les 9 sociale en recreatieve activiteiten

doelen
Aan het eind van de les kan de student activiteiten
- voor het stimuleren van zelfredzaamheid
-voor het veranderen van het gedrag
- voor het langdurig veranderen van het gedrag
benoemen
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
sociale en recreatieve activiteitenMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

doelen
Aan het eind van de les kan de student activiteiten
- voor het stimuleren van zelfredzaamheid
-voor het veranderen van het gedrag
- voor het langdurig veranderen van het gedrag
benoemen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

ken je ze nog ?
de soorten activiteiten

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke soorten activiteiten kan je benoemen?

Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Je let bij het stellen van doelen op de doelgroep zijn interesse mogelijkheden en uitdagingen 

Ken je de soorten doelen nog?

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

welke soorten doelen ken je nog?

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Zelfredzaamheid en afwijkend gedrag 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zelfredzaamheid 
Bij activiteiten met als doel de zelfredzaamheid van de cliënt te stimuleren, laat je de cliënt zo veel mogelijk zelf doen. Houd rekening met de mogelijkheden en beperkingen van de cliënt. 


Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zelfredzaamheid is:
Letterlijk betekent het jezelf kunnen redden.

Zelfredzaamheid  heeft meerdere betekenissen:
  • het vermogen om alledaagse activiteiten zelf te doen en mogelijke problemen zelf op te lossen
  • de mate waarin iemand in staat is voor zichzelf te zorgen
  • je leven in kunnen richten zonder hulp van (professionele) anderen

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bedenk voor jezelf, waar ben jij zelfstandiger in geworden?


Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zelfredzaamheid in het bewegen 


 Mevrouw Van Veen is 77 jaar en woont nog steeds zelfstandig. Haar man is drie jaar geleden overleden en mevrouw heeft het hier nog steeds erg moeilijk mee. De laatste tijd is mevrouw wat minder mobiel  en zit vaker in haar stoel zit. Mevrouw zegt dat ze zich wat minder zeker voelt tijdens het lopen en dat ze bang is om te vallen.
Hoe ga jij hiermee om?

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

welke hulpmiddelen kan je inzetten om de zelfredzaamheid te bevorderen?

Slide 12 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Waarom stimuleren van zelfredzaamheid 
Voor de cliënten: De meeste cliënten willen zo lang mogelijk zelfstandig blijven wonen. 

Voor de samenleving: We moeten met minder mensen en geld meer cliënten helpen

Voor jezelf: Als onderdeel van het beroepsprofiel
  
Uitleg

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Werken aan zelfredzaamheid
Werken aan zelfredzaamheid kan bij alle doelgroepen.
Dus peuters, kleuters, schoolkinderen, jongeren, mensen met een beperking en ouderen.
Het gaat niet bij elke doelgroep even makkelijk.

Luister maar naar de uitleg 
Uitleg

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Invloedsgebieden
  1. De cliënt zelf
  2. De mogelijkheden van de cliënt
  3. De omgeving
Uitleg

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afwijkend gedrag 
Afwijkend = afwijkt van het gebruikelijke 
Wanneer wijkt het af ?
Nooit geleerd of vanuit een ziektebeeld .

Slide 16 - Tekstslide

Onder probleemgedrag, ofwel 'onbegrepen gedrag', verstaan we alle gedrag van de cliënt dat door deze cliënt en/of zijn omgeving als moeilijk hanteerbaar wordt ervaren.
Veel probleemgedrag is afhankelijk van de situatie, de persoonlijkheidskenmerken van de cliënt zelf en de mensen om hem of haar heen. Interventies zullen vaak gericht zijn op het aanpassen of veranderen van de omgeving.Koorts kun je behandelen met bijvoorbeeld paracetamol. Maar daarnaast moet je ook onderzoeken waar de koorts vandaan komt. Als een cliënt met probleemgedrag een direct gevaar vormt voor zichzelf of voor anderen, zul je ook het symptoom moeten bestrijden. Bijvoorbeeld door iemand tijdelijk apart te zetten. Maar net als bij koorts moet je verder zoeken: waar komt dit gedrag vandaan? Wat is er aan de hand? Een cliënt kan pijn hebben, maar niet in staat zijn dat aan te geven. Of een cliënt verveelt zich enorm zonder dat iemand dat doorheeft. Er kan ook sprake zijn van een psychiatrische stoornis, 
0

Slide 17 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Een boer laten aan tafel is afwijkend gedrag
 

Gedrag dat afwijkt van wat gebruikelijk is (normaal is)

Maar .........vindt iedereen afwijkend gedrag afwijkend ????

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welk afwijkend gedrag kom je tegen als helpende?

Slide 19 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Tijdelijk veranderen van gedrag 

Tijdens een lange vakantierit beginnen Joos (7) en Daniel (9) op de achterbank elkaar te klieren. Beiden vervelen zich duidelijk en de rit duurt nog een uur.
Afleiden om gedrag tijdelijk veranderen

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Langdurig veranderen 
Met als doel voorgoed veranderen van gedrag.


Zelfredzaamheid

Slide 21 - Tekstslide

beleefgangen onrust wegnemen blijven hangen bij het bekende herkenningspunten 

pictogrammen leren om naar de wc te gaan. 

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat vinden jullie van het filmpje?

Slide 24 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Video

Deze slide heeft geen instructies

welke begrippen kwamen aan de orde in de les ?

Slide 26 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

huiswerk
l
lezen
20.1 Activiteiten voor het stimuleren van zelfredzaamheid
21.1 Activiteiten voor het veranderen van het gedrag
22.1 Activiteiten gericht op het langdurig veranderen van gedrag
maken
27. Zelfredzaamheid
28. Afwijkend gedrag
29. Tijdelijk veranderen van gedrag


Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Eindopdracht
  • Collage maken over sociaal gedrag.
     Tip gebruik -> https://www.collage.nl 
  • Het activiteitenprogramma (individueel).
     1. Kies een doelgroep en een thema.
     2. Maak een programma van 1 week met 2 activiteiten per dag. 
     3. De activiteiten hebben iets te maken met de thema die je hebt gekozen. 
     4. De activiteiten zijn gevarieerd en sluit aan de ontwikkeling van je doelgroep. 
  • Poster maken
     1. Heeft een programma voor een week.
     2. Laat duidelijk de activiteiten zien rondom het gekozen thema.
     3. Heeft illustraties. 
     4. Nodigt uit tot deelname of opgave. 
  • Bedenk een activiteit met duurzame materiaal.
  • Voorlezen




Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies