Nederlands: Woordenschat - Bouwsteen 1

Woordenschat
Bouwsteen 1
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Woordenschat
Bouwsteen 1

Slide 1 - Tekstslide

Wat betekent: het alternatief
A
zonder einde
B
precies
C
de andere mogelijkheid
D
het antwoord

Slide 2 - Quizvraag

Het broeikaseffect betekent dat planten beter groeien als ze in een warme kas staan
A
Waar
B
Niet waar

Slide 3 - Quizvraag

Wat betekent de visconsumptie?
A
de hoeveelheid vis die gegeten wordt
B
de indeling van groot naar klein
C
de manier waarop je vis kunt klaarmaken

Slide 4 - Quizvraag

een lastige keuze
bewijs dat je voldoet aan bepaalde eisen
zonder slot
installeren en in gebruik nemen
het dilemma

implementeren
oneindig
gecertificeerd

Slide 5 - Sleepvraag

De docent wil het aantal huiswerkopdrachten...
tot een minimum beperken
A
slechts een keer geven
B
verplicht maken
C
zo weinig mogelijk maken

Slide 6 - Quizvraag

Stoffen in voedsel die nuttig zijn voor het lichaam zijn...
A
grondstoffen
B
organisch
C
voedingsstoffen
D
milieubewust

Slide 7 - Quizvraag

iets wat je over iemand denkt zonder die te kennen
iets wat je geeft
iets wat te weinig is
iets dat op winst gericht is
het tekort
commercieel
het vooroordeel
de bijdrage

Slide 8 - Sleepvraag

Naar schatting doen er 350 mensen mee aan het evenement.
A
We hopen dat er 350 mensen meedoen.
B
We denken dat er 350 mensen meedoen.
C
We weten zeker dat er 350 mensen meedoen.

Slide 9 - Quizvraag

Als je precies bedoelt wat je zegt, dan is dat...
A
letterlijk
B
figuurlijk

Slide 10 - Quizvraag

Wat is een consument?
A
iemand die iets koopt
B
iemand die iets verkoopt

Slide 11 - Quizvraag

ergens tegen kunnen
raken
scheuren
dingen zeggen waardoor mensen een hekel krijgen aan iemand
een nare opmerking maken over een persoon
Beledigen
Barsten
Treffen
Haat zaaien
Verdragen

Slide 12 - Sleepvraag

Hoe moeilijk vind jij de woorden?
😒🙁😐🙂😃

Slide 13 - Poll