Uitleg en oefenen bijvoeglijk naamwoord

1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Kijk bij het grammatica overzicht achter in je boek 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ik ken de uitgangen van het bijvoeglijk naamwoord
😒🙁😐🙂😃

Slide 5 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Das grün___ Gemüse (o) schmeckt wirklich lecker
A
grünen
B
grünes
C
grüne
D
grünem

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Die gesund _ Butterbrote (mv) hat seine nette Mutter für ihn gemacht
A
gesunden
B
gesundes
C
gesunde
D
gesund

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Die Lehrerin erklärt dem faul__ Schüler (m) die Grammatik nochmal
A
faul
B
faulen
C
faulem
D
faules

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Die Lehrerin erklärt den faul__ Schülern (mv) die Grammatik nochmal
A
faul
B
faulen
C
faulen
D
faules

Slide 9 - Quizvraag

VWO vraag: let op: Schüler is in dit geval meervoud, te zien aan het lidwoord derde naamval meervoud
Eine sauber__ Toilette gibt es in einem niederländisch___ Zug (m) nicht.
A
sauberen
B
sauberer
C
sauberem
D
saubere

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Eine saubere Toilette gibt es in einem niederländisch__ Zug (m) nicht
A
niederländischer
B
niederländischen
C
niederländisches
D
niederländische

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Der Gruppe

Slide 12 - Woordweb

Welke woorden behoren tot de DER-Gruppe? diese jede manche welche solche alle
Laat ze ook de vertaling geven!
EIN-Gruppe

Slide 13 - Woordweb

Welke woorden behoren tot de EIN-Gruppe? Ook hier de vertaling van Nederlands naar Duits
Ik ken de woorden die bij de DER/EIN-gruppe horen uit mijn hoofd
timer
1:00
😒🙁😐🙂😃

Slide 14 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Mein klein__ Bruder ist krank geworden.
A
kleinen
B
kleine
C
kleinem
D
kleiner

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In diesem modern___ Krankenhaus (o) soll es den krank___ Patienten (mv) schnell besser gehen.
A
moderne
B
modernes
C
modernen
D
moderner

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In diesem modernen Krankenhaus soll es den krank___ Patienten (mv) schnell besser gehen.
A
kranken
B
kranke
C
krankem
D
krankem

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ein gesund __ Butterbrot (m) hat meine nett__ Mutter für sie gemacht
A
gesunder
B
gesundes
C
gesundem
D
gesunden

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ein gesundes Butterbrot (o) hat meine nett__ Mutter für sie gemacht
A
nette
B
nettes
C
nettem
D
netten

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ik kan dit foutloos toepassen
😒🙁😐🙂😃

Slide 20 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Hier ga ik nu aan werken
De rijtjes van de DER/Ein-Gruppe
Het rijtje van het bijvoegelijk naamwoord
de woorden die bij de DER/Ein Gruppe horen
Ik moet vooral veel oefenen
Ik ben lekker klaar..und tschüss!

Slide 21 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Meine älter__ Schwester studiert Medizin
A
älteren
B
älteren
C
ältere
D
älterer

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Sie wohnt in einem klein___ Appartment (o) im Zentrum
A
kleinen
B
kleinem
C
kleine
D
kleines

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ich habe ihr alt__ Zimmer bekommen!
A
alten
B
altes
C
altem
D
alte

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ein motiviert__ Schüler hatte eine Eins für Deutsch.
A
motivierter
B
motivierten
C
motivierte
D
motiviertem

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Der motiviert__ Schüler hatte eine Eins für Deutsch!
A
motivierten
B
motivierte
C
motivierter
D
motiviertem

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hockey spielen ist das einzig__Hobby (o) von dieser faul_ Schülerin.
A
einzige, faulen
B
einziges, faulem
C
einzigen,faules
D
einzige, faules

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Mein best__ Freund ist immer zu spät in der Schule
A
besten
B
bestes
C
beste
D
bester

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Für solche blöd_ Fragen (mv) habe ich keine Zeit! sagte der blöde Lehrer
A
blöde
B
blöden
C
blödem
D
blöder

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies