PS - par. 3 - HAVO

3. Is de ene cultuur beter dan de andere?
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
Middelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

3. Is de ene cultuur beter dan de andere?

Slide 1 - Tekstslide

Dominante cultuur
Alle waarden, normen en gewoonten die de meerderheid van de bevolking met elkaar deelt.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Subcultuur

Slide 4 - Woordweb

Subcultuur
Onderdeel van de dominant cultuur maar sommige cultuurkenmerken verschillen (muzieksmaak, kleding, vrije tijdsbesteding).

Slide 5 - Tekstslide

Tegencultuur

Slide 6 - Woordweb

Tegencultuur
Als een groep zich afzet tegen de dominante cultuur (dierenactivisten, neonazi's, salafisten).

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Immigranten

- Marokko/Turkije: vanaf WO2 (gastarbeiders) --> gezinsvorming/gezinshereniging

- Antilianen: vanwege studie of econ. redenen (jaren '90)

- Suriname: vanaf 1975 onafhankelijk, NL paspoort

- Kennismigranten: studie of werk (VS, India, China)

- Arbeidsmigranten: uit bijv. Polen (sinds uitbreiding EU)

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Individualistisch


Vrijheid om je persoonlijke identiteit te ontwikkelen (eigen keuzes, verantwoordelijkheid)

Collectivistisch


Het belang van de groep staat boven het individu (hechte groep, zorgen voor elkaar).

Slide 11 - Tekstslide

Masculiene cultuur

Rollen zijn strikt gescheiden. Man is kostwinner, vrouw is zorgende.
Feminiene cultuur

Rollen van mannen en vrouwen lopen meer door elkaar (papadag).

Slide 12 - Tekstslide

Segregatie

Als groepen mensen uit verschillende culturen langs elkaar heen gaan leven (China Town).
Assimilatie

Mensen passen zich zodanig aan dat ze hun eigen culturele identiteit loslaten.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Bij de NL'se samenleving past het begrip
A
Segregatie
B
Assimilatie
C
Integratie

Slide 15 - Quizvraag

Integratie
Bepaalde gewoonten worden getolereerd en gerespecteerd (beide kanten passen zich aan). Bijv. hoofddoekjes, man en vrouw zijn gelijk, suikerfeest.

Slide 16 - Tekstslide