Woordenschat les 1

Woordenschat
Even een korte introductie...
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Woordenschat
Even een korte introductie...

Slide 1 - Tekstslide

Welke zin betekent hetzelfde?
Naar schatting doen er 350 mensen mee aan het evenement
A
We denken dat er 350 meedoen.
B
We hopen dat er 350 mensen meedoen.
C
We weten zeker dat er 350 mensen meedoen.
D
Geen van de antwoorden is juist

Slide 2 - Quizvraag

Wat doe je als je iets 'letterlijk' zegt?
A
Je bedoelt precies wat je zegt.
B
Je bedoelt iets anders dan wat je zegt.

Slide 3 - Quizvraag

Wat is een consument?
A
Iemand die iets koopt
B
Iemand die iets verkoopt

Slide 4 - Quizvraag

De krant
De fles
Moe
Het gif
De media
schadelijk
De  inspanning
Het etiket

Slide 5 - Sleepvraag

Dat 'treft', we hebben nog precies één jas in jouw maat.
'treft' betekent:
A
gooien
B
geluk hebben
C
oppakken

Slide 6 - Quizvraag

Wat betekent het volgende woord:
NAARGELANG
A
onhandig
B
langer dan
C
hoe meer
D
hoe minder

Slide 7 - Quizvraag

Vul het juiste woord in:
plaatje - tekening - foto =
a.........

Slide 8 - Open vraag

Vul het juiste woord in:
sollicitant - geïnteresseerde - deelnemer - k........

Slide 9 - Open vraag

Wat betekent het woord
'vóórkomen'
A
Als eerste in de rij gaan staan
B
het bestaat in het echt
C
je wilt het niet

Slide 10 - Quizvraag

Woordenschat?!

december 2018:

woordenschat + dictee toets

Alle woorden kunnen erin vóórkomen.

Aan de slag:

- Bouwstenen 01 t/m 06

- Woordenschat 2F bouwsteen 01 en 02

Slide 11 - Tekstslide