In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 120 min
Onderdelen in deze les
Herhaling SOVA
Slide 1 - Tekstslide
Ik heb de bouwsteen van sociale vaardigheden al af.
JA
NEE
Slide 2 - Poll
Ik heb alle opdrachten behorende bij de bouwsteen van sociale vaardigheden al af.
JA
NEE
Slide 3 - Poll
Welke begrippen heb je tijdens deze bouwsteen voorbij zien komen?
Slide 4 - Woordweb
Over welk onderwerp/welk begrip heb je NU vragen?
Slide 5 - Open vraag
Ruis betekent letterlijk: 'een verstoring in de communicatie'. Welke 2 soorten ruis kennen wij?
A
Intrinsieke en extrinsieke ruis
B
Interne en externe ruis
Slide 6 - Quizvraag
Wat is een voorbeeld van interne ruis?
A
De buren die aan het boren zijn
B
Met je telefoon spelen
C
Het hebben van vooroordelen
Slide 7 - Quizvraag
Het gebruik van vakjargon kan ruis opleveren. Wat is vakjargon?
Slide 8 - Open vraag
Verbaal vs. non-verbaal
Geef in de volgende dia aan hoeveel procent van de communicatie bestaat uit verbale communicatie, en hoeveel procent van de communicatie uit non-verbale communicatie.
Slide 9 - Tekstslide
verbale communicatie
non-verbale communicatie
70%
30%
Slide 10 - Sleepvraag
Voorbeelden non-verbale communicatie
- Gebaren
- Oogcontact
- Afstand en nabijheid
- Lichaamshouding
- Algemeen voorkomen\
- Intonatie
- Gezichtsuitdrukking
Slide 11 - Tekstslide
Valt gebarentaal onder verbale of non-verbale communicatie?
Verbale communicatie
Non-verbale communicatie
Slide 12 - Poll
Coderen - decoderen
Coderen --> het zenden van een boodschap
Decoderen --> het ontvangen van een boodschap
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Waarnemen
Het opnemen en verwerken van prikkels
Slide 15 - Tekstslide
Waarnemen doe je d.m.v. je zintuigen. Benoem je zintuigen.
Slide 16 - Open vraag
Er zijn 5 zintuigen:
Zien
Horen
Voelen
Proeven
Ruiken
Slide 17 - Tekstslide
Interpreteren
Slide 18 - Tekstslide
Waar wordt jouw referentiekader door gevormd?
Slide 19 - Woordweb
Jouw referentiekader wordt gevormd door:
jouw opvoeding
jouw geloof
jouw normen en waarden
jouw sekse
jouw generatie
de plek waar je woont
jouw sociale klasse
enz.
Slide 20 - Tekstslide
Het referentiekader van alle verpleegkundigen is hetzelfde.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 21 - Quizvraag
Actief luisteren betekent dat je hoort wat de ander zegt.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 22 - Quizvraag
Actief luisteren komt tot uiting door:
- Knikken
- Hummen
- Doorvragen
- Lichaamshouding
- Oogcontact
Slide 23 - Tekstslide
Het is verstandig om altijd actief te luisteren!
A
Ja!
B
Nee!
Slide 24 - Quizvraag
Welke 2 vormen van feedback zijn er?
A
Positieve en negatieve feedback
B
Opbouwende en afkrakende feedback
C
Positieve en opbouwende feedback
D
Feedback en kritiek
Slide 25 - Quizvraag
Wanneer je feedback krijgt, is het belangrijk om hier altijd iets mee te doen!
ja!
nee!
Slide 26 - Poll
RET gaat uit van de volgende stappen:
A
gedachten > gevoelens > gedrag
B
gedrag > gevoelens > emoties
C
gebeurtenis > gevoelens > gevolgen
D
situatie > gedachten > gedrag
Slide 27 - Quizvraag
Hoe zou je RET kort kunnen samenvatten?
Slide 28 - Open vraag
Eerst stilstaan bij jouw eigen gedachten en gevoelens bij een bepaalde gebeurtenis vóórdat je reageert of iets onderneemt !
Slide 29 - Tekstslide
Welke soorten vragen bestaan er?
Slide 30 - Woordweb
Soorten vragen:
Open vragen
Gesloten vragen
Suggestieve vragen
Reflecterende vragen
Retorische vragen
Gerichte vragen
Door vragen
Slide 31 - Tekstslide
Dit is een voorbeeld van een retorische vraag:
A
Vind jij het ook zo koud?
B
Laat jij de hond even uit?
C
Waarom heb je dat gedaan?
D
Hoe komt het dat je nu zo reageert?
Slide 32 - Quizvraag
Dit is een voorbeeld van een suggestieve vraag:
A
Het is toch leuk dat uw kleinkinderen zo vaak op bezoek komen?
B
Heeft u het warm of koud?
C
Wil je morgen mee gaan sporten?
D
Wil je pizza of frietjes eten?
Slide 33 - Quizvraag
Dit is een voorbeeld van een reflecterende vraag:
A
Waarom doe je dat nou?!
B
Hoe gaat het met je?
C
Ging het gesprek goed?
D
Waarom heb je dit examen op deze manier aangepakt?
Slide 34 - Quizvraag
Een voorbeeld van een gesloten vraag is een meerkeuze vraag.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 35 - Quizvraag
Controle leerdoelen:
Slide 36 - Tekstslide
Leerdoelen bouwsteen communicatie:
Je kunt beschrijven wat effectieve communicatie is
Je kunt uitleggen hoe je de boodschap van een ander goed waarneemt en interpreteert.
Je kunt uitleggen hoe je effectief luistert en communiceert.
Je kunt samenvatten hoe je verschillende gesprekstechnieken kunt toepassen.
Je kunt uitleggen hoe je om moet gaan met weerstand en lastige gesprekken voeren.
Je kunt samenvatten hoe je effectief social media en mail gebruikt in de communicatie.
Slide 37 - Tekstslide
Dus als je deze bouwsteen hebt afgerond heb je af:
Van de licentie van ThiemeMeulenhoff:
- Alle theorie van hoofdstuk 1 is gelezen (1.1 t/m 1.4)