Taalgericht Vakonderwijs

Taalgericht lesgeven
Doen!
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeHBOStudiejaar 3

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Taalgericht lesgeven
Doen!

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke rol speelt taalvaardigheid bij het begrijpen van leerstof?
Doel
Nut van taalgericht lesgeven ervaren
Groep
Drietallen
Tijd
5'
Materiaal
Gatentekst op mavo niveau
Instructie
Ieder bestudeerd eerst individueel één gatentekst. Daarna ga deel je je bevindingen met je groepje. 
Ronde 1
Lees de tekst en beantwoord de volgende vragen:
- Waar gaat de tekst volgens jou over?
- Waar loop je tijdens het lezen van de tekst tegenaan?
- Welke kennis zet je in om deze tekst te begrijpen? 
Individueel2'  
Ronde 2
Bespreek binnen je groepje je bevindingen. Welke overeenkomsten en verschillen ervaren jullie tussen de verschillende niveaus? 
Drietallen 2'
Afronden
Wat denk je te leren bij deze workshop over taalgericht lesgeven? Noteer jullie antwoord op de volgende dia. 
Klassikaal 1'
Klaar
Welke modus roept deze opdracht bij je op?

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat denk je te leren bij deze workshop over taalgericht lesgeven?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Beschrijf een moment waarvan je denkt dat leerlingen jou niet begrepen op het gebied van taal. Denk aan: tijdens de les, met een toets, een verslag, een coachingsgesprek, etc.

Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Etmaal? V6
Dia? H5

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dia? H5

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Academisch taalgebruik

Slide 7 - Tekstslide

Academisch taalgebruik:
De taal die we op het voortgezet onderwijs gebruiken.
1. Dit moeten leerlingen verwerven tijdens de lessen en het zelfstandig studeren.
2. Leerlingen horen en lezen bij iedere docent nieuwe begrippen en maken zo kennis met nieuwe vakinhoud waarover ze vervolgens moeten spreken of schrijven.
3. Leerlingen komen in aanraking met complexe kennis, inzichten en vaardigheden.
4. Leerlingen zullen hun luister-, lees-, spreek- en schrijfvaardigheden verder moeten ontwikkelen om deze complexe zaken te begrijpen en om er over te kunnen communiceren.

Academisch taalgebruik:
- Moeilijkere woorden
- Vertrouwde woorden met een andere betekenis
- Complexere zinnen

Academisch taalgebruik:
Nodig om complexere denkprocessen te begrijpen en onder woorden te brengen, dus taal om te kunnen:
- beschrijven;
- ordenen;
- verklaren;
- het leggen van logische relaties (bijvoorbeeld oorzaak-gevolg);
- evalueren van informatie;
- analyseren;
- concluderen.
- leer je niet in een aparte les …..
- maar verwerf je in de vakles ….
- door met herhaling en voortdurende aandacht …..
- te communiceren over de vakinhoud

Verschil dagelijkse taal en academische taal
Instructie met onderbouwing (dagelijks leven):
“Roer even in de thee, dan smelt de suiker”

Verklaring (academische omgeving):
“Als een vaste stof verwarmd wordt, gaan de moleculen sneller bewegen. De ruimte ertussen wordt groter, de aantrekkende krachten kleiner. Op een gegeven moment is de ruimte zo groot dat de vaste ordening verbroken wordt’

Hoe moeten leerlingen deze taal onder de knie krijgen?





Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Veelvoorkomende problemen
Goedbedoelde oplossingen
1. Schoolboekteksten te moeilijk
1. Vervangen door samenvatting van docent/ lijstje kernvraag-antwoord
2. Veel onbekende woorden
2. Woorden uitleggen
3. Leerlingen lopen vast bij zelfstandig werken
3. Zo veel mogelijk klassikaal. 
4. Slecht geformuleerde antwoorden in opdrachten of bij toetsen. 
4. Geen open vragen, maar MC of invulzinnen, niet letten op taal bij beoordeling/ voordeel van de twijfel, oefenvragen in de repetitie herhalen. 
5. Slechte mondelinge formulering
5. Geen beurt geven, vooral benoemvragen stellen ('Dus hoe noemen we dat proces?'), niet 'Kun je dat in je eigen woorden uitleggen?'
6. Weinig echt contact met taalzwakke leerlingen. 
6. Minder inbreng vragen, met rust laten. 
7. Hoeveelheid leerstof te groot.
7. Alleen de hoofdzaken behandelen. 

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Valkuilen
Wat gebeurt er als je het taalaanbod in de lessen (jouw uitleg, tekst- en opdrachtmateriaal) beperkt of vereenvoudigt?

Wat is een mogelijke oplossing? 

Slide 10 - Tekstslide

Als je het taalaanbod in de lessen (jouw uitleg, tekst- en opdrachtmateriaal) beperkt of vereenvoudigt:
- Komen veel leerlingen nooit in aanraking met de gewenste taalvormen en het gewenste niveau.
- Krijgen zij minder context en voorbeelden om van te kunnen leren.
- Ontneem je hen de kans om ermee te oefenen.
- Kun je hen geen adequate steun bieden bij de verwerving of helpen hun fouten te verbeteren.
Uiteindelijk leidt dit juist tot (verdere) niveauverlaging, een spiraal naar beneden.

Drie pijlers
Taalsteun bieden
Context scheppen
Interactie bevorderen

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Context
Context = ‘de omgeving’ van de leerstof >> het kennisnetwerk ​waarbinnen de leerstof een plaats moet krijgen ​

Context creëren =​
  • de relatie duidelijk maken tussen de nieuwe leerstof
    en eerder verworven kennis >> ​een kapstok bieden ​
  • zorgen voor betrokkenheid


Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe zorg je voor een rijke, zinvolle context?

Slide 13 - Tekstslide

  • Laat expliciet alledaagse en vakspecifieke voorkennis activeren ​
  • Hanteer begrijpelijk taalaanbod
    (via DAT naar CAT)​
  • Gebruik ook niet-talige materialen
    (illustraties, film, voorwerpen) ​
  • Laat zaken concreet ervaren ​
    (in onderzoekjes, proefjes, excursies)​
Taalsteun
Taalsteun = ‘scaffolding’ bij taaltaken; ​

leerlingen (tijdelijk en in afnemende mate) steun en hulpmiddelen aanreiken om een talige vaktaak op de gewenste manier / het gewenste niveau uit te voeren.

[the scaffold = de steiger]​​

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Taalsteun bieden​

Slide 15 - Tekstslide

  • Structuur van les & opdrachten visualiseren​
  • Leerlingen aanmoedigen hun antwoord te formuleren in vaktaal
    (‘Hoe noemen we dat in de natuurkunde?’)​
  • Modeling’ (hardopdenkend een aanpak voordoen, met gebruik van passende formuleringen
  • Sleutelschema’s (schema’s waarin kerninformatie wordt geordend en die verbanden visualiseren; b.v. Venn-diagram)
Interactie
Interactie bevorderen = ​leerlingen veel laten spreken of schrijven ​over de leerstof​
​Doelen & effecten:​
  • leerlingen maken zich de stof eigen door er in eigen woorden over te praten​
  • leerlingen kunnen elkaar helpen en elkaar dingen uitleggen (en hierbij komen ze er ook achter wat ze zelf al wel en nog niet goed begrijpen) ​
  • leerlingen leren om belangrijke zaken zelf te verwoorden
  • leerlingen oefenen met het gebruik van school- en vaktaal​







Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom is
interactie belangrijk?​

Slide 17 - Tekstslide

  • zelf verwoorden is actief leren!​
  • de docent kan ‘in de hoofden kijken’;
  • krijgt zicht op wat leerlingen begrijpen en productief beheersen​
  • voor taalverwerving is taalproductie nodig​
Hoe maak je zelf gebruik van taalgerichte didactiek?
Doel
Inzicht krijgen over de beheersing van de pijlers en eventuele ontwikkelpunten bedenken.
Groep
Drietallen
Tijd
20'
Materiaal
Quickscan Algemeen, Quickscan van iedere pijler, inspiratie m.b.t. de verschillende pijlers
Instructie
Eerst ga je individueel op zoek aan welke pijler jij extra aandacht zou willen besteden. Daarna ga je in een homogeen groepje zitten en ga je inspiratie opdoen over jouw pijler en pitch je welke ideeën je meeneemt naar je eigen lespraktijk. 
Ronde 1
1. Vul de Quickscan Algemeen in. 
2. Aan welke pijler zou je graag extra aandacht willen besteden?  
3. Vul vervolgens de Quickscan over deze pijler in. 
4. Ga na aan welk(e) aandachtspunt(en) je het beste kunt werken. 
Ronde 2
1. Ga in een homogeen groepje zitten (aandacht aan dezelfde pijler). 
2. Bekijk de ontvangen materialen en doe inspiratie op over de pijler. 
3. Bedenk welk(e) idee(ën) je mee wil nemen naar je eigen lespraktijk. 
4. Deel de ideeën binnen je groep en maak een gezamenlijke aanpak om het tekstbegrip te vergroten. 
Afronden
Pitch in maximaal 2 minuten jullie gezamenlijke aanpak om het tekstbegrip te vergroten. 
Klaar
Welke kwaliteiten laat je hier zien? 

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat neem je uit deze workshop mee naar je eigen lespraktijk?

Slide 19 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Extra informatie
Op de volgende slides staan nog wat interessante bronnen die je thuis kunt raadplegen. 

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Podcast
Onbehaarde apen: waarom praten we zoveel? 

Hoe komen de pijlers aan bod binnen deze context? 

Hoe zou je deze voorbeelden kunnen toepassen in je eigen lespraktijk? 

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

SLO
https://www.slo.nl/?ActLbl=werken-vaktaal&ActItmIdt=4189 

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

NVON
https://www.nvon.nl/nvox/taal-brug-naar-motivatie-en-en-begrip-i 

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

NVON
https://www.nvon.nl/nvox/redeneren-bij-scheikunde-en-bij-andere-vakken

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

NVON
https://www.nvon.nl/nvox/de-rekenposter-verbindt-

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Boek
Taalgericht vakonderwijs

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies