signaalwoorden Frans

Signaalwoorden
'Les connecteurs'
+ woorden uit de tekst over dromen
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Signaalwoorden
'Les connecteurs'
+ woorden uit de tekst over dromen

Slide 1 - Tekstslide

Comment lire un texte sans tout comprendre

Slide 2 - Tekstslide

Wat zijn signaalwoorden?
Woord of woordgroep waarmee een bepaald verband wordt aangegeven tussen verschillende alinea's of zinnen.

Slide 3 - Tekstslide

betekenis van signaalwoorden

Slide 4 - Tekstslide

bref
A
vervolgens
B
kortom
C
verder

Slide 5 - Quizvraag

OU
A
OF
B
EN
C
MAAR
D
WAAR

Slide 6 - Quizvraag

MAINTENANT
A
VANDAAG
B
MORGEN
C
MAAR
D
NU

Slide 7 - Quizvraag

SOUVENT
A
ALTIJD
B
VAAK
C
SOMS
D
TOCH

Slide 8 - Quizvraag

DONC
A
MEER
B
VOORDAT
C
ZONDER
D
DUS

Slide 9 - Quizvraag

TOUJOURS
A
SOMS
B
VAAK
C
ALTIJD
D
NOOIT

Slide 10 - Quizvraag

ENSUITE
A
OMDAT
B
EERST
C
VERVOLGENS
D
VOORDAT

Slide 11 - Quizvraag

PAR CONTRE
A
DAARENTEGEN
B
DAARMEE
C
ZONDER
D
SOMS

Slide 12 - Quizvraag

BIEN QUE
A
TOCH
B
MAAR
C
HOEWEL
D
DUS

Slide 13 - Quizvraag

Tegenstellingen

maar - mais
toch, echter, evenwel - pourtant
daarentegen - par contre 
in plaats van - au lieu de



Slide 14 - Tekstslide

Welk signaalwoord past?
Je suis fatigué, ______ je dois travailler.
A
comme
B
donc
C
puis
D
mais

Slide 15 - Quizvraag

Welk signaalwoord is geen tegenstelling?
A
mais
B
pour
C
par contre
D
cependant

Slide 16 - Quizvraag

Samenvatting / Conclusie 

kortom - bref
samenvattend - en résumé
dus - donc
tenslotte - enfin / finalement 

Slide 17 - Tekstslide

Welk signaalwoord past?
J'aime l'école, ______ j'espère qu'elle ouvrira bientôt ses portes.
A
donc
B
mais
C
ensuite
D
par contre

Slide 18 - Quizvraag

Welk signaalwoord geeft geen conclusie aan?
A
bref
B
donc
C
pourtant
D
enfin

Slide 19 - Quizvraag

Rêver

Slide 20 - Open vraag

Le sommeil
A
De droom
B
De slaap
C
De rouw
D
De rust

Slide 21 - Quizvraag

Un cauchemar
A
Een nachtmerrie
B
Een droom
C
Een ervaring
D
Een wekker

Slide 22 - Quizvraag

Dormir

Slide 23 - Open vraag

Un voyage intérieur

Slide 24 - Open vraag