Toets H8.1-3 Klas 3 AK Kwetsbare Planeet

AK Een kwetsbare planeet Hoofdstuk 8 Par 1 t/m 4

SUCCES !
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

AK Een kwetsbare planeet Hoofdstuk 8 Par 1 t/m 4

SUCCES !

Slide 1 - Tekstslide

Wat is niet een onderdeel van de ecologische voetafdruk?
A
voedsel
B
afval
C
energie
D
inkomen

Slide 2 - Quizvraag

Het verbouwen van de ingredienten voor bijvoorbeeld chocopasta kost                                           En het transport ervan kost                        . 

Op deze manier kun je van                                uitrekenen hoeveel ruimte daarvoor nodig is. Deze berekening heet de                                        voetafdruk. 

Als we de ruimte eerlijk over alle mensen zouden verdelen, heeft elke bewoner                         hectare beschikbaar. Het probleem is dat we nu per mens                            hecatare gebruiken! 

De aarde is te                       voor alle mensen die erop wonen.


Sleep de woorden naar de juiste plek
klein
2,8
1,7
Ecologische
producten
energie
ruimte

Slide 3 - Sleepvraag

Sleep de opmerkingen naar de juiste kolom. Je moet alles op de juiste plek slepen om 1 punt te verdienen.
Juist
Onjuist
Je voetafdruk wordt groter als je vaker per vliegtuig reist.
Je voetafdruk wordt kleiner als je minder vlees eet.
Meer televisie kijken heeft geen invloed op je voetafdruk.
Vaak en lang douchen zorgt voor een grotere voetafdruk.

Slide 4 - Sleepvraag

Waarom is leven op aarde niet mogelijk zonder broeikaseffect?

Slide 5 - Open vraag

Hoe komt het dat fossiele brandstoffen opraken?
A
Het duurt miljoenen jaren om te maken
B
Het is veel te duur
C
We kunnen ze niet meer vinden
D
Ze zijn veel te ouderwets

Slide 6 - Quizvraag

Geef een omschrijving van het begrip 'duurzaam'

Slide 7 - Open vraag

In welke landen hebben de grootste voetafdruk?
A
Westerse landen
B
Ontwikkelingslanden
C
Aziatische landen
D
Zuid-Amerikaanse landen

Slide 8 - Quizvraag

Welke 5 factoren zorgen ervoor dat er leven op aarde mogelijk is?

Slide 9 - Open vraag

Noem 3 redenen waarom zonder de dampkring er geen leven op aarde mogelijk is.

Slide 10 - Open vraag

Hoe kun je de term 'ecologische voetafdruk' het beste omschrijven?
A
De ecologische voetafdruk zegt iets over hoeveel jij van de aarde gebruikt
B
De ecologische voetafdruk gaat over hoeveel ruimte jij inneemt
C
De ecologische voetafdruk heeft alleen te maken met het gebruik van het landoppervlak
D
De ecologische voetafdruk zegt iets over de bevolkingsdichtheid in een land

Slide 11 - Quizvraag

Welke fase van het transitiemodel?
A
1
B
2
C
3
D
5

Slide 12 - Quizvraag

Welke fase van het transitiemodel?
A
2
B
3
C
4
D
5

Slide 13 - Quizvraag

De wereldbevolking zal waarschijnlijk niet verder groeien dan 11 miljard omdat?
A
De natuur dan hard zal ingrijpen met veel natuurrampen
B
Het aantal kinderen dat erbij komt niet langer meer groeit
C
We kunnen niet meer mensen voeden,dus hongersnood en doden

Slide 14 - Quizvraag

Als de wereld bevolking toch 11 miljard wordt dan komt dat doordat:
A
Er toch meer kinderen worden geboren
B
omdat mensen ouder worden

Slide 15 - Quizvraag

Twee beweringen
1. De wereldbevolking neemt absoluut gezien nog steeds toe
2. De relatieve groei van de wereldbevolking neemt af
A
beide beweringen zijn juist
B
beide beweringen zijn onjuist
C
bewering 1 is juist, 2 onjuist
D
bewering 1 is onjuist, 2 juist

Slide 16 - Quizvraag

De wereldbevolking neemt toe.

Gaat het hier over relatieve groei of absolute groei? En waaraan zie je dat?
A
relatieve groei, je kunt de bevolkingsgroei aflezen in miljoenen.
B
relatieve groei, je kunt de bevolkingsgroei aflezen in percentages.
C
absolute groei, je kunt de bevolkingsgroei aflezen in miljoenen.
D
absolute groei, je kunt de bevolkingsgroei aflezen in percentages.

Slide 17 - Quizvraag

In welke fase van het demografisch transitie model zit dit land in 2016?
A
Fase 1
B
Fase 2
C
Fase 3
D
Fase 4

Slide 18 - Quizvraag

Bekijk de leeftijdsdiagram van dit land. Welke ontwikkeling zie je?
A
Land in ontwikkeling; veel geboorten, minder sterfgevallen
B
Een ontwikkeld land; minder/weinig geboorten, veel sterfgevallen
C
Ontwikkelingsland; veel geboorten, veel sterfte

Slide 19 - Quizvraag

Een bevolkingsprognose is
A
een voorspelling van de groei van de bevolking
B
een overzicht van de groei van de bevolking
C
de berekende verwachte ontwikkeling van de bevolking
D
de ontwikkeling van de immigratie en emigratie in een land

Slide 20 - Quizvraag

Je ziet:
A
Vergrijzing
B
Ontgroening
C
Aftakeling
D
Verzuiling

Slide 21 - Quizvraag

Op welke plek in het demografisch transitiemodel horen deze bevolkingspiramides

Slide 22 - Sleepvraag

Een land waar vergrijzing hoog is zit in fase 5 van het demografisch transitiemodel
A
Goed
B
Fout

Slide 23 - Quizvraag

Landen met een hoog vruchtbaarheidscijfer hebben een piramide als bevolkingsdiagram
A
goed
B
fout

Slide 24 - Quizvraag

Waardoor is het vruchtbaarheidscijfer afgenomen
A
vrouwen zijn minder vruchtbaar
B
mannen zijn minder vruchtbaar
C
vrouwen krijgen eerder kinderen
D
vrouwen krijgen later kinderen

Slide 25 - Quizvraag

Waar is de gemiddelde bevolkingsgroei het hoogst?
A
Australië
B
Azië
C
Zuid-Amerika
D
Afrika

Slide 26 - Quizvraag

Geef het verband tussen urbanisatiegraad en ontwikkeling van een land.

Slide 27 - Open vraag

Koppel de tekstjes en foto's aan de juiste
manier van voedsel verbouwen.
Biologisch    
Schaalvergroting


.
Intensivering
Dit vind ik zelf
het beste idee!
Goed voor dieren, slecht voor de voetafdruk
Gigantische bedrijven zijn efficiënter

Slide 28 - Sleepvraag

Voedselcrisis =
A
ruzie over voedsel
B
teveel aan voedsel en dalende prijzen
C
allemaal fout
D
tekorten aan voedsel en stijgende prijzen

Slide 29 - Quizvraag

Duurzame energiebronnen zijn energiebronnen die nooit opraken.
A
Waar
B
Niet Waar

Slide 30 - Quizvraag

Wat zijn 3 gevolgen van meer voedsel produceren?
A
regenwoud kappen, vervoeren van voedsel , meer plastic afval
B
Meer overstromingen, meer neerslag, minder ijskappen
C
regenwoud kappen, minder dieren, minder plastic afval

Slide 31 - Quizvraag

gletsjer
transpiratie
lange waterkringloop
rivier
condensatie
evaporatie
korte waterkringloop
zee
afwatering
regen
sneeuw
grondwater

Slide 32 - Sleepvraag

"In Nederland is de levensverwachting twee keer sterk gedaald. Dat had te maken met de uitbraak van ziekten (virussen)."
Is deze uitspraak waar of niet waar?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 33 - Quizvraag

"In Niger is de levensverwachting tot 1980 vrij laag. Dat heeft te maken met het hoge vruchtbaarheidscijfer in dat land."
Is deze uitspraak waar of niet waar?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 34 - Quizvraag

"De sterkste stijging van de levensverwachting in China vond plaats in de jaren 1960 en 1970."
Is deze uitspraak waar of niet waar?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 35 - Quizvraag

Hoeveel procent bij van de mensen wereldwijd heeft geen toegang tot schoon drinkwater?
A
10%
B
20%
C
30%
D
40%

Slide 36 - Quizvraag

Hoeveel liter water is er nodig om 1 kilo rundvlees te produceren?

Slide 37 - Open vraag

''2,5% van al het water op aarde is zoet en van al het zoete water is 70% grondwater.''
A
Juist
B
Onjuist

Slide 38 - Quizvraag