NaSk jaar 2 - Les 31: Licht rekenvaardigheid/vakantie

Startopdracht:
Op jouw nieuwe fiets ga je 25 km/h. De tocht naar je
vrienden duurt een half uur. Hoe ver wonen je vrienden?
(s=vxt, gebruik: geg., gevr., form., ber., antw. )
Welkom bij NaSk!

Pak voor je:
- Boek B 
- Schrift
- Pen en potlood
- Rekenmachine
- Geodriehoek




1 / 52
volgende
Slide 1: Tekstslide
Nask / TechniekMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 52 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Startopdracht:
Op jouw nieuwe fiets ga je 25 km/h. De tocht naar je
vrienden duurt een half uur. Hoe ver wonen je vrienden?
(s=vxt, gebruik: geg., gevr., form., ber., antw. )
Welkom bij NaSk!

Pak voor je:
- Boek B 
- Schrift
- Pen en potlood
- Rekenmachine
- Geodriehoek




Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Startopdracht:
Op jouw nieuwe fiets ga je 40 km/h. De tocht naar je 
vrienden duurt 3 kwartier. Hoe ver wonen je vrienden?
(s=vxt, gebruik: geg., gevr., form., ber., antw. )
Welkom bij NaSk!

Pak voor je:
- Boek B 
- Schrift
- Pen en potlood
- Rekenmachine
- Geodriehoek




Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Startopdracht:
Op jouw nieuwe fiets ga je 40 km/h. De tocht naar je
vrienden duurt 3 kwartier. Hoe ver wonen je vrienden?
(s=vxt, gebruik: geg., gevr., form., ber., antw. )
Welkom bij NaSk!

Pak voor je:
- Boek B 
- Schrift
- Pen en potlood
- Rekenmachine
- Geodriehoek




Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welkom bij NaSk!

Pak voor je:
- Boek B 
- Schrift
- Pen en potlood
- Rekenmachine
- Geodriehoek




Startopdracht:

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tijdens de les wil ik dat je:
1. Luistert als ik praat
2. Naar elkaar luistert
3. Je spullen voor je hebt
4. Je zo gedraagt dat je de lesstof meekrijgt
5. Respectvol bent naar je klasgenoten en mij


Slide 5 - Tekstslide

Nu absenties
Planning
  • Lesdoelen
  • Bespreken toets
  • Huiswerk bespreken
  • Rekenvaardigheid herhaling
  • Quiz
  • Afsluiting


Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

H6 Licht: 6.3 spiegelbeelden
Herhaling

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
  • Hoe reken je met een formule met symbolen?
  • Waarom gebruik je formules?
  • Hoe reken je met formules?

























Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Formules
Formules gebruik je om verbanden te weergeven

afstand = snelheid x tijd

Een grotere afstand -> grotere tijd
Kleinere snelheid -> kleinere afstand
Grotere tijd -> kleinere snelheid

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vijfstappenplan
Voor een berekening bij NaSk gebruik je altijd het vijfstappenplan!
  1. Gegeven:
  2. Gevraagd:
  3. Formule:
  4. Berekening:
  5. Antwoord:

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeld: Vijfstappenplan
Je rent anderhalf uur met een snelheid van 15 km/h. Wat is de afstand?
  1. Gegeven:      tijd=1,5h         snelheid=15 km/h
  2. Gevraagd:     afstand
  3. Formule:       afstand = snelheid x tijd
  4. Berekening: afstand = 15 x 1,5 = 22,5
  5. Antwoord:    De afstand is 22,5 km/h

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Symbolenformules
Formules gebruik je om verbanden te weergeven
De woordformule is:
afstand = snelheid x tijd
De symbolenformule is:
s = v x t

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeld: Vijfstappenplan
Je rent anderhalf uur met een snelheid van 15 km/h. Wat is de afstand?
  1. Gegeven:      t=1,5h         v=15 km/h
  2. Gevraagd:     s
  3. Formule:       s= v x t
  4. Berekening: s= 15 x 1,5 = 22,5
  5. Antwoord:    De afstand is 22,5 km

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maak met een formule een tabel
Je rijdt 5 uur met een snelheid van 50 km/h. Wat is de afstand? Maak een tabel.
Gegeven: v=50 km/h     t=0, 1, 2, 3, 4, 5 minuten
Gevraagd: s
Formule: s= v x t
Berekening: s= 50 x 0 = 50
s= 50 x 1 = 50
s= 50 x 2 = 100
s= 50 x 3 = 150
s= 50 x 4 = 200
s= 50 x 4 = 250
Antwoord: 
tijd (uur)
0
1
2
3
4
5
snelheid
(km/h)
0
50
100
150
200
250

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Pak voor je:
Rekenvaardigheid op pagina 128

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

HW: Maak opdracht 1 t/m 8 op pagina 130
5 minuten ZS
timer
5:00

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maak opdracht 1 t/m 7 op pagina 130
Niet klaar? Huiswerk!



timer
10:00
KAHOOT??

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
  • Je kent het verschil tussen spiegelende en diffuse terugkaatsing.
  • Je kunt de spiegelwet toepassen.
  • Je kunt van een voorwerp het spiegelbeeld tekenen.
  • Je kunt bij een spiegel het gezichtsveld tekenen


Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voor volgende les


Maak opdracht 1 t/m 17 op pagina 80


Tot de volgende les!

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorjaarsvakantie-
inluid-QUIZ!

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ronde 1
Carnaval

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1. Waarom viert men carnaval?
A
Het is een feest vóór de vastenperiode.
B
Het is de vastenperiode voor Pasen.
C
Het is om verboden dingen te mogen doen.
D
Het is een viering na de Kerst.

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

2. Wat betekent het woord carnaval?
A
Vaarwel feest
B
Vaarwel bier
C
Vaarwel vlees
D
Vaarwel

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

3. Zet de feestdagen in de juiste volgorde
1
2
3
4
5
Nieuwjaar
Pinksteren
Kerstmis
Carnaval
Oudejaarsavond

Slide 26 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

4. Welke stad heet
Oeteldonk?
A
Oosterhout
B
Bavel
C
Eindhoven
D
Den Bosch

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

5. Wat krijgt Prins carnaval voorafgaand aan carnaval van de burgemeester?

A
Een confetti kanon
B
Een muts
C
Een sleutel
D
Een trommel

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

6. Rob Kemps, bekend van Snollebollekes werd dit jaar plotsklaps nog bekender. Waardoor?
A
Hij won 'Wie is de Mol'
B
Hij won 'De slimste mens'
C
Hij won 'Expeditie Robinson'
D
Hij won een Guinness book of records award

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Voorjaarsquiz
Weetjes algemeen...?

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

7. Klassieke taal: welk automerk betekent in het Latijn: "ik hoor"?
A
Mercedes
B
BMW
C
Audi
D
Lexus

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel kegels kan je omgooien met Bowlen?
A
9
B
10
C
5
D
20

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

8. kb2d: Van welke kunstenaar is dit werk?
A
Pablo Picasso
B
Leonardo da Vinci
C
Edvard Munch
D
Peter Paul Rubens

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vanaf welke leeftijd mag je (legaal) een trekker besturen?
A
15
B
16
C
17
D
18

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

9. wiskunde: Hoeveel stippen heeft een dobbelsteen?
A
21
B
24
C
27
D
29

Slide 35 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

10. geschiedenis:
Welke kleur had Coca Cola oorspronkelijk?
A
groen
B
rood
C
blauw
D
zwart

Slide 36 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent ''Hakuna matata'' uit de Lion King?
A
Maak je niet druk
B
Heb geen zorgen
C
Kalmte kenmerkt de zeeman
D
Doe rustig vriend

Slide 37 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

11. Som: Hoeveel wenkbrauwen hebben Bert en Ernie samen?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 38 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorjaarsvakantie
Snelle-vragen-laatste-ronde

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar of niet Waar?
10 seconden per vraag

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

12. Flamingo's zijn blind, ze kunnen goed vissen omdat ze erg goed kunnen ruiken
A
Waar
B
Niet waar

Slide 42 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

13. Amerika telt 53 staten
A
Waar
B
Niet waar

Slide 43 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

14. Een Engelse mijl is ongeveer 1,6 kilometer
A
Waar
B
Niet waar

Slide 44 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

15. Het Romeinse cijfer D is 500
A
Waar
B
Niet waar

Slide 45 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

16. Linkshandige mensen leven langer dan rechtshandige mensen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 46 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Laatste ronde: Samenstellingen
🎉

Slide 47 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke samenstelling is verkeerd geschreven?
A
oorlogschip
B
weidevogel
C
winterpeen
D
maneschijn

Slide 48 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf de samenstelling goed:
aap + trots

Slide 49 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf de samenstelling goed
zon + bloem

Slide 50 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Sleep de woorden naar de juiste categorie: goed of fout geschreven?
Foute
Samen-
stelling
Goede
samen-
stelling
leerlingsraad
Koninginnedag
meningsverschil
Varkensstal
berensterk
secondewijzer
kippensoep
rozengeur

Slide 51 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Einde

Slide 52 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies