foutieve beknopte bijzin/ samentrekking

beknopte bijzin
dit is een zin die korter is opgeschreven
In een beknopte bijzin staat geen onderwerp (het zogenaamde verzwegen onderwerp). Als je er een gewone bijzin van maakt, moet het onderwerp verwijzen naar dezelfde persoon/ zaak als het onderwerp uit de hoofdzin.
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

beknopte bijzin
dit is een zin die korter is opgeschreven
In een beknopte bijzin staat geen onderwerp (het zogenaamde verzwegen onderwerp). Als je er een gewone bijzin van maakt, moet het onderwerp verwijzen naar dezelfde persoon/ zaak als het onderwerp uit de hoofdzin.

Slide 1 - Tekstslide

Er zijn drie soorten beknopte bijzinnen:
met te + infinitief 
vb.: Na het gat ontdekt te hebben waarschuwde hij de dijkbewaking. 
met een voltooid deelwoord 
vb.: Uit de wind gehouden kon hij de eindstreep halen. 
met een onvoltooid deelwoord 
vb.: Dromend van zijn vriendin liep hij tegen een lantaarnpaal.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Link

foutieve beknopte bijzin
Als je er een gewone bijzin van maakt, moet het onderwerp verwijzen naar dezelfde persoon of zaak als het onderwerp van de hoofdzin. Als dit niet het geval is, krijg je een foutieve beknopte bijzin. 

Slide 7 - Tekstslide

Lopend naar de overkant werd hij bijna aangereden. 
volledige bijzin is:
Terwijl hij naar de overkant liep, werd hij bijna aangereden. 
foutieve:
Lopend naar de overkant reed de auto hem bijna aan.

Slide 8 - Tekstslide

In roomboter gebraden smaakt het vlees hem erg goed.
volledige bijzin:
Het vlees dat in roomboter is gebraden, smaakt hem erg goed.
foutieve beknopte bijzin:
In roomboter gebraden eet hij het vlees met smaak op.

Slide 9 - Tekstslide

Na koffie gedronken te hebben, vervolgden we onze busreis.
volledige bijzin:
Nadat we koffie hadden gedronken, vervolgden we onze busreis.
foutieve beknopte bijzin:
Na koffie gedronken te hebben, reed de bus verder.

Slide 10 - Tekstslide