*** 1G2 - ergens in maart 2024 - zinsvolgorde: met voegwoord (omdat, als, dat) 2 - A2

woordvolgorde na een voegwoord 2.
Begrijp jij er iets van?
??
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2MBOStudiejaar 1,2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

woordvolgorde na een voegwoord 2.
Begrijp jij er iets van?
??

Slide 1 - Tekstslide

                        Doel

  • Ik kan zinnen maken met  de voegwoorden
    omdat, als of dat in de zin.


Slide 2 - Tekstslide

voegwoorden 
omdat - als - dat
Je voegt twee zinnen samen met deze voegwoorden. 

Slide 3 - Tekstslide

Zinsvolgorde

Slide 4 - Tekstslide

Ik eet een appel

Slide 5 - Tekstslide

Ik eet een appel
Onderwerp   Werkwoord                Rest                                            

Slide 6 - Tekstslide

Ik eet vanmiddag een appel

Slide 7 - Tekstslide

Ik eet vanmiddag een appel
Onderwerp   Werkwoord            Tijd                                          Rest                                            

Slide 8 - Tekstslide

Hoe makkelijk of moeilijk vinden jullie deze oefening?

Slide 9 - Tekstslide

Ik
vandaag
loop
naar school.

Slide 10 - Sleepvraag

straks
loopt
Hij
naar huis.

Slide 11 - Sleepvraag

voegwoorden 
omdat - als - dat
De zin heeft twee delen. Na het eerste deel staat een komma (,).
De volgorde na deze voegwoorden is onderwerp - rest - werkwoord.

Slide 12 - Tekstslide

Samengestelde zin
 
      Ik            ga     naar bed,      omdat      ik         moe       ben. 
    We      blijven    binnen,          als         het       hard    regent.  
De man    zegt,                             dat  zijn zoon  thuis        is.



1
onderwerp    werkwoord          rest                     voegwoord   onderwerp        rest          werkwoord      
3
2
1
2
V
3

Slide 13 - Tekstslide

Ik eet chocola, omdat.......

Slide 14 - Open vraag

Ik eet pasta, als ........

Slide 15 - Open vraag

Ik ga naar school, omdat....

Slide 16 - Open vraag

Ze zegt, dat....

Slide 17 - Open vraag

Hij wil een auto, omdat..........

Slide 18 - Open vraag

Hij wil water, als..........

Slide 19 - Open vraag

Je moeder denkt, dat..........

Slide 20 - Open vraag

We zijn klaar met dit onderdeel.
Je hebt heel goed gewerkt.  

Slide 21 - Tekstslide

Nu:

- Telefoons in de telefoontas.
- Intekenlijst presentaties

- Is je presentatie klaar? Zet de presentatie in de Google Classroom (uploaden).
- Ga daarna verder met Disk online.

Slide 22 - Tekstslide