1.2 MASSAMEDIA

Welkom in deze online les
- hw overzicht
- uitleg 1.2 
- zelfstandig werken
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijkundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom in deze online les
- hw overzicht
- uitleg 1.2 
- zelfstandig werken

Slide 1 - Tekstslide

Online les
- Aanwezigheidscheck

Daarna; 
- Iedereen doet microfoon uit en camera aan! 
- Heb je een vraag? Dan steek je in Teams je digitale hand op. 
- De les duurt 50 minuten net als een ‘normale’ les

Slide 2 - Tekstslide

Huiswerk vandaag
Lessonup opgaven  1.1 MASSAMEDIA 

Nog NIET af en moet uiterlijk vanmiddag 4 uur af=
- Shaïstah                           - Deshanti                      - lina
- Joan                                   - Vanity                            - marouan
- Romaisae                        - batsieba                      - melle
- Ranjot                                - dya-dyi

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Dit was de uitleg van 1.2 massamedia
De tekst hiervan staat in je boek op pagina 14 en 15.
Dit is het boek: 

Wat moet je nu doen?
Open de Lessonup die staat in Magister bij de les. 
Log in in Lessonup en ga naar de les: 1.2 MASSAMEDIA.
Kijk de video op dia 15 en maak dan de opgaven die daarna volgen.
Hiervoor de tijd tot 12:30

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Internet is een massamedium
A
Dit klopt
B
Dit klopt niet
C
Dat ligt eraan..

Slide 16 - Quizvraag

Leg uit waarom internet wél een interactief massamedium is, en een tv-uitzending niet.

Slide 17 - Open vraag

Maak de zin af.

Communicatie:

A
vindt alleen plaats als je met iemand praat.
B
B is altijd tweezijdig.
C
is het doorgeven en ontvangen van informatie.
D
is een ander woord voor massamedia.

Slide 18 - Quizvraag

Sommige games vallen onder 'sociale media'. Met welk begrip zou je dat kunnen uitleggen?
A
Eenzijdig
B
Indirect
C
Netwerk

Slide 19 - Quizvraag

Welke stelling klopt niet?
A
Een zender kan nooit ook ontvanger zijn in een telefoongesprek.
B
Op sociale media kan je zender en ontvanger zijn.
C
YouTube is een vorm van sociale media.
D
Internet is een vorm van massamedia.

Slide 20 - Quizvraag

4 voorbeelden van massamedia zijn:
A
brief-dagblad-reclamefolder-internet
B
dagblad-cd-radio-schilderij
C
cd-brief-tijdschrift-verkeersbord
D
reclamefolder-smartphone-verkeersbord-internet

Slide 21 - Quizvraag

Massamedia en massacommunicatie hebben 5 belangrijke kenmerken.
Eén zo'n kenmerk is: De communicatie is áltijd eenzijdig.
Leg uit waarom dat zo is.

Slide 22 - Open vraag

Wat is geen belangrijke kenmerk van massamedia?
A
De informatie is openbaar
B
De meeste werken indirect.
C
De communicatie is meerzijdig
D
Er is meestal geen directe feedback.

Slide 23 - Quizvraag

………… en ………. zijn voorbeelden van massamedia.
Welke woorden zijn weggelaten?
A
Een appje; een verkeersbord.
B
Een dagboek; een tijdschrift.
C
Een krant; een verjaardagskaart.
D
Een flyer; een website.

Slide 24 - Quizvraag

Geef aan of het WEL of GEEN massacommunicatie is, en maak de zin af.

De uitleg van een docent aan een klas van 30 leerlingen is WEL/ GEEN massacommunicatie omdat:

Slide 25 - Open vraag

Welke vormen van communicatie gaat het om? Er kunnen meerdere antwoorden goed zijn.

Een telefoongesprek tussen twee vriendinnen =
A
Directe communicatie
B
Indirecte communicatie
C
Verbale communicatie
D
Non-verbale communicatie

Slide 26 - Quizvraag

Welke vormen van communicatie gaat het om? Er kunnen meerdere antwoorden goed zijn.

Je middelvinger opsteken als je kwaad bent op iemand.
A
Eenzijdige communicatie
B
Meerzijdige communicatie
C
Verbale communicatie
D
Non-verbale communicatie

Slide 27 - Quizvraag

Welke vormen van communicatie gaat het om? Er kunnen meerdere antwoorden goed zijn.

Een verkeersbord.
A
Eenzijdige communicatie
B
Meerzijdige communicatie
C
Verbale communicatie
D
Non-verbale communicatie

Slide 28 - Quizvraag

Welke vormen van communicatie gaat het om? Er kunnen meerdere antwoorden goed zijn.

Chatten met onbekenden.
A
Directe communicatie
B
Indirecte communicatie
C
Verbale communicatie
D
Non-verbale communicatie

Slide 29 - Quizvraag

Welke van de twee zinnen is ONJUIST? Leg ook uit waarom.

1: Tijdschriften als: Cosmogirl en Story verspreiden informatie die openbaar is en voor iedereen bereikbaar.

2: Op sociale-netwerksites is er sprake van veel directe, verbale communicatie.

Slide 30 - Open vraag

In de zin hieronder staat een fout. Wat is de fout? Dus welk woord moet veranderd worden?

: Goede Tijden, Slechte Tijden trekt dagelijks veel kijkers. Het programma zorgt daarom voor meerzijdige communicatie.

Slide 31 - Open vraag

Laat mij weten dat je klaar bent. 
Dan krijg je verdere instructie. 
Deze lessonup opgaven zijn huiswerk voor maandag 10 mei! 
Dus als je klaar bent heb je geen huiswerk :) 

Slide 32 - Tekstslide