tekstslide

https://www.scribbr.nl/starten-met-je-scriptie/type-onderzoeksvragen/

Slide 16 - Tekstslide