Herhaling 4.1-4.4 2m2

Welkom 2m2 in 2022!
Fijn dat je er weer bent. 
Ga zitten op je eigen plek (hoeft niet te komen vragen of je ergens anders mag zitten)
Welkom 2m2 in 2022!
* Fijn dat je er weer bent.
* Ga zitten op je eigen plek (hoeft niet te vragen of je ergens anders mag zitten)
* Leg je spullen voor
  je op tafel

1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom 2m2 in 2022!
Fijn dat je er weer bent. 
Ga zitten op je eigen plek (hoeft niet te komen vragen of je ergens anders mag zitten)
Welkom 2m2 in 2022!
* Fijn dat je er weer bent.
* Ga zitten op je eigen plek (hoeft niet te vragen of je ergens anders mag zitten)
* Leg je spullen voor
  je op tafel

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
Herhaling van theorie/Zelfstandig werken
Zelfstandig werken
Afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

Herhaling theorie 4.1 t/m 4.4 van Procenten
1) Ik weet nog heel goed hoe ik met procenten moet rekenen
Ik kan situaties vergelijken met procenten, een breuk omzetten naar een percentage, nieuwe prijzen berekenen bij korting, prijzen inclusief btw berekenen, rekenen met aantallen boven de 100%, prijzen exclusief btw berekenen, de prijs van voor een prijsverhoging berekenen. Ga dan alvast verder met het werkblad. Schrijf je berekeningen op. Je mag op het werkblad schrijven
2) Weet je het niet meer zo goed, doe dan mee met de uitleg.

Slide 3 - Tekstslide

4.1 Procenten vergelijken
* Je kunt situaties vergelijken met procenten
Club A heeft 240 leden, 156 leden spelen competitie
Club B heeft 255 leden, 170 leden spelen competitie
Bij welke vereniging spelen naar verhouding meer leden competitie?

Hoe ga je dit berekenen?

Slide 4 - Tekstslide

4.1 Procenten vergelijken
Club A heeft 240 leden, 156 leden spelen competitie
Club B heeft 255 leden, 170 leden spelen competitie
A



B




Bij welke vereniging spelen naar verhouding meer leden competitie?
A = 65 % en bij B 66,67% dus bij vereniging B spelen meer leden competitie

leden
240
1
156
%
100
65
B: 100:255 x 170 = 66,67%
A: 100 : 240 x 156 = 65 %
leden
255
1
170
%
100
66,66..

Slide 5 - Tekstslide

4.2 Rekenen met procenten
Je kunt: 
- Een breuk omzetten in een percentage
- De nieuwe prijs uitrekenen bij korting

Slide 6 - Tekstslide

4.2 Rekenen met procenten
Je kunt een breuk omzetten in een percentage
     = ..... %

Hoe bereken je dit ook alweer?

72

Slide 7 - Tekstslide

4.2 Rekenen met procenten
Je kunt een breuk omzetten in een percentage
     = ..... %

Hoe bereken je dit ook alweer?
     = 2 : 7 x 100 = 28,5714 dus 28,57 %
72
72

Slide 8 - Tekstslide

4.2 Rekenen met procenten
Je kunt de nieuwe prijs uitrekenen bij korting

Frits koopt een trui van 55 Euro. Hij krijgt 30% korting.
Wat moet Frits nog betalen?

Slide 9 - Tekstslide

4.2 Rekenen met procenten
Je kunt de nieuwe prijs uitrekenen bij korting



Of je rekent met het percentage dat je moet betalen. 
100 - 30 = 70 % .

Euro
55
16,5
%
100
1
30
55 - 16,50 = 38,50 euro
betalen


Euro
55
38,5
%
100
1
70
Dus 38,50 Euro betalen

Slide 10 - Tekstslide

4.3 Meer dan 100%
Je kunt:
- De prijs inclusief btw berekenen.
- Rekenen met aantallen boven de 100%

Slide 11 - Tekstslide

4.3 Meer dan 100%
Je kunt: De prijs inclusief btw berekenen.
Een auto huren kost 99 Euro per dag. Deze prijs is exclusief 21% btw. Hoeveel Euro kost de auto per dag?

Hoe bereken je dit?



Slide 12 - Tekstslide

4.3 Meer dan 100%
Je kunt: De prijs inclusief btw berekenen.
Een auto huren kost 99 Euro per dag. Deze prijs is exclusief 21% btw. Hoeveel Euro kost de auto per dag (inclusief btw)?





Prijs
99
119,79
%
100
1
121
99 : 100 x 121 = 119,79 Euro kost de auto

Slide 13 - Tekstslide

4.3 Meer dan 100%
Je kunt: Rekenen met aantallen boven de 100%
Vorig jaar werd 45 Euro aan biologische producten besteed.
Dit jaar is dat 17% meer. 
Bereken hoeveel euro dit jaar aan biologische producten is uitgegeven.
Hoe doen we dit?


Slide 14 - Tekstslide

4.3 Meer dan 100%
Je kunt: Rekenen met aantallen boven de 100%
Vorig jaar werd 45 Euro aan biologische producten besteed.
Dit jaar is dat 17% meer. 
Bereken hoeveel euro dit jaar aan biologische producten is uitgegeven.



Euro
45
52,65
%
100
1
117
45 : 100 x 117 = 52,65 Euro wordt uitgeven

Slide 15 - Tekstslide

4.4 Terug naar 100%
Je kunt:
- de prijs exclusief btw berekenen.
- de prijs van voor een prijsverhoging berekenen.

Slide 16 - Tekstslide

4.4 Terug naar 100%
Je kunt: de prijs exclusief btw berekenen.
Alle prijzen bij IKEA zijn inclusief 21 % btw. 
Je moet 230,50 Euro betalen. 
Bereken de prijs exclusief btw.

Hoe doen we dit ook alweer?

Slide 17 - Tekstslide

4.4 Terug naar 100%
Je kunt: de prijs exclusief btw berekenen.
Alle prijzen bij IKEA zijn inclusief 21 % btw. 
Je moet 230,50 Euro betalen. 
Bereken de prijs exclusief btw.


Euro
230,50
190,495..
%
121
1
100
230,50 : 121 x 100 = 190,50 Euro exclusief btw

Slide 18 - Tekstslide

4.4 Terug naar 100%
Je kunt: de prijs van voor een prijsverhoging berekenen.
De collecteopbrengst van KWF Kankerbestrijding was in 2015 6.248.577 Euro, een stijging van 0,35% ten opzichte van het jaar ervoor. Bereken de collecteopbrengst van 2014.

Hoe doe je dit ook alweer?

Slide 19 - Tekstslide

4.4 Terug naar 100%
Je kunt: de prijs van voor een prijsverhoging berekenen.
De collecteopbrengst van KWF Kankerbestrijding was in 2015 6.248.577 Euro, een stijging van 0,35% ten opzichte van het jaar ervoor. Bereken de collecteopbrengst van 2014.



Euro
6.248.577
6.226.783,258..
%
100,35
1
100
6.248.577 : 100,35 x 100 = 6.226,783,26 Euro in 2014

Slide 20 - Tekstslide

Zelfstandig werken
Ga nu zelfstandig aan de slag met het werkblad. 
Je maakt alleen de b vragen (bijv. 4.1b of 4.4b1)

Slide 21 - Tekstslide

Afsluiting
Als het goed is heb je nu de stof van 4.1 t/m 4.4 herhaald.
Zorg dat je het werkblad (of alleen de b vragen als je de theorie meegedaan hebt) afhebt 
Stuur foto's op van je berekeningen 
Lees de theorie vast door van 4.5 en bekijk het filmpje

Slide 22 - Tekstslide

In een pot jam A van 225 gram zit 162 gram aardbeien.
In pot jam B van 180 gram zit 100 gram aardbeien.
In welke pot jam zitten naar verhouding meer aardbeien.
Schrijf je berekening op en maak een foto

Slide 23 - Open vraag

4.1 Procenten vergelijken
Jam A 225 gram waarvan 162 gram aardbeien
Jam B 180 gram waarvan 100 gram aardbeien
A



B




Conclusie: Bij jam A naar verhouding de meeste aardbeien (72% tegen 55,56%)

gram
225
1
162
%
100
72
B: 100:180 x 100 = 55,56% of 55    %
A: 100 : 225 x 162 = 72 %
gram
180
1
100
%
100
55,55...
95

Slide 24 - Tekstslide