Prendre

Verbe prendre
Weet je nog hoe je het werkwoord prendre moet vervoegen 
in de présent en de passé composé?
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Verbe prendre
Weet je nog hoe je het werkwoord prendre moet vervoegen 
in de présent en de passé composé?

Slide 1 - Tekstslide

Le verbe prendre (le présent)
je                       prends
tu                      prends
il/elle/on        prend

nous                prenons
vous                prenez
ils/elles          prennent

Slide 2 - Tekstslide

Le verbe prendre (passé composé)
Onderwerp + hulpwerkwoord + voltooid deelwoord

j’ai pris
tu as pris
il/elle/on a pris
enz.

Slide 3 - Tekstslide

Le verbe prendre
Werkwoorden als apprendre en comprendre vervoeg je op dezelfde manier als prendre

Slide 4 - Tekstslide

Prendre
je
tu
il/elle/on
nous
vous
ils/elles
prends
prends
prend
prenons
prenez
prennent

Slide 5 - Sleepvraag

  Zet de vervoegingen van het werkwoord 'prendre' in de goede volgorde.
aller
il, elle, on prend
nous prenons
tu prends
vous prenez
ils prennent
je prends

Slide 6 - Sleepvraag

Vervoeg in de présent:

Mes frères ... (prendre) le métro.
A
prends
B
prenez
C
prennent
D
prend

Slide 7 - Quizvraag

Vervoeg in de présent:
Mon frère ... (prendre) toujours le bus.
A
prennent
B
prend
C
prends
D
prenons

Slide 8 - Quizvraag

Je (prendre, présent)
timer
0:20
A
J’ai pris
B
Je prend
C
Je prends
D
Je prenne

Slide 9 - Quizvraag

Vervoeg in de présent:
Mes parents ne ... (prendre) pas de vélo au travail.
A
prennent
B
prenez
C
prends
D
prenons

Slide 10 - Quizvraag

Elles (prendre, passé composé)
timer
0:20
A
Elles prennent
B
Elles ont pris
C
Elles a pris
D
Elles ont prendé

Slide 11 - Quizvraag

Nous (prendre, présent)
timer
0:20
A
Nous prenons
B
Nous prennent
C
Nous prends
D
Nous prendons

Slide 12 - Quizvraag

prendre (vous)
timer
0:20

Slide 13 - Open vraag

Je ... (présent)

Slide 14 - Open vraag

prendre (tu)
timer
0:20

Slide 15 - Open vraag

Tu ... (passé composé)

Slide 16 - Open vraag

prendre (je)
timer
0:20

Slide 17 - Open vraag

Vous ... (passé composé)

Slide 18 - Open vraag

prendre (nous)
timer
0:20

Slide 19 - Open vraag

Nous ... (présent)

Slide 20 - Open vraag

Il ... (présent)

Slide 21 - Open vraag

Elles ... (passé composé)

Slide 22 - Open vraag

Mon frère ... (passé composé)

Slide 23 - Open vraag