Prendre

Prendre
je
tu
il/elle/on
nous
vous
ils/elles
prends
prends
prend
prenons
prenez
prennent
1 / 16
volgende
Slide 1: Sleepvraag
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen.

Onderdelen in deze les

Prendre
je
tu
il/elle/on
nous
vous
ils/elles
prends
prends
prend
prenons
prenez
prennent

Slide 1 - Sleepvraag

  Zet de vervoegingen van het werkwoord 'prendre' in de goede volgorde.
aller
il, elle, on prend
nous prenons
tu prends
vous prenez
ils prennent
je prends

Slide 2 - Sleepvraag

Vervoeg in de présent:
Mon frère ... (prendre) toujours le bus.
A
prennent
B
prend
C
prends
D
prenons

Slide 3 - Quizvraag

Vervoeg in de présent:

Mes frères ... (prendre) le métro.
A
prends
B
prenez
C
prennent
D
prend

Slide 4 - Quizvraag

Vervoeg in de présent:
Mes parents ne ... (prendre) pas de vélo au travail.
A
prennent
B
prenez
C
prends
D
prenons

Slide 5 - Quizvraag

prendre (je)
timer
0:20

Slide 6 - Open vraag

prendre (tu)
timer
0:20

Slide 7 - Open vraag

prendre (nous)
timer
0:20

Slide 8 - Open vraag

prendre (vous)
timer
0:20

Slide 9 - Open vraag

Herhaling - Vertaal
1. Ik ben gegaan
2. ik ben gebleven
3. ik ben vertrokken
4. ik heb geslapen/gelogeerd/doorgebracht

Slide 10 - Open vraag


Slide 11 - Open vraag

Welke richtingen ken je?

Slide 12 - Woordweb

Hoe zeg je ver en dichtbij?

Slide 13 - Woordweb

Welke verbindingswoorden ken je?
Ten eerste, daarna (3x), tot slot.

Slide 14 - Woordweb


Slide 15 - Open vraag

Je suis perdu. Où est le cinéma?
Maak 2/3 zinnen vanaf de plek 'Vous êtes ici'.

Slide 16 - Open vraag