De trappen van vergelijking

Tekst
Trappen van vergelijking
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 25 min

Onderdelen in deze les

Tekst
Trappen van vergelijking

Slide 1 - Tekstslide

Wat zijn de trappen van vergelijking??

Slide 2 - Tekstslide

De hond is kleiner dan de andere hond. 
Jij bent beter dan hij.
Ik doe het liever op mijn eigen manier 
Hij is de grootste jongen in de klas.

Slide 3 - Tekstslide

Gelukkig !!!

De Duitse trappen van vergelijking lijken op de Nederlandse.

Kijk naar de volgende zinnen.   

Slide 4 - Tekstslide

Der linke Hund ist kleiner. 

Slide 5 - Tekstslide

Obelix ist langsamer

Slide 6 - Tekstslide

Das Mädchen mit der Brille ist am kleinsten (het kleinst).

Slide 7 - Tekstslide

Der rechte Mann ist am glücklichsten 
(het gelukkigst). 

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Basisregel
            Vergrotende trap: -er
                          Overtreffende Trap: -(e)sten

 Umlaut? AUtO

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Stellende trap                                   Vergrotende trap

Doof is zo groot als Dick.                          Dick is dikker dan Doof
                              Duits -> genauso wie                                    Duits -> als


Slide 13 - Tekstslide

Jack ist klein.. als Averell

Slide 14 - Open vraag

J Joe ist .. ........... (klein)

Slide 15 - Open vraag

Ich bin schnell. Mein Bruder ist ............
A
schnell
B
schneller
C
sneller
D
schnellst

Slide 16 - Quizvraag

Meine Schwester ist ..............
als ich!
A
kleinest
B
kleinerest
C
kleiner
D
klein

Slide 17 - Quizvraag

Dein Buch ist ............ als mein Buch.
A
neuere
B
neuer
C
neurer
D
neuste

Slide 18 - Quizvraag

kies de vergrotende trap:
gern, ...
A
gerner
B
lieber

Slide 19 - Quizvraag

kies de overtreffende trap:
gut ...
A
am besten
B
besser
C
best
D
am gutesten

Slide 20 - Quizvraag

Es ist am ...............
A
kalt
B
kälter
C
kältesten
D
kältsten

Slide 21 - Quizvraag

Jan ist lang, Johen ist ... aber Fritz ist am längsten.
A
langer
B
länger

Slide 22 - Quizvraag

Vul de vergrotende en overtreffende trap in van "stark".
A
sterk, am sterksten
B
stark, am starksten
C
stärker, am stärksten
D
starker, am starksten

Slide 23 - Quizvraag

Hengelo ist ......... ....... Tubbergen.
Amsterdam ist ... ................... .
A
großer als, am großten
B
größer dan, am größt
C
groser als, am groosten
D
größer als, am größten

Slide 24 - Quizvraag

Vertaal in het Duits:
Sie kauft ..... .... .... (meer dan hij)

Slide 25 - Open vraag

Vertaal in het Nederlands:
Die Weihnachtsferien sind länger als die Herbstferien.

Slide 26 - Open vraag

Vertaal in het Duits:
Mijn broer is groter dan mijn zus

Slide 27 - Open vraag

Hoe goed snap je de grammatica?
😒🙁😐🙂😃

Slide 28 - Poll

An die Arbeit
Seite 37/38 ODER online 4.4
Aufgaben 8 + 9
Gebruik de uitgeprinte toetsstof 
Fertig (klaar)? Seite 19/20 Aufgaben 6-8 (t/m)
Komperativ = vergrotende trap
Superlativ = overtreffende trap

Slide 29 - Tekstslide