Schattend rekenen

Voor deze rekenles heb je nodig.
- pen of potlood
- wisbordje + stift
- rekenboek
- mobiel
- werkblad (deel ik uit)
timer
1:30
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenPraktijkonderwijsLeerjaar 4

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 55 min

Onderdelen in deze les

Voor deze rekenles heb je nodig.
- pen of potlood
- wisbordje + stift
- rekenboek
- mobiel
- werkblad (deel ik uit)
timer
1:30

Slide 1 - Tekstslide

schattende rekenen. Geld
Onderdeel: Geld
Je leert:
  • Schattend rekenen
  • Vlot met geld rekenen
  • Prijzen vergelijken
  • Afrekenen en wisselgeld bepalen

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoel:

- Na deze les kan je laten zien hoe je geldbedragen kan schatten.

Slide 3 - Tekstslide

Als je schattend rekent, dan reken je niet precies.
Je rekent iets ongeveer uit.
Hoe?
Bij schattend rekenen rond je bedragen af.
Voor dat afronden zijn er afspraken gemaakt.

De cijfers 1, 2, 3, 4 worden naar beneden afgerond.

Slide 4 - Tekstslide

Rond het getal af
33
A
32
B
32
C
30
D
31

Slide 5 - Quizvraag

rond het getal af
44
A
45
B
43
C
40

Slide 6 - Quizvraag

rond het getal af
81
A
80
B
82
C
50

Slide 7 - Quizvraag

Als je schattend rekent, dan reken je niet precies.
Je rekent iets ongeveer uit.
Hoe?
Bij schattend rekenen rond je bedragen af.
Voor dat afronden zijn er afspraken gemaakt.

De cijfers 5, 6, 7, 8, 9  worden naar boven afgerond.

Slide 8 - Tekstslide

rond het getal af
36
A
37
B
38
C
39
D
40

Slide 9 - Quizvraag

rond het getal af
88
A
85
B
89
C
90
D
100

Slide 10 - Quizvraag

rond het getal af
123.456
A
123.460
B
123.455
C
123.457
D
123.500

Slide 11 - Quizvraag

Wat gaan we vandaag doen?
1.  Klassikale instructie
2. Geldbedragen afronden.
3. Oefenen met een quiz.
4. zelfstandig verwerken met werkbladen 

Slide 12 - Tekstslide

Geld schatten

* Afronden van geldbedragen.

* Wat kost het ongeveer?

* Heb je genoeg geld bij je?

* Hoeveel geld houd je ongeveer over?

Slide 13 - Tekstslide

Waarom is het belangrijk dat je
geldbedragen kunt schatten?

Slide 14 - Woordweb

Geld schatten

* Afronden van geldbedragen.

* Wat kost het ongeveer?

* Heb je genoeg geld bij je?

* Hoeveel geld houd je ongeveer over?

Slide 15 - Tekstslide

 Afronden van geldbedragen
Als je in de winkel spullen gaat kopen: Dan weet je ongeveer hoeveel je moet betalen.

 Als je wilt weten wat iets ongeveer kost, dan moet je de
geldbedragen afronden. 

Je krijgt een voorbeeld van afronden met rekenen, zodat je ongeveer kan berekenen wat je moet betalen.

Slide 16 - Tekstslide

timer
3:00

Slide 17 - Tekstslide

Rond de prijzen af naar makkelijke bedragen:
 

Prijzen afronden is gemakkelijker rekenen en sneller.


klein bedrag? afronden naar hele of halve euro's mag.


  • De tros druiven van €5,98 wordt afgerond naar €6,00.
  • De meloen van €2,47 wordt afgerond naar €2,50.
  • De bloemen van €4,03 worden afgerond naar €4,00.


Dit zijn bedragen waar je handig mee kunt rekenen.

Slide 18 - Tekstslide

Tel de afgeronde bedragen bij elkaar op.
 De afgeronde bedragen kun je nu gemakkelijk bij elkaar optellen.
In dit geval wordt de som:

€6,00 + €2,50 + €4,00 = €12,50
Tel de afgeronde bedragen bij elkaar op:
 

De afgeronde bedragen kun je nu gemakkelijk bij elkaar optellen.
In dit geval wordt de som:

€6,00 + €2,50 + €4,00 = €12,50



Slide 19 - Tekstslide

€ 24,98 is afgerond?
A
€ 25,-
B
€24,50
C
€24,-

Slide 20 - Quizvraag

€ 3,78 is afgerond?
A
€ 3,50
B
€ 3,-
C
€ 3,80

Slide 21 - Quizvraag

Hoeveel is € 2,98 en € 12,15 ongeveer samen?
A
€ 14,-
B
€ 15,-
C
€ 16,-

Slide 22 - Quizvraag

€ 14,09 is afgerond?
A
€ 15,-
B
€ 14,10
C
€ 14,-

Slide 23 - Quizvraag

Je wilt 4 broodjes van €2,45 per stuk en je hebt € 10,- bij je. Heb je genoeg?
A
Ja
B
Nee

Slide 24 - Quizvraag

Je koopt vijf broodjes van €4,45 per stuk. Je hebt €20,00 bij je. Is dat genoeg?
A
Ja
B
nee

Slide 25 - Quizvraag

Slide 26 - Tekstslide

Zelfstandig werkblad maken.
Klaar met het werkblad?

werk verder in je boek.

Slide 27 - Tekstslide