Hoofdstuk 4 De fietsverlichting

Even vooraf:

  1. Heb je de opdrachten met het breadboard gemaakt?
  2. Heb je de antwoorden op het stencil ingevuld?
  3. Heb je het leerboek (sensor) bij de hand?


Dan gaan we nu beginnen!
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
Middelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 3 min

Onderdelen in deze les

Even vooraf:

  1. Heb je de opdrachten met het breadboard gemaakt?
  2. Heb je de antwoorden op het stencil ingevuld?
  3. Heb je het leerboek (sensor) bij de hand?


Dan gaan we nu beginnen!

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?

We gaan de leerstof uit hoofdstuk 4 (de fietsverlichting) samen behandelen en verdiepen.
Om de leerstof uit te leggen gaan we filmpjes kijken, stukjes lezen en vragen beantwoorden.
(pak direct je boek erbij, bladzijde 9)

Daar gaan we!

Slide 2 - Tekstslide

Spanningsbron
Iets wat stroom geeft, noemen we een spanningsbron.
 Voorbeelden van spanningsbronnen zijn batterijen, accu's, stopcontact en een dynamo.
In het volgend filmpje uitleg hoe de dynamo werkt.

Slide 3 - Tekstslide

0

Slide 4 - Video

Vul het ontbrekende woord in:
In een dynamo wordt .......... energie omgezet in elektrische energie!
A
chemische
B
bewegings
C
elektrische

Slide 5 - Quizvraag

Volt wordt gemeten met een ............
A
amperemeter
B
Spanningsmeter
C
stroommeter

Slide 6 - Quizvraag

Stroom wordt gemeten met..
A
spanningsmeter
B
amperemeter
C
weerstandmeter

Slide 7 - Quizvraag

Een stroomkring
Een stroomkring bestaat uit een aantal elektrische onderdelen die zo met elkaar zijn verbonden dat er stroom kan lopen. Bijvoorbeeld een batterij, twee stroomdraden en een lampje. De stroomkring moet gesloten zijn om elektrisch apparaat zijn werk te laten doen.

Slide 8 - Tekstslide

Een gesloten stroomkring loopt van:
A
de batterij naar het lampje
B
het lampje naar de batterij
C
de batterij, via het lampje, terug naar de batterij

Slide 9 - Quizvraag

Vul het ontbrekende woord in:
Met een ........... kun me een stroomkring op een nette manier onderbreken!
A
lampje
B
batterij
C
snoer
D
schakelaar

Slide 10 - Quizvraag

stroomdraad
Een stroomdraad bestaat uit koperdraad met daarom heen kunststof. Het koper geleidt de stroom en het kunststof dient als isolatie, zodat je geen schok krijgt als je een stroomdraad aanraakt.

Slide 11 - Tekstslide

Een isolator houdt de stroom tegen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 12 - Quizvraag

Geef van alle stoffen aan of het geleiders of isolatoren zijn.
Geleider
Isolator
Zilver
Kunststof
Hout
Koolstof
Koper
Glas

Slide 13 - Sleepvraag

Schakelingen
Als je bijvoorbeeld lampen met elkaar en door middel van stroomdraden verbint, maak je een schakeling. Een schakeling is dus een stroomkring.
In de volgende video wordt uitgelegd hoe een serie- en parallelschakeling werkt.

Slide 14 - Tekstslide

0

Slide 15 - Video

Een serieschakeling is een .....
A
schakeling met vertakkingen
B
schakeling zonder vertakkingen

Slide 16 - Quizvraag

Een parallelschakeling is een ....
A
schakeling met vertakkingen
B
schakeling zonder vertakkingen

Slide 17 - Quizvraag

Geef van alle vier de onderstaande schakelingen aan of het een serie of een parallelschakeling is. 
Serie
Parallel

Slide 18 - Sleepvraag

Schakelschema
Om op een handige manier te laten zien hoe een schakeling in elkaar zit, gebruik je een schakelschema. In een scahkelschema zie je hoe de verschillende onderdelen van de schakeling met elkaar en met de spanningsbron zijn verbonden. Voor die onderdelen gebruik je speciale symbolen (zie volgende dia).

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Sleep de afbeelding naar de juiste tekst.
amperemeter
schakelaar
lamp
batterij
stroomdraad
Spanningmeter

Slide 22 - Sleepvraag

Welke stroomkring is serie geschakeld?
A
Het linker plaatje
B
Het rechter plaatje

Slide 23 - Quizvraag

Hoe is deze schakeling
geschakeld?
A
In serie
B
Parallel

Slide 24 - Quizvraag

Wat voor soort schakeling is dit?
A
serie
B
parallel
C
serie en parallel
D
geen van beide

Slide 25 - Quizvraag

Als 1 lampje uit gaat in een serieschakeling dan:
A
Gaan een paar lampjes zwakker branden
B
Gaan alle lampjes uit
C
Dan gaan alle lampjes zwakker branden
D
Gaan de andere lampjes sterker branden

Slide 26 - Quizvraag

Om schakelingen te verduidelijken worden er overzichtelijke tekeningen gemaakt. Hoe noem je zo'n overzichtelijke tekening?
A
serieschema
B
parallelschema
C
schakelschema

Slide 27 - Quizvraag

Sleep naar JA of NEE

Slide 28 - Sleepvraag

Einde!
Ik hoop dat het je allemaal gelukt is.

Slide 29 - Tekstslide