OEFENEN LESSTOF H9 KJUR

Goederenrecht hoort in het burgerlijk recht tot
A
Personen- en familie recht
B
Verbintenissenrecht
C
Vermogensrecht
D
Rechtspersonenrecht
1 / 24
volgende
Slide 1: Quizvraag
Praktische economieMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Goederenrecht hoort in het burgerlijk recht tot
A
Personen- en familie recht
B
Verbintenissenrecht
C
Vermogensrecht
D
Rechtspersonenrecht

Slide 1 - Quizvraag

Vermogensrecht bestaat uit twee delen: Goederenrecht, absoluut recht
Verbintenissenrecht, relatief recht

Zie pagina 25
Marli koopt een fiets bij de fietshandelaar.
Goederenrecht of Verbintenissenrecht?

Slide 2 - Open vraag

Verbintenissenrecht
Marli leent haar fiets uit aan haar neef Boris.
Goederenrecht of Verbintenissenrecht?

Slide 3 - Open vraag

VErbintenissenrecht
Boris is nu houder van de fiets.
Goederenrecht of Verbintenissenrecht?

Slide 4 - Open vraag

Goederenrecht, absoluutrecht (eigenaarschap/houderschap ed)
Een weiland is juridisch een?
A
Onroerende zaak
B
Roerende zaak
C
Vermogensrecht
D
Geen zaak

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een tegoed op de bank van EUR 750,- is juridisch een
A
Onroerende zaak
B
Roerende zaak
C
Vermogensrecht
D
Geen zaak

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het begrip goederen heeft juridisch een ruime betekenis. Het betreft niet alleen zaken maar ook een 'positief bestanddeel van het vermogen'. Welk begrip hoort hierbij?

Slide 7 - Open vraag

Wat vermogensrechten zijn, wordt in artikel 3:6 BW uitgelegd: ‘Rechten die, hetzij afzonderlijk hetzij tezamen met een ander recht, overdraagbaar zijn, of er toe strekken de rechthebbende stoffelijk voordeel te verschaffen, ofwel verkregen zijn in ruil voor verstrekt of in het vooruitzicht gesteld stoffelijk voordeel, zijn vermogensrechten.’
Mieke heeft een huis gekocht. Om eea te kunnen betalen heeft ze een hypotheek afgesloten bij de Rabobank. De bank is:
A
hypotheekgever en schuldeiser
B
hypotheekgever en schuldenaar
C
hypotheeknemer en schuldeiser
D
hypotheeknemer en schuldenaar

Slide 8 - Quizvraag

Als eigenaar kan je alleen hypotheekgeven. De bank is de nemer.
Erfdienstbaarheid
Recht van opstal
Pandrecht
Is de verplichting waarmee de ene onroerende zaak ten behoeve van een andere onroerende zaak is belast
Recht om in, op of boven de grond van een ander, gebouwen of beplantingen in eigendom te hebben. 
Geeft zekerheid aan een financier. Deze kan als de geldlener het geld niet terugbetaalt, het niet registergoed verkopen
Het recht om een onroerende zaak van een ander langdurig te gebruiken.

Slide 9 - Sleepvraag

erfpacht
Wat zijn voorbeelden van verkrijging onder algemene titel?
A
Fusie
B
Onteigening
C
Overdracht
D
Erfopvolging

Slide 10 - Quizvraag

Algemene titel = alle lusten en lasten
Bijzondere titel , een deel gaat over naar iemand anders

Zie ppoint sheet 13
Een voorbeeld van een verbintenis (!) is
A
Betaalplicht van de koper
B
Huur/verhuur
C
De koop/ verkoopovereenkomst
D
Alle antwoorden zijn juist

Slide 11 - Quizvraag

Een verbintenis is iets anders dan een overeenkomst. Er is hier al overeenstemming/aanvaarding, je hebt je al verbonden.
Wanneer vervalt een mondeling aanbod
A
Als niet binnen een redelijke termijn wordt aanvaard.
B
Als het niet binnen 30 dagen wordt aanvaard.
C
Als het niet meteen wordt aanvaard.
D
Als het niet binnen 7 dagen wordt aanvaard

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

DEEL 2 OEFENVRAGEN

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Noem drie eisen die de wet stelt voor een geldige overdracht van een goed:

Slide 14 - Open vraag

Beschikkingsbevoegd
Titel
Levering
Een wilsgebrek is het gebrekkig tot stand komen van de wil tot het sluiten van een overeenkomst. Hierdoor kan een overeenkomst vernietigbaar zijn. Wat is een voorbeeld van een wilsgebrek?
A
Misbruik van omstandigheden
B
Dwaling
C
Bedrog
D
Bedreiging

Slide 15 - Quizvraag

Vernietigbaar als iemand niet handelingsbevoegd bleek te zijn, maar ook als er sprake is van een wilsgebrek.

Overeenkomst:
Aanbod en aanvaarding, hbekwaam en hbevoegd 

Verkeerde voorstelling van zaken.

Dwaling is er geen sprake van opzet. 
Bij bedrog wel!

Mieke koopt in een sieradenwinkel een tweedehands ring. Ze geeft de ring aan Naomi. Achteraf blijkt dat de juwelier een gestolen ring heeft verkocht. De ketting was van Tienke.

Wie is nu eigenaar van de ring?

Slide 16 - Open vraag

Is er sprake van derdenbescherming? Ja als er sprake is van 
  • Geldige titel
  • Bezitsverschaffing
  • Verkrijging om baat (er moet voor betaald zijn)
  • Goeder trouw van de derde
  • Wegwijsplicht 

Bij diefstal geen derdenbescherming,
Tenzij sprake is consumentenkoop of geld/waardepapieren niet op naam.

Consumentenkoop:
- professionele partij is verkoper
- als koper een consument is
Piet koopt een nieuwe fiets. Deze wordt hem niet geleverd. Als de verkoper de zaak niet levert mag Piet zijn betalingsverplichting uitstellen. Dit heet?
A
Ontbinden van de overeenkomst eisen.
B
Opschorten van de eigen verplichting.
C
Nakoming van de overeenkomst eisen.
D
Toerekenbare tekortkoming

Slide 17 - Quizvraag

Wat te doen bij niet nakoming?

nakoming eisen
eigen verplichting opschorten
overeenkomst ontbinden
schadevergoeding eisen
Een kunsthandelaar biedt een namaak schilderij aan met als aanduiding dat het een echte Monet is. Daarnaast heeft hij zelf een verklaring van echtheid gemaakt terwijl hij weet dat het een vervalsing is. De koper ontdekt later dat het geen echte Monet is.

Op grond van welk wilsgebrek kan hij de overeenkomst vernietigen?
A
Bedrog
B
Dwaling
C
Bedreiging
D
Misbruik van omstandigheden

Slide 18 - Quizvraag

Bedrog is opzet en bewust iets doen
Dwaling bewust iets nalaten/niet altijd opzet. (niet vertellen van schadehistorie)
Wat is het recht van reclame?
A
Het recht van de koper om dekoop te ontbinden en de verkochte zaak terug te geven als de zaak niet aan de overeenkomst voldoet.
B
Het recht van de koper om de koop te ontbinden als de verkoper de zaak niet levert. De koper heeft dan recht op teruggave van zijn geld
C
Het recht van de verkoper om schadevergoeding te vorderen van de koper, als deze de zaak niet tijdig betaalt.
D
Het recht van de verkoper om de koop te ontbinden en de verkochte zaak als zijn eigendom terug te eisen bij wanbetaling

Slide 19 - Quizvraag

Extra  mogelijkheid om voor degene die heeft geleverd de schade te beperken bij niet-nakoming.
Een overeenkomst komt tot stand door aanbod en ....

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Gelden de zwarte en de grijze lijst ook bij overeenkomsten tussen bedrijven?

Slide 21 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Als een huurder een wietplantage in de huurwoning heeft, dan kan de verhuurder…
A
De huur niet opzeggen omdat de huurder met de woning mag doen wat hij wil, zolang hij geen schade toebrengt.
B
De huur alleen opzeggen als de huurder daarin toestemt, met een schadevergoeding voor verhuiskosten.
C
De huur opzeggen op grond van het feit dat hij geen goed huurder is.
D
De huur alleen opzeggen als hij een vergelijkbare huurwoning ter beschikking heeft voor de huurder.

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Sanne komt in een winkel, waar allerlei schoenen staan, van € 70,- tot € 750,-, Zij ziet leuke rode schoenen, met een prijskaartje van € 75,-. Zij neemt de schoenen mee naar de kassa en de caissière slaat € 750,- aan. Zij zegt: “De prijs op het prijskaartje is een vergissing, mevrouw.”
Sanne eist de schoenen toch voor € 75,-. Wie heeft gelijk en waarom?

Slide 23 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Piet is eigenaar van een fiets. Hij leent hem uit aan Jan. Jan heeft de fiets een week later nog en geeft hem kado aan Nelleke. Wie is de eigenaar en waarom?

Slide 24 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies