1.5 Rekenen aan mengsels

• Scheikunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

H1.5 Rekenen aan mengsels

Deze les

• Toets donderdag 6 oktober: Hoofdstuk 1
• Uitleg H1.5 Rekenen aan mengsels
• Oefenen met opdrachten
• Afsluiting 

Toets 6 oktober

Leerstof: Hoofdstuk 1

Weging: 2x

Hulpmiddelen: rekenmachine

Toets 6 oktober

HW vóór dinsdag 4 oktober: 

• maken Proefwerkopgaven (blz 33)
• nakijken met andere kleur pen
• evalueren: wat gaat goed? wat beheers je nog onvoldoende?
• inleveren via Teams (deadline: voor aanvang les 4 oktober)

Lesdoelen

• Je leert rekenen met :

• massapercentage
• volumepercentage
• promillage
• concentratie
• oplosbaarheid

Percentage

Percentage = deel van het geheel

Bij vaste stof: massapercentage

Bij vloeistof of gas: volumepercentage

Promillage

Gebruik bij kleine gehaltes

Opdracht

Wat is het massapercentage suiker in krokante muesli?

Volumepercentage

Opdracht

Hoeveel gram pinda's zit er in een pot pindakaas van 600 gram?

Opdracht

Hoeveel mL appelsap zit er in deze fles?

Opdracht

Hoeveel mL alcohol mag er maximaal in het bloed zitten? Ga uit van een totaal van 6 liter bloed.

Concentratie

• Bij vaste stof in vloeistof
• g/L of mg/mL

Vloeibare paracetamol: 120mg in 5 mL. 

Wat is de concentratie?

Oplosbaarheid

Maximale concentratie van een stof in een oplossing

Oplosbaarheid

Als de temperatuur van een vloeistof toeneemt...

... neemt bij vaste stoffen de oplosbaarheid toe

... neemt bij gassen de oplosbaarheid af

Aan de slag

• LEZEN H1.5
• MAKEN  Opdrachten 38, 39, 43, 44, 45,46, 48 en 49

Afsluiting

Volgende les: Oefenen rekenen aan mengsels