Phaedra 885-895

• Latijn
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 5

enkele sturende vragen bij Seneca's Phaedra r.885-895

r. 885 Ipsa iam fabor. Mane.
wie wordt er bedoeld met 'ipsa'

1. Phaedra
2. Venus
3. Voedster
4. Theseus

r. 885 fabor van fari
- hoe vertaal je deze vorm?

1. ik word gezegd(/genoemd)
2. ik zal zeggen
3. ik werd gezegd(/genoemd)
4. ik zei

r.885 mane - van manere (e-stam). Welke vorm herken je?

r. 886 welke twee woorden verbindt het woord 'et'?

1. ora en veste
2. avertis en lacrimas
3. avertis en genis
4. avertis en optegis

r.887 coortas, lees de aantekening bij de tekst. Welke vorm is het?

1. ptc praes act
2. 2de sg ind praes
3. ptc perf pass
4. 2de sg con praes

r.887 veste - welke vorm?

1. abl F sg
2. nom N sg
3. imper sg
4. bijwoord/adv.

NOM

ACC

ABL

GEN

ora maesta

lacrimas coortas 

 genis

veste praetenta

r.889 coruscum lucis aetheriae iubar,

volgens welke verbuiging gaat lucis?

1. 1ste
2. 2de
3. 3de
4. 5de

Te, te, creator caelitum, testem invoco

 

et te, coruscum lucis aetheriae iubar,

ex cuius ortu nostra dependet domus:

PV bijzin

PV hfd-zin

ond.

lv

lv

pred

r. 891 temptata
welke vorm van het PPP?

1. nom sg F
2. abl sg F
3. nom pl N
4. acc pl n

r.891-892

temptata precibus restiti; ferro ac minis

non cessit animus: vim tamen corpus tulit.

precibus, ferro en minis zijn ablativi - bedenk hoe je de ablativi hier vertaald; kijk ook in je woordenboek bij de PV's restiti (restere) en cessit (cessere)

r.893 hanc
met welk woord congrueert dit aanw.vnw.?

1. labem
2. pudoris
3. eluet
4. cruor

r. 894 Quis, ede, nostri decoris eversor fuit? - wat is het onderwerp?

1. quis
2. ede
3. nostri
4. eversor

r.894 - met welk woord congrueert nostri?

1. quis
2. decoris
3. eversor
4. fuit

Verbind de bijvoeglijke naamwoorden 

met de juiste superlativusvorm.

minimus

plurimus

pessimus

maximus

malus

magnus

multus

parvus

r.895 - welke vorm is minime?

1. abl sg f
2. nom sg n
3. acc sg n
4. adverbium