U1) Possessive: 's, ' and ... of ...

English (unit 1 - lesson 4) 
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo t, havo, vwoLeerjaar 1,2

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

English (unit 1 - lesson 4) 

Slide 1 - Tekstslide

Lessongoal:
Goal: At the end of the lesson you know how to make possessive sentences in English.

Slide 2 - Tekstslide

Possessive: 's, ' and ... of ...

Slide 3 - Tekstslide

Vaste -s of komma 's 
  • Woorden in het meervoud ALTIJD een vaste -s:
    one boy - two boys
    one baby -  six babies.

  • Woorden die bezit aangeven hebben een hoge komma 's:
     The boy's dog was black and white.
    The woman's dress was too short.

Slide 4 - Tekstslide

Possessive - bezit mensen/dieren
Gebruik je om te zeggen dat iets van iemand is of dat iets ergens bij hoort:

  1.  Bij  bezit van mensen of dieren, zet je ’s of achter het woord.
    Bij een woord in het enkelvoud gebruik je ’s:  my dad’s car   -  Brutus’s toy

  2. Na een woord in het meervoud dat niet eindigt op -s gebruik je ook ’s:
    other people’s opinions

  3. Na een woord in het meervoud dat eindigt op  -s alleen  ’ :
    my friends’ bikes, the dogs’ leashes


Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Rules - iets wat bij elkaar hoort
  1. iets wat bij een ding hoort gebruik je … of ….
    the back of the house. the leaves of the trees

  2. Bij geografische locaties:  … of …. 
    the city of New York , the county of Essex

  3. Dingen die horen bij een land of plaats --> kun je kiezen ’s  / ... of ...
    Britain’s history - the history of Britain



Slide 7 - Tekstslide

overview rules
's 
Bezit van mensen of dieren
Enkelvoud
Meervoud niet op -s

Jess's book
The men's bathroom
bezit van mensen of dieren

meervoud op -s
my parents' house
... of ...
iets wat bij een ding hoort

geografische locaties
enkelvoud
meervoud
The name of the game
The wheels of the cars
The city of London
's / ... of ...
Iets wat bij een land of plaats hoort
-
America's largest cities
The largest cities of America

Slide 8 - Tekstslide

Time to check! 
QUIZ! 

Slide 9 - Tekstslide

Isn't this ____ book?
A
Peter
B
Peter's
C
Peters'

Slide 10 - Quizvraag

They are painting the ____ room this week.
A
children's
B
childrens
C
childrens'

Slide 11 - Quizvraag

Did you read ___ newspaper?
A
yesterdays
B
yesterdays'
C
yesterday's

Slide 12 - Quizvraag

My ____ house is pretty far away.
A
grandparents's
B
grandparents'
C
grandparents

Slide 13 - Quizvraag

Which one is correct?
A
The window of the room
B
The room's window

Slide 14 - Quizvraag

Which one is correct?
A
Our friend's cats
B
The cats of our friend

Slide 15 - Quizvraag

Which one is correct?
A
England's capital
B
The capital of England

Slide 16 - Quizvraag

Ik weet hoe ik 'possessives' moet maken en gebruiken in het Engels.
Ja dat weet ik.
Een beetje. Ik snap sommige dingen nog niet helemaal.
Nee ik snap het helemaal niet.

Slide 17 - Poll