Les 3 - Dierkennis 3 Gedrag en natuurlijke behoeften

1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
DierverzorgingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Welk onderwerp hebben we vorige week besproken?
A
Voeding
B
Huisvesting
C
Exterieur
D
Gedrag

Slide 2 - Quizvraag

Waar is kennis van huisvesting allemaal belangrijk voor?

Slide 3 - Woordweb

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Wat is gedrag?
A
Als een dier beweegt
B
Alles dat een dier denkt
C
Alle waarneembare activiteit van een dier
D
Alles dat een dier doet

Slide 6 - Quizvraag

Slide 7 - Tekstslide

In de vorige dia stond informatie over prikkels. Maar wat is een prikkel eigenlijk?

Slide 8 - Open vraag

Wat doen we als dierverzorger om het gedrag van een dier goed in kaart te brengen?

Slide 9 - Open vraag

Slide 10 - Tekstslide

Kun je een dier natuurlijk gedrag aanleren?
A
Ja
B
Nee

Slide 11 - Quizvraag

WELK GEDRAG
ZIE JE HIER?
A
Rustgedrag
B
Fourageergedrag
C
Voortplantingsgedrag
D
Territorium gedrag

Slide 12 - Quizvraag

Welk gedrag zie
je hier?
A
Voortplantingsgedrag
B
Fourageergedrag
C
Maternaal gedrag
D
Soort specifiek gedrag

Slide 13 - Quizvraag

Welk gedrag zie je hier?
A
Maternaal gedrag
B
Fourageergedrag
C
Rustgedrag
D
territorium gedrag

Slide 14 - Quizvraag

Slide 15 - Tekstslide

Maternaal gedrag
Voortplantingsgedrag
Fourageergedrag
Rustgedrag
Territoriumgedrag
Een moeder likt haar baby
Een mannelijk dier dekt een vrouwelijk dier
Een dier eet
Een dier slaapt
Een dier plast op dingen in zijn omgeving

Slide 16 - Sleepvraag

Slide 17 - Tekstslide

Zal een roofdier bij gevaar eerder vechten, vluchten of bevriezen?
A
Vechten
B
Vluchten
C
Bevriezen

Slide 18 - Quizvraag

Zal een vluchtdier bij gevaar eerder vechten, vluchten of bevriezen?
A
Vechten
B
Vluchten
C
Bevriezen
D
Vluchten of bevriezen

Slide 19 - Quizvraag

Slide 20 - Tekstslide

Wat betekent stereotype gedrag?
A
Gedrag dat ieder dier doet
B
Raar gedrag dat steeds herhaalt wordt
C
gedrag dat geen duidelijk doel of duidelijke functie heeft en continu herhaald wordt
D
Gedrag dat een dier soms doet

Slide 21 - Quizvraag

Dieren gebruiken beschadigend, stereotype en apatisch gedrag als manier om met stress om te gaan.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 22 - Quizvraag

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Waarom is het belangrijk dat een dier zijn natuurlijk gedrag kan uitvoeren?
A
Het dier blijft geestelijk gezond
B
Dat vindt het dier leuk
C
Dat is niet belangrijk
D
Dan kan hij goed in gevangenschap leven

Slide 27 - Quizvraag

Slide 28 - Tekstslide