Quiz

Handel Hoofdstuk 1 Quiz 
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
HandelMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

Handel Hoofdstuk 1 Quiz 

Slide 1 - Tekstslide

Noem je het kopen en verkopen van producten handel?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 2 - Quizvraag

Hoeveel mensen werken er in een microbedrijf ?
A
Minder dan 10 werknemers
B
10 -49 werknemers
C
Meer dan 250 werknemers
D
50 -250 werknemers

Slide 3 - Quizvraag

Wat is een smal assortiment ?
A
Veel artikelsoorten en -variëteiten
B
Veel assortimentsgroepen
C
Weinig assortimentsgroepen
D
Weinig artikelsoorten en -variëteiten

Slide 4 - Quizvraag

Hoe ziet een bedrijfskolom eruit ?
oerproducent
collecterende groothandel
retail
distribuerende groothandel
producent voor halffabricaten
producent van eindproducten

Slide 5 - Sleepvraag

Differentiatie is het afstoten van een activiteit naar een andere schakel in de bedrijfskolom ?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quizvraag

Wat is een breed assortiment ?
A
Veel artikelsoorten en -variëteiten
B
Veel assortimentsgroepen
C
Weinig assortimentsgroepen
D
Weinig artikelsoorten en -variëteiten

Slide 7 - Quizvraag

Hoeveel mensen werken er in een kleinbedrijf ?
A
Minder dan 10 werknemers
B
10 -49 werknemers
C
Meer dan 250 werknemers
D
50 -250 werknemers

Slide 8 - Quizvraag

Hoe heten de zwarte bakken waarin de producten vervoerd worden?

Slide 9 - Open vraag

Wat is een diep assortiment ?
A
Veel artikelsoorten en -variëteiten
B
Veel assortimentsgroepen
C
Weinig assortimentsgroepen
D
Weinig artikelsoorten en -variëteiten

Slide 10 - Quizvraag

Hoeveel mensen werken er in een middenbedrijf ?
A
Minder dan 10 werknemers
B
10 -49 werknemers
C
Meer dan 250 werknemers
D
50 -250 werknemers

Slide 11 - Quizvraag

Bij integratie neemt een bedrijf een voorgaande of volgende fase in de bedrijfskolom over ?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quizvraag

Welke 3 verkoopsystemen zijn er ?

Slide 13 - Open vraag

Wat is een ondiep assortiment ?
A
Veel artikelsoorten en -variëteiten
B
Veel assortimentsgroepen
C
Weinig assortimentsgroepen
D
Weinig artikelsoorten en -variëteiten

Slide 14 - Quizvraag

Hoeveel mensen werken er in een grootbedrijf ?
A
Minder dan 10 werknemers
B
10 -49 werknemers
C
Meer dan 250 werknemers
D
50 -250 werknemers

Slide 15 - Quizvraag

Breed assortiment
Diep assortiment
Ondiep assortiment
Smal assortiment
1. een slagerij met veel verschillende soorten vlees 
2. een slagerij met alleen rundvlees  
3. een winkel met alleen sportschoenen 
4. een winkel met artikelen voor veel verschillende sporten

Slide 16 - Sleepvraag

zet in de juiste volgorde
assistent retail
verkoper
bedrijfsleider/filiaalmanager
afdelingsmanager
eerste verkoper
verkoopspecialist
ondernemer retail

Slide 17 - Sleepvraag