dinsdag 31 mei

Goedemorgen! 
Goed dat je er bent.
 

  • Maak je mobiel alvast klaar om in te leveren.
  • Pak je Chromebook en meld je aan voor de LessonUp van vandaag. 

1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieSpeciaal OnderwijsLeerroute 2

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Goedemorgen! 
Goed dat je er bent.
 

  • Maak je mobiel alvast klaar om in te leveren.
  • Pak je Chromebook en meld je aan voor de LessonUp van vandaag. 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Planning 
1e uur Nederlands 
2e uur Wiskunde
3e uur Aardrijkskunde of techniek 
11.15 uur gym 
4e uur Economie
5e uur Engels
6e uur Biologie

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1e lesuur:
8:45 - 09:30
Nederlands


Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dit zijn woorden die je dit schooljaar geleerd hebt. Welke ken je nog?

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel
Je leert woordbetekenissen in de tekst vinden

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeld
Kies de beste manier uit de theorie om de betekenis van het onderstreepte woord te vinden.

Deze zomer gaan we naar een primitieve camping, want dat vinden we leuker dan kamperen op een luxe camping.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeld
Kies de beste manier uit de theorie om de betekenis van het onderstreepte woord te vinden. 

Deze zomer gaan we naar een primitieve camping, want dat vinden we leuker dan kamperen op een luxe camping.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Op onze camping zijn weinig faciliteiten.

Hoe vind je de betekenis van 'faciliteiten'?
A
Zoek naar een synoniem.
B
Zoek naar een voorbeeld.
C
Zoek een tegenstelling.
D
Zoek (een deel van) het woord in het woordenboek.

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

We kamperen exact drie weken op de camping, dat is precies de helft van onze vakantie.

Hoe vind je de betekenis van 'exact'?
A
Zoek naar een synoniem.
B
Zoek naar een voorbeeld.
C
Zoek een tegenstelling.
D
Zoek (een deel van) het woord in het woordenboek.

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het enige nadeel is dat er geen wifi is, want mijn mobiel is onmisbaar.

Hoe vind je de betekenis van 'onmisbaar'?
A
Zoek naar een synoniem.
B
Zoek naar een voorbeeld.
C
Zoek in het woord dat je niet kent een bekend woorddeel.
D
Zoek een tegenstelling.

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De uitslag van de verkiezingen was opzienbarend.

Wat betekent 'opzienbarend'?
A
teleurstellend
B
verbazingwekkend

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Voor de toets biologie krijg je maximaal een half uur.

Wat betekent 'maximaal'?
A
altijd
B
hoogstens

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag! 
Maken hfst. 6 - woordbetekenissen

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het in Zeeland opgegraven skelet dateert volgens de onderzoekers uit 1953.

Wat betekent 'dateert'?
A
is afkomstig
B
is begraven

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

2e lesuur:
9.30 - 10.15
Wiskunde

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag!
maken: Hfst. 9 - paragraaf 3 afmaken
timer
30:00

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3e lesuur:
10.30 - 11.15
Aardrijkskunde



Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Pauze

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bronnen: dreigend energietekort

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De fossiele brandstoffen raken op. Welke soorten duurzame energie hebben we in Nederland?

Slide 23 - Open vraag

. Dit is energie uit wind, waterkracht, zon, bodem, buitenluchtwarmte en biomassa.
1: energiebesparing & groene energie.
Kachel graadje lager, reizen met OV.

2: energie uit planten.
Het verbranden van houtresten en GFT-afval in elektriciteitscentrale. 

3: windenergie.
Windmolens wekken elektriciteit op, windmolenparken.

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

4: zonnepanelen. 
Het opwekken van elektriciteit of verwarmen van water door zonne-energie. 

5: aardwarmte uit de diepe ondergrond.
Tuinbouw gebruikt grondwater om plantenkassen te verwarmen.

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Groene energie in de toekomst
De Nederlandse overheid wil dat in 2020 14% van het energiegebruik duurzaam is. In 2050 zou alle elektriciteit door middel van duurzame energiebronnen moeten worden opgewekt.

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kernenergie
Kernenergie wordt opgewekt door uraniumdeeltjes te splijten --> komt warmte vrij --> daarmee wordt water verwarmd tot stoom en stroom opgewekt. 

Nadelen: 
* Het afval van een kerncentrale geeft (onzichtbare) radioactieve straling af.
* Uranium is een uitputbare energiebron.

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag!
maken: H6 - paragraaf 3 maken voor de helft
timer
0:30

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

4e lesuur:
11.15 - 12.00
Economie

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag! 
Maken: hfst 7 - oefentoets 
timer
30:00

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Pauze

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

12.30-13.00
Gym of lezen 

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

5e lesuur:
12.30 - 13.15
Engels

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel 
I can understand short descriptive texts about familiar subjects.

Slide 35 - Tekstslide

Ik kan mijn mening vragen en geven over de media en nieuws, advies en feedback geven en woorden gebruiken over media en kritisch denken.
Strategy: Taking notes

Using abbreviations can be helpful when taking notes quickly, for example when you want to write a text message. You can make abbreviations by:
– leaving out articles (the, a, an) and pronouns (he, she, it) in sentences
– shorten words by leaving out certain letters: asap (as soon as possible), btw (by the way), am/pm.
– using abbreviations for commonly used words and phrases: approx. (approximately), min (minute), ft (feet), doc. (document), Dec. (December)

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag! 
Ch.6 - G

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

6e lesuur:
13.15 - 14.00
Biologie

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag!
Maken: Thema 6 - Test jezelf! 
timer
30:00

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

14.00 - 14.30
SoVa/Burgerschap/LOB/Ontspanning

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afsluiting

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies