v5 week 24

v5 week 24
A: programme, les buts  et les corrections
C: Le GERONDIF
B: 6 juin : JOUR J 
D:  SPACERACE  /  monsieur Ibrahim
 le gérondif (grammaire 1 u6)
• u6 lire : les secrets de l’intelligence
À faire :u6 : 6-9 et 11 a-d
• apprendre : p106 -107
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

v5 week 24
A: programme, les buts  et les corrections
C: Le GERONDIF
B: 6 juin : JOUR J 
D:  SPACERACE  /  monsieur Ibrahim
 le gérondif (grammaire 1 u6)
• u6 lire : les secrets de l’intelligence
À faire :u6 : 6-9 et 11 a-d
• apprendre : p106 -107

Slide 1 - Tekstslide

cette semaine...
Evaluons la semaine dernière en corrigeant les exercices ensemble (• 18 a-c , 24 a-c (u5).  Tout en parlant des exercices et tout en posant des questions vous apprendrez beaucoup. 
Ensuite, en passant par Jour J, nous entamerons le gérondif, pour finir avec un  spacerace.

 

Slide 2 - Tekstslide

GRAMMAIRE II –
Exercice 18A
1 viendront zullen komen venir
2 prenons laten we nemen prendre
3 contient bevat contenir
4 ai obtenu heb verkregen obtenir
5 comprenait begreep comprendre
6 est devenu is geworden devenir

 18B   1 prendrai                        5 faut
2 sont revenus                          6 pleuvait
3 préviens                                  7 a obtenu
4 surprends                               8 croyais

18C  1 En 2016, le groupe connaît son plus grand succès.
2 Pendant les vacances, il pleuvait tout le temps.
3 Il faut qu’A. reprenne son travail après son congé parental.
4 Est-il devenu impossible de vivre sans smartphone ?
5 Tenez-nous au courant de vos aventures en Asie !




Exercice 24A

1 ses gratte-ciels                5 les nôtres
2 ton amabilité                    6 ma lettre de motivation
3 le vôtre                               7 LE TIEN
4 mes jours de congé    8 votre fonction

Exercice 24B
1 quels                                            5 QUOI
2 qui                                                 6 QUAND
3 qu’est-ce qu’                           7 QUOI
4 quelles                                        8 OÙ

 24C   1 Quelles sont vos conditions de travail ?
2 Où as-tu lu notre article ? / Où est-ce que tu as lu notre article ?
3 Qui va continuer ses études à l’étranger ?
4 Qu’est-ce qui est préparé par ta mère ? / Qu’est-ce que ta mère prépare ?
5 De quoi parlent-ils dans leur blog de voyage ?






18a-c/24A-C/TEKST)/ THIEME MEULENHOFF LIBRE SERVICE

Slide 3 - Tekstslide

b: JOUR -J - le 6 juin 1944

Slide 4 - Tekstslide

wat hoor je? les fameux:
A
belvédères Belvédères
B
berets verts
C
alliés
D
canadiens

Slide 5 - Quizvraag

Dans quelques heures ils vont débarquer en Normandie et participer au plus grand bataille mondiale.
Nous ne serons peut être pas plus de …… à revenir vivant cette nuit
A
6 Belvédères
B
60
C
10
D
100

Slide 6 - Quizvraag

Aucun homme ne renonce. Au milieu des troupes la pression monte.
Opération …………. est en marche. (058)
A
snowwhite Belvédères
B
warlord
C
overlord
D
overload

Slide 7 - Quizvraag

2m 10 : dix sont blessés ………… leur chef Kiffer (welk betrekkelijk vnw)
A
qui Belvédères
B
que
C
qu'
D
dont

Slide 8 - Quizvraag

Hoe laat gaan de deuren van de vloten open? (1m40)
A
half 6 Belvédères
B
half 7
C
half 8
D
half 9

Slide 9 - Quizvraag

le gérondif
- Bestaat uit het woordje 'en' + het tegenwoordig deelwoord (participe présent)

 

- Le gérondif kan drie dingen aangeven:

1. Dat iets op hetzelfde moment gebeurde (terwijl)
2. Een voorwaarde (door)
3. De manier waarop je iets doet (door)

Slide 10 - Tekstslide

Bijvoorbeeld:
1.En faisant tes devoirs, tes notes s'amélioreront.
2. Je fais mes devoirs en écoutant de la musique.
3. Tu peux mieux te reposer en dormant plus longtemps.

-> In welke zin is het gérondif gebruikt voor een gelijktijdigheid, in welke een voorwaarde, en in welke een manier?

Slide 11 - Tekstslide

Bijvoorbeeld:
1.En faisant tes devoirs, tes notes s'amélioreront. Voorwaarde.
2. Je fais mes devoirs en écoutant de la musique.
Gelijktijdigheid
3. Tu peux mieux te reposer en dormant plus longtemps.
Manier

Slide 12 - Tekstslide

Hoe maak ik een gérondif?
Het tegenwoordig deelwoord (participe présent): 
1. Neem de nous-vorm van de présent (commençons);
2. Haal -ons eraf (commenç-);
3. Vervang -ons voor -ant (commençant).
Bijvoorbeeld: prendre - 1. prenons; 2. pren-; 3. prenant.

Zet hier het woordje 'en' voor, en je hebt het gérondif!

Slide 13 - Tekstslide

Belangrijke onregelmatige vormen
  • Être - en étant
  • Avoir - en ayant
  • Savoir - en sachant

  • Let ook op werkwoorden met een onregelmatige spelling! (Chapitre 1, Grammaire B)

Slide 14 - Tekstslide

Probeer zelf le gérondif te vormen van:
Lire

Slide 15 - Open vraag

Probeer zelf le gérondif te vormen van:
venir

Slide 16 - Open vraag

Probeer zelf le gérondif te vormen van:
connaître

Slide 17 - Open vraag

Probeer zelf le gérondif te vormen van:
croire

Slide 18 - Open vraag

Probeer zelf le gérondif te vormen van:
prendre

Slide 19 - Open vraag

Probeer zelf le gérondif te vormen van:
Manger

Slide 20 - Open vraag

Probeer zelf le gérondif te vormen van:
danser

Slide 21 - Open vraag

Probeer zelf le gérondif te vormen van:
Écrire

Slide 22 - Open vraag

En résumé:
  • Het gérondif gebruik je om gelijktijdigheid, een manier waarop of een voorwaarde te benoemen.

  • Je maakt het gérondif door het woordje 'en' te gebruiken, gevolgd door het tegenwoordig deelwoord:
    nous-vorm van de présent zonder -ons, met -ant erachter

Slide 23 - Tekstslide

SPACERACE...
Socrative:
HUBERT2565

Slide 24 - Tekstslide