Taaltaak: mijn dorp / mijn stad 20/10

1 / 6
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2Secundair onderwijs

In deze les zitten 6 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Het plan voor vandaag
We gaan het hebben over jullie stad / dorp

Slide 2 - Tekstslide

Kijk goed naar volgend filmpje. 
Probeer zoveel mogelijk woorden te onthouden

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

timer
4:00
Wat heb je allemaal gezien?
Welke woorden ken je al?

Slide 5 - Woordweb

Wat ga je doen?
 
 - Ofwel op de computer / ofwel op papier --> je mag kiezen, maar je moet het wel afgeven. Denk aan een goede spelling.
- Je schrijft over je stad / dorp
- Je gebruikt adjectieven zoals: grote zwembad of het park is groen
- Daarna ga je een video maken. Hiervoor voorzien we dinsdag ook nog tijd.
- Dinsdagavond om 20.00 moet je dit naar mij gezonden hebben via whatsapp / mail.  



  • Je schrijft 10 zinnen over je dorp of je stad.
  • Je gebruikt 'adjectieven'. Zie bundel



  • Je schrijft 20 zinnen
  • Je gebruikt af en toe ook verleden tijd
  • Je probeert om je stad/dorp zo goed mogelijk te bespreken
  •  Je maakt minstens 5 'moeilijkere' zinnen met bvb 'en' 'maar' 'want' 'omdat'.
  • Je zegt ook wat je leuk vindt en waarom
  • Comperatief : zie aparte lessonup

Slide 6 - Tekstslide