9.2 Beknopte bijzin en verkeerd aansluitende bijzin

Beknopte bijzin
  • Ik kan de beknopte bijzin herkennen.
  • Ik kan bepalen of de beknopte bijzin verkeerd aansluitend is. 
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Beknopte bijzin
  • Ik kan de beknopte bijzin herkennen.
  • Ik kan bepalen of de beknopte bijzin verkeerd aansluitend is. 

Slide 1 - Tekstslide

De beknopte bijzin
Beknopt = korter / ingekort

Slide 2 - Tekstslide

Een beknopte bijzin heeft een persoonsvorm.
A
juist
B
niet juist

Slide 3 - Quizvraag

Een beknopte bijzin heeft een onderwerp.
A
juist
B
niet juist

Slide 4 - Quizvraag

Wat is een beknopte bijzin?
A
Zin met persoonsvorm en zonder onderwerp
B
Zin met persoonsvorm en onderwerp
C
Zin zonder persoonsvorm en met onderwerp
D
Zin zonder persoonsvorm en onderwerp

Slide 5 - Quizvraag

Wanneer is een beknopte bijzin fout?
A
Als er een pv en onderwerp in staan.
B
Als de onderwerpen niet overeenkomen.
C
Als er geen pv en onderwerp in staan.
D
Als het getal van de onderwerpen verschilt.

Slide 6 - Quizvraag

Foutieve beknopte bijzin
Beknopte bijzin
Hoofdzin
Denkbeeldig onderwerp
ond+pv naast elkaar
Ond komt niet overeen met hoofdzin.
(on)voltooid deelwoord
Hoofdzin veranderen of er een bijzin van maken

Slide 7 - Sleepvraag

Foutieve of juiste beknopte bijzin?

Lopend naar de overkant, reed de auto hem bijna aan.


A
Foutief
B
Goed

Slide 8 - Quizvraag


Wat is de hoofdzin en wat is de beknopte bijzin?
A
Joris koos = hoofdzin
B
na lang te hebben getwijfeld = beknopte bijzin
C
uiteindelijk toch voor een CM-profiel = hoofdzin

Slide 9 - Quizvraag

Welke van de volgende is een beknopte bijzin?
A
Toen ik vanochtend wakker werd, was mijn wekker nog niet gegaan.
B
Rennend over de gang, botste de jongen tegen de deur.
C
Vandaag ga ik bowlen en morgen gaan we minigolfen.
D
Ik hoop dat mijn familie staat te wachten als ik het vliegtuig uitkom.

Slide 10 - Quizvraag

Een beknopte bijzin is een zin...
A
zonder onderwerp en lijdend voorwerp
B
zonder persoonsvorm en lijdend voorwerp
C
zonder onderwerp en persoonsvorm
D
zonder kop en staart

Slide 11 - Quizvraag

Foutieve beknopte bijzin of een goede beknopte bijzin?

Na koffie gedronken te hebben, reed de bus verder.
A
Foutief
B
Goed

Slide 12 - Quizvraag

Foutieve beknopte bijzin of een goede beknopte bijzin?

Eindelijk thuisgekomen, ging hij meteen naar bed.
A
Foutief
B
Goed

Slide 13 - Quizvraag

Foutieve of juiste beknopte bijzin?

Na gegeten te hebben, fietsten we weer verder.
A
Foutief
B
Goed

Slide 14 - Quizvraag

Lees de zinnen en bepaal of de zin een gewone bijzin of een beknopte bijzin bevat. 
Beknopte bijzin
Gewone bijzin
Lopend naar de overkant werd hij bijna aangereden. 
Als hij mij belt, loop ik even de vergadering uit. 
Na kampioen te zijn geworden, werden de spelers door het bestuur gefeliciteerd.

Slide 15 - Sleepvraag

Foutieve beknopte bijzin
Beknopte bijzin
Hoofdzin
Denkbeeldig onderwerp
ond+pv naast elkaar
Ond komt niet overeen met hoofdzin.
(on)voltooid deelwoord
Hoofdzin veranderen of er een bijzin van maken

Slide 16 - Sleepvraag

Blij door het gras huppelend 
floot
het meisje
een liedje.
Beknopte bijzin

Slide 17 - Sleepvraag

Na zich te hebben verontschuldigd, gaf ik haar een hand.

A
verkeerd aansluitende beknopte bijzin
B
beknopte bijzin

Slide 18 - Quizvraag

Correct beknopte bijzin
Foutief beknopte bijzin
Huppelend van plezier, kwam het kind de klas binnen.
Na drie uur gewacht te hebben, gingen de hekken eindelijk open.
Kijkend uit het raam, viel plotseling een dakpan naar beneden.
In roomboter gebraden eet hij het vlees met smaak op.
Schaatsend naar de overkant, reed hij bijna het wak in. 
 Verscholen in een bosje, passeerde mij op enige meters een wild zwijn
Na gegeten te hebben, deed ik de afwas.

Slide 19 - Sleepvraag

Wat moet jij nog gaan leren/oefenen? Meerdere antwoorden mogelijk
A
kenmerken van beknopte bijzin
B
beknopte bijzin herkennen
C
kenmerken van een foutieve beknopte bijzin
D
foutieve beknopte bijzin verbeteren

Slide 20 - Quizvraag