BK1 Blok 1: Spreken, kijken en luisteren

Spreken, kijken en luisteren
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Spreken, kijken en luisteren

Slide 1 - Tekstslide

Na deze les:

--> ken je het verschil tussen een monoloog, dialoog en een groepsgesprek;
--> kun je een tekst goed voorlezen door de leestekens die er staan;
--> weet je hoe je je stem op de goede manier moet gebruiken als je spreekt.

Slide 2 - Tekstslide

Soorten gesprekken

Gesprekken kun je verdelen in drie verschillende soorten: de monoloog, dialoog en het groepsgesprek. 

  • Bij een monoloog spreekt één iemand. Die persoon houdt bijvoorbeeld een spreekbeurt of vertelt een verhaal. 
  • Bij een dialoog praten twee mensen met elkaar. 
  • Als er drie of meer mensen met elkaar praten, dan is dat een groepsgesprek
Maak aantekeningen!

Slide 3 - Tekstslide

Naar welke gesprekken heb je vandaag geluisterd?

Wie sprak met wie?

Slide 4 - Open vraag

Waar kun je op letten als je naar iemands stem luistert?

Slide 5 - Woordweb

Waar kun je op letten als je naar iemands stem luistert?



  • Intonatie ---> Hoe iemand zich voelt
  • Volume ---> Hoe hard of zacht iemand praat
  • Toonhoogte ---> hoe hoog of laag iemands stem is
  • Tempo ---> hoe snel of langzaam iemand praat



Maak aantekeningen!

Slide 6 - Tekstslide

Opdracht
Bekijk het fragment.

Vul voor elke spreker de juiste toonhoogte, volume, tempo en intonatie in op je werkblad.

Spreker 1: Thomas Acda (met blond haar)
Spreker 2: Paul de Munnik (met donker haar)
Portfolio-opdracht

Slide 7 - Tekstslide

Let op leestekens als je spreekt.

Maak aantekeningen!

Slide 8 - Tekstslide

Spreek de zinnen uit.
Lees de zinnen in tweetallen hardop voor. Let daarbij goed op de leestekens.

  1. Ik luister graag naar rockmuziek.
  2. Naar welke muziek luister jij graag? 
  3. Als Senna naar de radio luistert, moet ze altijd denken aan haar zusje. 
  4. Pas op! Een wesp!

Slide 9 - Tekstslide

Spreek de zinnen uit.


Spreek de zinnen tussen aanhalingstekens goed uit. Gebruik de toonhoogte die achter de zin staat. Kijk goed naar de leestekens.

  1. ‘Hallo?’ (een lage mannenstem) 
  2. ‘Met wie spreek ik?’ (een hoge vrouwenstem) 
  3. ‘Je weet best wie ik ben! Jij hebt mijn telefoon gestolen!’ (je eigen stem)

Slide 10 - Tekstslide

Spreek de zinnen uit.


Spreek de zinnen goed uit. Gebruik het volume of het tempo dat achter de zin staat. Kijk goed naar de leestekens.

  1. ‘Wacht daar! Ik kom teruggereden.’ (volume: hard)
  2. ‘Ik ben bij café De blauwe gier. Daar kunnen we praten, niet bij de bus.’ (volume: zacht) 
  3. Hij dook de bus in en schoof zo zacht hij kon de zijdeur dicht. (tempo: snel)

Slide 11 - Tekstslide

Spreek de zinnen uit.


Spreek de zinnen goed uit. Gebruik het volume of het tempo dat achter de zin staat. Kijk goed naar de leestekens.

  1. Alles wat hij zag, was een oude, bruine bank met autogordels. (tempo: langzaam) 
  2. Haar blik was nu nog naar de straat gericht, maar ze kon elk moment opkijken en dan zou ze hem onmiddellijk zien staan. (volume: zacht, tempo: langzaam) 
  3. ‘Met mij. Het huis is leeg. Dat weet ik heel zeker. We kunnen nu onze slag slaan!’ (volume: hard, tempo: snel)

Slide 12 - Tekstslide

Spreek de zinnen uit.


Spreek de zinnen goed uit. Pas je stem aan aan de intonatie die achter de zin staat. Kijk goed naar de leestekens. Oefen een paar keer tot de intonatie juist is.

  1. ‘Haha, wat een goede grap!’ (vrolijk) 
  2. ‘Haha, wat een goede grap.’ (geïrriteerd) 
  3. ‘Koen zou om elf uur thuis zijn. Het is nu halftwaalf en hij is er nog steeds niet!’ (ongerust) 
  4. ‘Koen zou om elf uur thuis zijn. Het is nu halftwaalf en hij is er nog steeds niet!’ (boos)

Slide 13 - Tekstslide

Opdracht
Kondig als radio-dj in dertig seconden je favoriete nummer aan.

Opdracht in de classroom!

Portfolio-opdracht

Slide 14 - Tekstslide