D3 (wk 45, les 2) uitleg presentatie kunstweek

Wat gaan we doen?
  • Pecha Kucha-presentaties
  • Uitleg kunstweek (wk 47) 
1 / 9
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2Voortgezet speciaal onderwijsLeerroute 3

In deze les zitten 9 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Wat gaan we doen?
  • Pecha Kucha-presentaties
  • Uitleg kunstweek (wk 47) 

Slide 1 - Tekstslide

Kunstweek 22 t/m 26 november

Slide 2 - Tekstslide

Kunstweek 22 t/m 26 november
In de week van 22 t/m 26 november werken we tijdens de NT2 lessen in het thema kunst.
Deze week zullen we veel te weten over bekende Nederlandse kunstenaars. 
Vrijdag 26 november gaan we met de bus naar Het Rijksmuseum voor een rondleiding.

Slide 3 - Tekstslide

Opdracht voor de kunstweek
De eerste les van de kunstweek zullen we kennis gaan maken met de beroemdste kunstenaars van Nederland.
Dit doen we door het houden van presentaties. 
Je gaat een presentatie houden voor de klas over een bekende kunstenaar

Slide 4 - Tekstslide

Je kunt kiezen uit:
1450 Jheronimus Bosch
1525 Pieter Breughel
1586  Frans Hals
1606 Rembrandt
1609 Judith Leyster
1626 Jan Steen
1632 Vermeer
1853 van Gogh
1872 Mondriaan
1898 Escher
1921 Karel Appel
1922 Corneille


Slide 5 - Tekstslide

Eisen aan je presentatie
  • De presentatie moet ongeveer 5 minuten duren.
  • Er moet een powerpoint bij je presentatie zijn. 
  • De informatie die je geeft moet je zelf ook begrijpen.
  • Vertel iets over het leven van de kunstenaar, en de tijd waarin hij/zij leefde.
  • Laat kunstwerken van de kunstenaar zien.
  • Leg 1 nieuw woord uit dat je tegen bent gekomen bij het maken van de presentatie.
  • Geef je mening over de kunstwerken van de kunstenaar en vertel waarom je iets mooi/niet zo mooi vindt.
  • Laat het werk dat jij het mooiste vindt zien en ook het werk dat je het minst mooi vindt.

Slide 6 - Tekstslide

Eisen aan je verslag
  • Het verslag moet tussen de 3-4 a4'tjes zijn.
  • De informatie die je geeft moet je zelf ook begrijpen.
  • Schrijf iets over het leven van de kunstenaar, en de tijd waarin hij/zij leefde.
  • Laat kunstwerken van de kunstenaar zien (afbeeldingen).
  • Leg 1 nieuw woord uit dat je tegen bent gekomen bij het maken van je verslag
  • Geef je mening over de kunstwerken van de kunstenaar en schrijf waarom je iets mooi/niet zo mooi vindt.
  • Laat het werk dat jij het mooiste vindt zien en ook het werk dat je het minst mooi vindt.

Je krijgt een cijfer voor het verslag.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Veel succes!

Slide 9 - Tekstslide