Psychiatrie les 1 - H2 (Psychiatrische zorg - vroeger en nu)

Psychiatrische zorg: vroeger en nu
H2
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
PPOMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Psychiatrische zorg: vroeger en nu
H2

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Studiewijzer
Donderdag 30 maart: H2 (psychiatrische zorg - vroeger en nu)
Donderdag 6 april: H1 (cliënten in de GGZ)
Donderdag 13 april: H3 & H4 (begeleiden in de GGZ)

In periode 4 verder met psychotische stoornissen, depressie, bipolaire stoornis, angst- stress- en dwangstoornissen, persoonlijkheidsproblematiek, risicogedrag.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
- Kennis van de geschiedenis van psychiatrische zorg 
- Kennis van verschillende zorgvormen in de GGZ 
- Inzicht in taken van de GGZ in Nederland

Slide 3 - Tekstslide

Leg de leerdoelen uit en benadruk dat deze aan het einde van de les bereikt moeten worden.
Wat weet jij al over psychiatrische zorg?

Slide 4 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat denk jij dat een dolhuis is?

Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Geschiedenis 1700 - 1990
Voor 1900: Dolhuis - start medisch model - invoering krankzinnigenwet 

1900 - 1948: ontwikkeling medische wereld - verschil 'geestesziekten' & 'zwakzinnigen' - eerste aandoeningen vastgesteld

1948 - 1990: psychiatrie & neurologie aparte gebieden - psychofarmaca - antipsychiatrie 





Slide 6 - Tekstslide

Naast dolhuizen waren er voor arme chronisch zieken en invaliden ook armenhuizen, pesthuizen en gasthuizen. Nergens stelde de zorg iets voor.
Wat zijn de grootste veranderingen ten opzichte van de zorg nu?

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Geschiedenis vanaf 1990
Zelfbeschikking en zorg op maat steeds belangrijker

Ambulantisering van de zorg, drie uitgangspunten:
  1. Mensen met al hun mogelijkheden en kwetsbaarheden hebben recht op een eigen zinvolle plek in de samenleving.
  2. Ondersteuning en begeleiding moet worden aangeboden middenin de samenleving, in de eigen woonomgeving en leefsituatie en niet binnen de muren van een instelling.
  3. De cliënt kun je het beste binnen zijn eigen sociale situatie laten, het is beter dat hij er niet buiten komt te staan.




Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zorgvormen binnen de GGZ
  • ambulante psychiatrische zorg
  • deeltijdbehandeling
  • klinische behandeling
  • beschermd wonen
  • e-mental health
  • bemoeizorg
  • jeugd GGZ
  • ouderenpsychiatrie
  • forensische psychiatrie
  • ziekenhuiszorg (psychiatrie)
  • verslavingszorg
  • openbare GGZ











Slide 9 - Tekstslide

Leg de verschillende zorgvormen uit en geef voorbeelden. Vraag de leerlingen of zij bekend zijn met de verschillende zorgvormen.
Welke zorgvormen ken je en kan je wat over vertellen?

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Ambulante psychiatrische zorg
Je bezoekt mensen thuis in eigen leefsituatie
Doel: psychiatrische klachten verminderen en klinische opname voorkomen. 
Acute zorg (crisishulpverlening, kortdurend en tijdelijk) & reguliere zorg (structurele en langdurige begeleiding). Doelen:
  • het onderhouden van sociale contacten;
  • het begeleiden bij dagstructuur;
  • het behouden van dagbesteding;
  • geregelde inname van medicatie;
  • leren omgaan met en leren accepteren van zijn beperkingen;
  • zorg en opvoeding van kinderen.

Slide 11 - Tekstslide

Leg de verschillende zorgvormen uit en geef voorbeelden. Vraag de leerlingen of zij bekend zijn met de verschillende zorgvormen.
Deeltijdbehandeling
Ambulante behandeling biedt niet voldoende steun, maar klinische opname niet wenselijk. Wel een intensieve behandeling, maar cliënt kan thuis blijven wonen en eigen sociale leven in stand houden. Meestal in groepsverband. Groep van 6-8 cliënten. Verschillende vormen:
  • Specialistische deeltijdbehandeling
  • Acute deeltijdbehandeling
  • Structurerende deeltijdbehandeling
  • Inzichtgevende deeltijdbehandeling.

Slide 12 - Tekstslide

• Specialistische deeltijdbehandeling: voor mensen met specifieke problemen. De behandeling is gericht op vermindering van de klachten en herstel van het functioneren in de eigen leef- en/of werkomgeving. Bijvoorbeeld bij angststoornis, verslaving en bij posttraumatische stressstoornis.
• Acute deeltijdbehandeling: voor mensen met acute (spoedeisende) psychische problematiek. Doel is het voorkomen van een opname, het verminderen van de acute klachten, het inventariseren van de problemen en het terugvinden van evenwicht in het dagelijks bestaan.
• Structurerende deeltijdbehandeling: voor mensen met een combinatie van psychische en sociale problemen. Bijvoorbeeld depressieve klachten, chronische overbelasting door werk- of privésituatie. Doel is afname van de klachten door het aanleren van vaardigheden en door inzicht te verwerven in het ontstaan en voortbestaan van de klachten.
• Inzichtgevende deeltijdbehandeling: voor mensen die last hebben van steeds terugkerende problemen. Bijvoorbeeld angsten, stemmingsproblemen of relatieproblemen. Doel is om inzicht te krijgen in de achtergrond van de problemen.

Klinische opname
Klinische opname als psychiatrische problemen te heftig zijn of er een acute crisissituatie is met gevaar voor zichzelf of omgeving. Gaat vaak om cliënten met complexe, vaak meervoudige psychiatrische problemen die moeilijk te behandelen zijn. 

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Beschermd wonen
E-mental health
Bemoeizorg
Openbare GGZ (OGGZ)
Klinische opname niet nodig, maar ambulante begeleiding te weinig. Cliënten die nog niet geheel zelfstandig kunnen functioneren binnen de samenleving. 
Elektronische ondersteuning (blended-care, face-2-face contact gecombineerd met online interventies). Kan preventief maar ook als behandeling.
Hulp aan cliënten die hulp nodig hebben maar dit zelf niet willen, kunnen of durven vragen.
Omvat preventieve zorg voor de gehele bevolking, preventieve zorg voor risicogroepen en zorg voor kwetsbare personen die zelf geen hulp zoeken.

Slide 14 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zou bij de kinder/jeugd GGZ anders zijn dan bij de volwassen GGZ?

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Zorgvormen binnen de GGZ 
Jeugd GGZ: 5% van de jongeren - behandeling anders: minder medicatie, meer omgeving, ontwikkeling hersenen belangrijk.
Ouderenpsychiatrie: ouder wordende cliënt met psychiatrische aandoeningen, denk ook aan dementie.
Forensische psychiatrie: cliënten met psychiatrische aandoeningen die in aanraking zijn (geweest) met justitie.
Ziekenhuiszorg (psychiatrie): somatische en psychische klachten
Verslavingszorg: gespecialiseerde vorm van geestelijke en lichamelijke gezondheidszorg (ook psychosociale hulp belangrijk).











Slide 16 - Tekstslide

Leg de verschillende zorgvormen uit en geef voorbeelden. Vraag de leerlingen of zij bekend zijn met de verschillende zorgvormen.
Taken GGZ
De GGZ heeft vier hoofdtaken:

  1. Psychische aandoeningen en verslavingsproblematiek voorkomen;
  2. Cliënten met psychische aandoeningen behandelen en genezen. Wanneer genezen niet lukt, is het doel de cliënt te begeleiden naar een zo hoog mogelijk niveau van zelfstandig functioneren;
  3. Mensen met een psychische aandoening laten deelnemen aan de samenleving;
  4. Cliënten die ernstig verward en/of verslaafd zijn en die uit zichzelf geen hulp kunnen of willen zoeken (ongevraagde) hulp bieden.



Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Routes in de GGZ

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Criteria voor behandeling
  1. Is er sprake van een DSM-stoornis?
  2. Wat is de ernst van de psychische problemen?
  3. Is er sprake van risico op ernstige verwaarlozing van zichzelf of naasten, decompensatie (= risico op psychose), suïcide en/of (huiselijk) geweld?
  4. Hoe complex is de problematiek?
  5. Wat is het (verwachte) beloop van de klachten?



Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf 2 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 20 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 21 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Aan het werk
Boek 'Agogisch medewerker GGZ'

  1. Thema 1 --> Hoofdstuk 2 --> alle opdrachten

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies