Kunst Renaissance - literatuur

Renaissance
en Literatuur 
20-80 Kunst
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
KunstMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Renaissance
en Literatuur 
20-80 Kunst

Slide 1 - Tekstslide

Vorige les ging over Middeleeuwen.
Wat herinner je nog van dit tijdperk?

Slide 2 - Woordweb

Slide 3 - Tekstslide

Programma 
1. Renaissance algemeen 

2. Renaissance & literatuur 

    - Korte pauze -
 
3. Creatieve opdracht 

Slide 4 - Tekstslide

1. Renaissance algemeen

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Wat betekent 'Renaissance' ?

Slide 7 - Open vraag

Renaissance = wedergeboorte 
De Renaissance staat bekend als een periode in de Europese geschiedenis die duurde van de 14e tot de 16e eeuw. Op allerlei gebieden, zoals de literatuur, muziek, architectuur en kunst vond een sterke oriëntatie plaats op de klassieke oudheid.

Slide 8 - Tekstslide

Stijlkenmerken Renaissance

- Antieken tot nieuw leven
- Idealiseren van klassieke oudheid
- Verheerlijking individu 

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Uomo Universale
Duizendkunstenaar. 
Iemand die op verschillende gebieden van kunst intelligent en werkzaam is.  

Bijv.  Schilderen, beeldhouwen, en schrijven.

Slide 11 - Tekstslide

Uomo Universale 
Leonardo Da Vinci werd als voorbeeld gezien.
Maar : In wezen grepen de renaissancehumanisten terug op het Oudgriekse vormings- en opvoedingsideaal, "paideia" (παιδεία), waarbij studenten een brede scholing kregen in onderwerpen als retorica, grammatica, muziek, filosofie, aardrijkskunde, natuurlijke historie, wiskunde, natuurkunde en gymnastiek. Ook hier werd het ideaal nagestreefd van een zo volledig mogelijke ontwikkeling die recht deed aan de ware menselijke aard. 

Slide 12 - Tekstslide

2. Renaissance & Literatuur

Slide 13 - Tekstslide

In de Renaissance ( 1400 - 1600 ) werden er al boeken gedrukt.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 14 - Quizvraag

Renaissance & Literatuur

De uitvinding van de boekdrukkunst door Johannes Gutenberg rond 1450 .

Slide 15 - Tekstslide

Vormen van literatuur 
- Theater script  
- Verhalen 
- Lied teksten
- Gedichten

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

William Shakespeare
Jean-Baptiste Molière 

Slide 18 - Tekstslide

William Shakespeare schreef o.a. gedichten van 14 regels. Hoe noem je dit soort gedichten?

Slide 19 - Open vraag

Taalgebruik tijdens de Renaissance

Slide 20 - Tekstslide

             KJV Bijbel

Slide 21 - Tekstslide

3. Opdracht 
Schrijf een sonnet 

Slide 22 - Tekstslide

Welke vorm had het Middeleeuws muziekstukje dat jullie vorige week gespeeld hebben?

Slide 23 - Open vraag

Opdracht : Schrijf een sonnet 
Definitie van sonnet. Een sonnet is een rijmend gedicht van 14 regels. In een sonnet zit meestal een wending. Deze wending zit vaak net over de helft of tegen het einde van het sonnet.

Slide 24 - Tekstslide

Opdracht : Schrijf een sonnet 
Een klassiek sonnet is een rijmend gedicht van 14 regels en met de volgende structuur: eerst twee kwatrijnen en daarna twee terzinen.
ABBA ABBA CDC DCD
OF
ABBA BAAB CDE DCE

Slide 25 - Tekstslide

Gezwinde grijsaard die op wakkere wieken staag,
De dunne lucht doorsnijdt, en zonder zeil te strijken,
Altijd vaart voor de wind, en ieder na laat kijken,
Doodsvijand van de rust, die woelt bij nacht bij daag;

Onachterhaalbare tijd, wiens hete honger graag
Verslokt, verslindt, verteert al wat er sterk mag lijken
En keert, en wendt, en stort staten en koninkrijken;
Voor iedereen te snel, hoe valt gij mij zo traag?

Mijn lief, sinds ik u mis, verdrijf ik met mishagen
De schoorvoetige tijd, en tob de lange dagen
Met arbeid avondwaards; uw afzijn valt te bang.

En mijn verlangen kan de tijdgod niet bewegen.
Maar ’t schijnt verlangen daar zijn naam van heeft gekregen,
Dat ik de tijd, die ik verkorten wil, verlang.

Slide 26 - Tekstslide

Gezwinde grijsaard die op wakkere wieken staag,
De dunne lucht doorsnijdt, en zonder zeil te strijken,
Altijd vaart voor de wind, en ieder na laat kijken,
Doodsvijand van de rust, die woelt bij nacht bij daag;

Onachterhaalbare tijd, wiens hete honger graag
Verslokt, verslindt, verteert al wat er sterk mag lijken
En keert, en wendt, en stort staten en koninkrijken;
Voor iedereen te snel, hoe valt gij mij zo traag?

Mijn lief, sinds ik u mis, verdrijf ik met mishagen
De schoorvoetige tijd, en tob de lange dagen
Met arbeid avondwaards; uw afzijn valt te bang.

En mijn verlangen kan de tijdgod niet bewegen.
Maar ’t schijnt verlangen daar zijn naam van heeft gekregen,
Dat ik de tijd, die ik verkorten wil, verlang.
Een 17e eeuws Nederlands  sonnet geschreven door Pieter Corneliszoon Hooft.

Slide 27 - Tekstslide

Welke vorm heeft dit sonnet?
A
abba abba ccd ccd
B
abba abba ccd eed
C
abba baab ccd ccd
D
abba baab ccd eed

Slide 28 - Quizvraag

school

Slide 29 - Woordweb

Opdracht : Schrijf een sonnet 
Wat?
Schrijf een eigen sonnet  (of meerdere).
Hoe?
Gebruik het rijm schema
ABBA ABBA CDC DCD
ABBA BAAB CDE DCE
Hulp?
Je telefoon om inspiratie op te zoeken.
Tijd? 
De rest van dit uur.
Aan het einde van deze les mag je het sonnet voordragen in de klas

Slide 30 - Tekstslide