English 2A 22-03

• Engels
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 2

English

2A: 22-03-2021

What are we going to do?	What do we need?	In what way?	For how long?
Present simple explanation	LessonUp	Together	15 minutes
Quiz present simple	Laptops	On your own	15 minutes
Individual work	Laptops	On your own	10 minutes
Evaluation	/	Together	5 minutes

Goal

At the end of the lesson you understand how to make questions and negations (ontkenningen) in the present simple

Test Unit 3 Part II

Woensdag 24-03 

blz. 117 t/m 119

First question

When do you use the present simple?

Second question

What is the difference between:

 I, you, we, they 

&

He, she, it 

when using the present simple?

Third question

Hoe maak je een vraag? 

Fourth question

Hoe maak je een ontkenning?

He ..... (walk) in the park

1. walk
2. walks

They .... (visit) us every summer

1. visits
2. visit

Maak een vraag met he, she of it

Don't

Doesn't

my parents

Simon

I

It

your father

my sister and I

Bedenk drie (boerderij)dieren die je hebt geleerd in het Engels

Bedenk een wens in het Engels

Kies uit waarmee je gaat oefenen

1. -S of geen -S achter het ww -> You work/She works

2. Ontkenningen -> You don't work/She doesn't work

3. Vragen maken -> Do you work?/Does she work?

https:

https:

https:

So...

1. Wanneer gebruik je -s achter het ww en wanneer niet?
2. Hoe maak je een vraag?
3. Hoe maak je een ontkenning?

Huiswerk

Leren voor de toets van woensdag: blz. 117 t/m 119