2F Laatste les voor toetsweek
1 / 29
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Zet in de juiste volgorde.
1.
2.
3.
4.
Oprichting Nationale Vergadering
Napoleon wordt keizer
Bestorming Bastille
Onthoofding Franse koning
Slide 2 - Sleepvraag
Slide 3 - Tekstslide
Oorzaken Franse Revolutie
Slide 4 - Woordweb
Slide 5 - Tekstslide
Eerste stand
Tweede stand
Derde stand
Loonarbeiders
Artsen
Koning
Priesters
Slide 6 - Sleepvraag
Slide 7 - Tekstslide
Wat was het doel van de trias politica?
Slide 8 - Open vraag
Slide 9 - Tekstslide
Wat past niet bij de Verlichting?
A
Onderwijs is belangrijk
B
Bestuursvorm ancien régime
C
Wereld verbeteren door je verstand te gebruiken
D
Gelijkheid is belangrijk
Slide 10 - Quizvraag
Slide 11 - Tekstslide
Welke gebeurtenissen kunnen beschouwd worden als het begin van de Franse Revolutie?
Slide 12 - Open vraag
Slide 13 - Tekstslide
Radicalen
Slide 14 - Woordweb
Slide 15 - Tekstslide
Patriotten
Oranjegezinden
Regenten
Stichters Bataafse Republiek
Aanhangers stadhouder Willem V
Tegenstanders stadhouder Willem V
Slide 16 - Sleepvraag
Slide 17 - Tekstslide
Wat wil de maker van de prent duidelijk maken? Benoem in je antwoord een voorbeeld uit de bron.
Slide 18 - Open vraag
Over welke gebeurtenis van de Franse Revolutie gaat de prent? Benoem in je antwoord een voorbeeld uit de bron.
Slide 19 - Open vraag
Wat wil de maker van de prent duidelijk maken? Benoem in je antwoord een voorbeeld uit de bron.
Slide 20 - Open vraag
Slide 21 - Tekstslide
Waar of niet waar?
In de grondwet van de Bataafse Republiek werd de standensamenleving afgeschaft.
In de grondwet van de Bataafse Republiek werd de standensamenleving afgeschaft.
A
Niet waar
B
Waar
Slide 22 - Quizvraag
Waar of niet waar?
Volgens de grondwet van de Bataafse Republiek mochten misdadigers stemmen.
Volgens de grondwet van de Bataafse Republiek mochten misdadigers stemmen.
A
Niet waar
B
Waar
Slide 23 - Quizvraag
Waar of niet waar?
In de grondwet van de Bataafse Republiek kwam er één belastingsysteem voor het hele land.
In de grondwet van de Bataafse Republiek kwam er één belastingsysteem voor het hele land.
A
Niet waar
B
Waar
Slide 24 - Quizvraag
Waar of niet waar?
Volgens de grondwet van de Bataafse Republiek mochten oranjegezinden niet stemmen.
Volgens de grondwet van de Bataafse Republiek mochten oranjegezinden niet stemmen.
A
Niet waar
B
Waar
Slide 25 - Quizvraag
Slide 26 - Tekstslide
Wat was een voorbeeld van verandering in Frankrijk tijdens het bestuur van Napoleon?
A
Rechtvaardige rechtspraak
B
Christendom
C
Hoge populariteit van Napoleon
D
Armoede onder loonarbeiders en boeren
Slide 27 - Quizvraag
Slide 28 - Tekstslide
Zet in de juiste volgorde.
1.
2.
3.
4.
Koninkrijk der Nederlanden (koning Willem I)
Provincie Franse keizerrijk
Koninkrijk Hollland (Lodewijk Napoleon)
Bataafse Republiek
