Periode 2 - Les 2 - A&F Vaatstelsel

Periode 2 - les 2
Prikkelgeleiding van het hart
Bloedvatenstelsel
Het bloed
1 / 56
volgende
Slide 1: Tekstslide
anatomie en fysiologieMBOStudiejaar 2,3

In deze les zitten 56 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Periode 2 - les 2
Prikkelgeleiding van het hart
Bloedvatenstelsel
Het bloed

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
-Prikkelgeleiding van het hart
-Anatomie en fysiologie van de bloedvaten
-Anatomie en fysiologie: bloed en samenstelling

Slide 2 - Tekstslide

Enkele vragen over de vorige les:

Slide 3 - Tekstslide

Welke bloedsomloop begint in de linkerharthelft?
A
Grote bloedsomloop
B
Kleine bloedsomloop

Slide 4 - Quizvraag

In welke bloedsomloop wordt zuurstof opgenomen en koolstofdioxide afgegeven?
A
Grote bloedsomloop
B
Kleine bloedsomloop

Slide 5 - Quizvraag

Pericard
Endocard
Myocard
De binnenbekleding van de hartwand
Hartspier
Het hartzakje om het hart heen

Slide 6 - Sleepvraag

Bij welke bloedsomloop horen de haarvaten van de longen?
A
Bij de grote bloedsomloop
B
Bij de kleine bloedsomloop
C
Bij de kleine en de grote bloedsomloop

Slide 7 - Quizvraag

Prikkelgeleiding van het hart
Hoe werkt het hart?

Slide 8 - Tekstslide

Hoe stroomt het bloed door het hart?
  • Autonome werking (onbewust)
  • Zuig- en perspomp
  • Het wordt aangestuurd door middel van elektrische prikkels die ontstaan in de rechter boezem

Systolische fase en diastolische fase

Slide 9 - Tekstslide

Systolische fase:
Actieve of contractie fase

Kamers trekken zich samen
Bloed in de slagaders gepompt
Boezems ontspannen
De AV-kleppen zijn gesloten

Slide 10 - Tekstslide

Diastolische fase:
Ontspanningsfase

Kamers ontspannen
Bloed vanuit boezems naar kamers
Boezems trekken iets samen en extra bloed naar kamers
Arteriële kleppen gesloten

Slide 11 - Tekstslide

Hoe ontstaat het hartritme?
Elektrische prikkels laten de hartspier samentrekken
Dit wordt geregeld door een prikkelgeleidingssysteem: een netwerk van speciale cellen in de hartspier. 
Begint in de rechter boezem: de sinusknoop


Dit systeem is te vergelijken met dominostenen. De cellen geven elkaar een elektrische prikkel door.


Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Onderdelen van het prikkelgeleidingssysteem
Het prikkelgeleidingssysteem bestaat uit een aantal onderdelen:
  • De sinusknoop
  • De AV knoop
  • De bundel van His, bundeltakken en Purkinje vezels

De sinusknoop
De sinusknoop is een groepje cellen bovenin de rechterboezem. Deze cellen geven het tempo aan. Hier ontstaan elektrische prikkels die zich over de boezems verspreiden naar de AV-knoop (boezem-kamerknoop).
Natuurlijke pacemaker van het hart.

Slide 14 - Tekstslide

Onderdelen van het prikkelgeleidingssysteem
De AV-knoop 
Ligt op de grens tussen de boezems en kamers.
De AV-knoop remt de elektrische prikkel af en regelt zo dat de kamers net iets later samentrekken dan de boezems.

Bundel van His
Na de AV-knoop gaat de elektrische prikkel langs de bundel van His naar de linker- en rechterbundeltak
Deze vertakken zich tot Purkinje vezels, die de spiercellen van de kamers aanzetten tot samentrekken.

Slide 15 - Tekstslide

Links naar enkele aanvullende video's over het hart:

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Slide 18 - Video

Slide 19 - Video

Slide 20 - Video

Het bloedvatenstelsel

Slide 21 - Tekstslide

Het bloedvatenstelsel
Bestaat uit:

  • Slagaders: arteriën / arteriolen
  • Aders: venen / venulen
  • Haarvaten: capillairen
  • Het hart 

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Kenmerken van een arterie
  1. Het bloed in een slagader stroomt ALTIJD van het hart af
  2. Bij iedere hartslag zet het vat even uit (hij klopt/pulseert)
  3. Arteriën liggen meestal diep in het lichaam
  4. De druk van het bloed is hoog
  5. De wand is dik
  6. Slagaders hebben geen kleppen
  7. Het bloed is BIJNA ALTIJD zuurstofrijk (behalve in de kleine bloedsomloop)
  8. De longslagader is zuurstofarm

Slide 24 - Tekstslide

Kenmerken van een vene
  1. Het bloed stroomt ALTIJD naar het hart toe
  2. Het vat pulseert niet
  3. Venen liggen meestal aan de oppervlakte
  4. De druk van het bloed tegen de wand van het vat is lager
  5. De wand is dunner
  6. Aders hebben kleppen
  7. Het bloed is BIJNA ALTIJD zuurstofarm (behalve in de kleine bloedsomloop)
  8. De longader is zuurstofrijk 

Slide 25 - Tekstslide

Kenmerken van haarvaten
  1. Overgang van slagaders naar aders
  2. De wand is dun zodat uitwisseling van stoffen en gassen kan plaatsvinden
  3. Het bloed stroomt langzaam
  4. Bevinden zich aan de uiteinden van grotere bloedvaten en komen uit in alle organen en weefsels van ons lichaam

Slide 26 - Tekstslide

Bloedvatwand bestaat uit 3 lagen
Binnenste laag:
  • Glad endotheel
  • Vormt scheiding tussen het bloed en de rest van de weefsels

Middelste laag:
  • Glad spierweefsel, kan samentrekken en ontspannen. Vasoconstrictie/Vasodilatatie 
  • Bij slagaders dikker dan bij aders

Buitenste laag:
  • Bindweefsel
  • Stevigheid aan het bloedvat en zijn elastisch

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Enkele belangrijke bloedvaten
Aorta - brengt zuurstofrijk bloed vanuit de linker kamer naar het hele lichaam

Kransslagaders - eerste twee aftakkingen van de aorta die de hartspier zelf van bloed voorziet

Onderste en bovenste holle ader - deze brengen zuurstofarm bloed vanuit het lichaam terug naar het hart. Ze monden uit in de rechter boezem

Halsslagaders - brengen zuurstofrijk bloed vanuit het hart naar de hersenen

Longslagader en longvenen - onderdeel van de kleine bloedsomloop

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

De aorta
Onderste holle ader


Slide 31 - Tekstslide

In de afbeelding zie je het hart met enkele bloedvaten

Sleep de bloedvaten naar de juiste namen.
Coronairen
Holle ader 
Aorta
Longslagader
Longader

Slide 32 - Sleepvraag

Hoe noemen we kleine slagaders?
A
Arteriolen
B
Capillairen
C
Venulen
D
Coronairen

Slide 33 - Quizvraag

Wat is een andere naam voor aders?
A
Arteriën
B
Venen

Slide 34 - Quizvraag

Welke laag in bloedvatwand kan samentrekken en ontspannen
A
Binnenste
B
Middelste
C
Buitenste

Slide 35 - Quizvraag

Welke bloedvatwanden zijn doorlaatbaar?
A
Alleen de wanden van arteriën
B
De wanden van de capillairen
C
Alleen wanden van venen

Slide 36 - Quizvraag

Slagader
Ader
Naar het hart toe
Van het hart af
Dikke gespierde wand
Dunne slappe wand
Kleppen over de gehele lengte
Kleppen alleen bij het hart
Bloed stroomt snel
Bloed stroomt langzaam

Slide 37 - Sleepvraag

Bloed

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Tekstslide

Slide 40 - Tekstslide

Slide 41 - Tekstslide

Slide 42 - Tekstslide

Slide 43 - Tekstslide

Slide 44 - Tekstslide

Slide 45 - Tekstslide

Slide 46 - Tekstslide

Slide 47 - Tekstslide

Slide 48 - Tekstslide

Slide 49 - Tekstslide

Slide 50 - Tekstslide

Slide 51 - Tekstslide

Slide 52 - Tekstslide

Slide 53 - Tekstslide

Slide 54 - Tekstslide

Slide 55 - Tekstslide

Afsluiting
Ik ben weer een stukje wijzer geworden
Ik wist al veel
Ik vond het een lastige les
Ik heb nog een aanvulling op wat er verteld is
Ik wil nog iets mededelen/vragen

Slide 56 - Poll