Fase 3, werkwoordspelling

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 3

Fase 3

werkwoordspelling

(tegenwoordig, verleden en voltooid)

Tegenwoordige tijd

Stam + t bij hij/zij/jij

• Ik loop, hij loopt, wij lopen
• Ik werk, jij werkt, wij werken
• Ik brand, zij brandt, wij branden
• Ik stamp, hij stampt, wij stampen

Tegenwoordige tijd

Uitzondering!

• Ik loop, jij loopt -> loop jij?
• Ik fiets, jij fietst -> fiets jij?
• Ik brand, jij brandt -> brand jij?

Meneer Hendriksen .......... maar niet op de vraag.

1. antwoort
2. antwoord
3. antwoordt

Het ........... mij dat jij er alles zo uitflapt.

1. irriteert
2. irriteerd
3. irriteerdt

De boer ............ gehaast door vanwege de verwachte regen.

1. hooit
2. hooid
3. hooidt

De schat ............ zich op een verlaten eiland.

1. bevint
2. bevind
3. bevindt

................. jij de vraag niet?

1. Snap
2. Snapt
3. Snapd
4. Snapdt

Verleden tijd

Sterke werkwoorden 

• ik loop - ik liep
• hij slaapt - hij sliep
• zij wordt - zij werd
• zij vangen - zij vingen

Toen die hond in de sloot was gevallen, .............. hij een uur in de wind.

1. stinkte
2. stinkde
3. stonk

Gisteren .............. hij zowaar de goede kant op.

1. reet
2. reed
3. reedt

Verleden tijd

Zwakke werkwoorden (er komt een -te of -de bij)

• ik mis - ik miste
• ik brand - ik brandde
• zij kamt - zij kamde 
  
• zij werken - zij werkten 
• wij besteden - wij besteedden 

'Daar moet ik nog even over nadenken.' .............. de norse klant.

1. bromte
2. bromde
3. bromdde

Hij ................ wel, maar ik kon hem niet verstaan.

1. antwoorte
2. antwoorde
3. antwoordde

De kok ............. vorig jaar een geweldige groenteschotel.

1. bereide
2. bereidde
3. bereite
4. bereitte

Wij ................. daar toen ongeveer drie uur aan.

1. besteden
2. bestedden
3. besteeden
4. besteedden

Pietje ................ gisteren zijn oude speelgoed.

1. verlote
2. verlotte
3. verlootte
4. verloote

Voltooid deelwoord

TaXiKoFSCHiP

1. Neem het hele werkwoord en haal daar -en vanaf.

2. Laatste letter in TaXiKoFSCHiP?

Ja > ge + stam + -t

Nee > ge + stam + -d

Voltooid deelwoord

Hopen - en > hop. hop eindigt op een p. 

De p zit in TaXiKoFSCHiP, dus je schrijft -t:

Ik heb gehoopt.

Halen - en > hal. hal eindigt op een l. 

De l zit niet in TaXiKoFSCHiP, dus je schrijft -d:

Ik heb gehaald.

Ik heb Marloes maar niet voor mijn verjaardag ................

1. uitgenodigt
2. uitgenodigd
3. uitgenodigdt

Heeft hij jou nu al die tijd ...................?

1. achtervolgt
2. achtervolgd
3. achtervolgdt

Ze hebben die opleiding volledig ................

1. hervormt
2. hervormdt
3. hervormd
4. herformd

Hij heeft haar voor verdere misstappen ...................

1. behoed
2. behoedt
3. behoet

We hebben lekker in het bos ....................

1. gewandelt
2. gewandeld
3. gewandeldt

Opdracht

Bekijk de posters in het lokaal. 

Kies het juiste werkwoord, dat in de zin past. 

Schrijf de letter (...) bij het juiste cijfer op je antwoordblad. 

Welke zin kan je er van maken?

Extra

Hierna volgen 2 video's met een extra uitleg voor de werkwoordspelling. 

De studenten hebben deze video's al eerder gezien. 

Mocht het nodig zijn, dan kunnen de video's nog eens herhaald worden.